14 Reliëf en rivieren 14.1 Ontstaan van rivieren 14.2 Stroombekkens

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
11 Reliëf en kaart 11.1 Hoogtelijn, hoogtezone, hoogtecijfer, kleur
Advertisements

Test jezelf! Wat weet jij over de aarde?
Noord-Brabant 18 plaatsen 6 wateren 3 gebieden
17 Het bovenste deel van de aardkorst
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
WAAROM? Onderzoek naar het meest geschikte traject voor de verlenging tot in Sint-Niklaas van het bestaande fietspad naast de Stekense Vaart en de Molenbeek.
Hoofdstuk 2 Afbraak en opbouw van het landschap
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
§ 4 WATER, DE WITTE OLIE.
§ 1.1 Nederland rivierenland: Rijn en Maas
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
23 Europa: klimaat- en vegetatiezones
21 Weer en klimaat: beïnvloedende factoren
Start.
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
© GfK 2012 | Title of presentation | DD. Month
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
Exogene krachten = krachten die van buitenaf het aardoppervlak vormen
Landschappen.
De werking van rivieren
Reliëf.
Elke 7 seconden een nieuw getal
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Vandaag! Klimaten op Aarde (Hoofdstuk 2): Water, te veel of te weinig (paragraaf 4 blz. 34 & 35)
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
12 Reliëf van België 12.1 Kaartbeeld Belgisch reliëf
29 Steden in België en elders
10 Landschap en reliëfvormen
13 Reliëf van Europa 13.1 Kaartbeeld Europees reliëf
2 De kaart 2.1 Van luchtfoto naar kaart 2.2 Kaart en schaal
9 Landschap en reliëf 9.1 Wat is reliëf?
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Wonen in Nederland.
3 havo, H4 (les 3) 14 stellingen: juist/onjuist
Hoogteverschillen in het landschap.
2009 Tevredenheidsenquête Resultaten Opleidingsinstellingen.
PLAYBOY Kalender 2006 Dit is wat mannen boeit!.
3.2 De aarde verandert van buitenaf
5.2 de aarde verandert van buitenaf
HOOFDSTUK 6 ECOSYSTEMEN
§ 4Globalisering en milieu
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
De Dagen van de Kaaien 19, 20 & 21 maart De Kaaien op tafel - inhoud 1.Methodiek tafelgesprekken 2.Aantal tafelgesprekken en aantal deelnemers.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
Fractale en Wavelet Beeldcompressie
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
ZijActief Koningslust
WIELEN VAN WATER TAAK 2.
Spel.
2 T/H Hoofdstuk 2 Landschappen §2-4
Europa 4. landschappen.
Reliëf en hydrografie van de Loirestreek
Klimaat: Temperatuur, luchtdruk en wind, Neerslag
Aardrijkskunde GOED VOORBEREID NAAR DE PABO. De blauwe planeet.
Aardrijkskunde samenvatting
Op sneeuwklas in Zwitserland
1 Klein gebied Heuvel Berg Vallei Dal kloofdal V-dal boogdal
De reliëfkaart van België en Europa
Met woorden in de weer In het hooggebergte.
Hoofdstuk 3.4 Een reisje langs de Rijn
Transcript van de presentatie:

14 Reliëf en rivieren 14.1 Ontstaan van rivieren 14.2 Stroombekkens Eric Goyvaerts François Verspagen 14.1 Ontstaan van rivieren 14.2 Stroombekkens 14.3 Verval 14.4 Debiet 14.5 Regime 14.6 Werking stromend water 14.7 Dalvormen 14.8 Rivieren vertonen kronkels 14 Reliëf en rivieren

Ontstaan van een rivier afsmelten van een gletsjer 14.1 Ontstaan van rivieren Meridiaan 1 Blz. 50 Ontstaan van een rivier gletsjer Perito Moreno Chili (AV) afsmelten van een gletsjer

14.1 Ontstaan van rivieren afvloeien van regenwater Blz. 50 Meridiaan 1 Blz. 50 afvloeien van regenwater Perito Moreno Chili

14.1 Ontstaan van rivieren grondwater aan oppervlakte (= bron) Blz. 50 Meridiaan 1 Blz. 50 grondwater aan oppervlakte (= bron) Perito Moreno Chili

14.1 Ontstaan van rivieren Hoe ontstaat regen? Meridiaan 1 Blz. 50 14.1 14.2 Kringloop van het water Hoe ontstaat regen? Verdamping water  waterdamp  wolken  landinwaarts (wind)  condensatie (afkoeling) regen Hoe wordt een grondwaterlaag gevormd? Doorsijpelend water blijft op een ondoordringbare bodemlaag staan.

