Hoe en waarom veranderde het GLB aan het einde van de 20 e eeuw?
GLB ‘oude stijl’. Doel: Europa zelfvoorzienend maken. Goede prijzen voor zowel boer als consument Nodig: Protectie tegen lage prijzen wereldmarkt. Middelen: -invoerheffingen importproducten duurder dan eigen producten. -garantieprijzen EU koopt landbouwproducten -exportsubsidie bij verkoop op wereldmarkt legt EU verschil bij tussen hoge EU prijs en lage wereldmarktprijs. Boeren produceerden er op los !!!
Gevolgen GLB ‘oude stijl’: 1-Problemen met WTO geen toegang buitenland tot EU markt. (VS wilde graag overschotten verkopen) dumping EU overschotten tegen extreem lage prijzen. 2-Aantasting van landschap en milieu ruilverkaveling / schaalvergroting overbemesting / bestrijdingsmiddelen / etc 3-Enorme subsidiekosten EU niet op te brengen (zeker met uitbreiding EU naar Oost-Europa met grote agrarische beroepsbevolking) 4-Binnen EU grote tegenstellingen over verdeling landbouwsubsidies. (met meer landen geen overeenstemming meer mogelijk)
Nieuwe GLB: 1-Prijsvorming meer via vraag en aanbod. inkomenssteun voor de boeren 2-Braakleggen van akkers overproductie en milieuproblemen voorkomen verduurzamen van de productie 3-Leefbaarheid van het platteland handhaven boer zorgt voor onderhoud van het landschap Gevolgen: -Minder geld naar gebieden waar opbrengsten hoog waren. (NL) -Concurreren met de wereldmarkt. (Globalisering )