14.1 Ontstaan van rivieren Bron Hoe ontstaat een bron? Meridiaan 1 Blz. 50 Hoe ontstaat een bron? 14.2 Kringloop van het water Grondwater dat aan de oppervlakte komt. Bron

14.1 Ontstaan van rivieren Rivier ontstaat als een beekje aan de bron Meridiaan 1 Blz. 50 Rivier ontstaat als een beekje aan de bron Beek Beken voegen zich samen en vormen een rivier Rivieren stromen van de bron naar de monding

14.1 Ontstaan van rivieren = bovenloop = middenloop = benedenloop Meridiaan 1 Blz. 50 Van bron tot monding = 3 delen Vanaf de bron: rivier is smal en stroomt snel = bovenloop Rivier wordt breder en stroomt niet meer zo vlug Bron Schelde monding Schelde Rivier zeer breed en stroomt traag richting monding = middenloop = benedenloop

= alle waterlopen waarvan het water naar één rivier stroomt 14.1 Ontstaan van rivieren Meridiaan 1 Blz. 50 Rivier Rivierstelsel Bijrivieren = alle waterlopen waarvan het water naar één rivier stroomt

14.1 Ontstaan van rivieren 1 linkeroever Riviermonding? 2 rechteroever Meridiaan 1 Blz. 51 1 linkeroever 2 rechteroever 3 monding Riviermonding? = stroomopwaarts / stroomafwaarts richting bron 2 3 Schelde richting monding 1 = stroomopwaarts / stroomafwaarts

Stroombekken Stroomgebied Meridiaan 1 Blz. 51 Hoofdrivier / stroom Rivierstelsels Stroombekken Stroomgebied = gebied dat door rivierstelsels via een hoofdrivier of stroom ontwatert

14.2 Stroombekkens Meridiaan 1 Blz. 51 Scheldebekken

14.2 Stroombekkens Drie belangrijkste? Twee kleinere? IJzerbekken Meridiaan 1 Blz. 51 Drie belangrijkste? Twee kleinere? IJzerbekken Scheldebekken Maasbekken Rijnbekken Seinebekken = waterscheidingslijn

Scheldebekken IJzerbekken Maasbekken Seinebekken Rijnbekken Meridiaan 1 Blz. 51

OPDRACHT 14.1 Stroombekkens 1 = IJzer 2 = Ieperlee 1 2 Blz. 51 Meridiaan 1 Blz. 51 Stroombekkens IJzerbekken Scheldebekken Maasbekken Seinebekken Rijnbekken 1 2 1 = IJzer 2 = Ieperlee

OPDRACHT 14.1 Stroombekkens 3 = Schelde 4 = Leie 5 = Dender 6 = Zenne Meridiaan 1 Blz. 51 OPDRACHT 14.1 Stroombekkens IJzerbekken Scheldebekken Maasbekken Seinebekken Rijnbekken 1 2 4 3 5 6 7 8 9 10 11 12 13 3 = Schelde 4 = Leie 5 = Dender 6 = Zenne 7 = Dijle 8 = Grote Gete 9 = Demer 10 = Grote Nete 11 = Kleine Nete 12 = Rupel 13 = Durme

OPDRACHT 14.1 Stroombekkens 14 = Samber 15 = Maas 16 = Semois Meridiaan 1 Blz. 51 OPDRACHT 14.1 Stroombekkens 14 = Samber 15 = Maas 16 = Semois 17 = Viroin 18 = Lesse 19 = Bocq 20 = Mehaigne 21 = Hoyoux 22 = Ourthe 23 = Amblève 24 = Vesder 25 = Jeker IJzerbekken Scheldebekken Maasbekken Seinebekken Rijnbekken 1 2 4 3 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 13 12 10 1 9 7 5 6 8 25 24 4 20 21 23 3 19 14 22 18 17 15 16

14.2 Stroombekkens Stroombekken A Waterscheidingslijn Meridiaan 1 Blz. 51 Stroombekken A Stroombekken B Waterscheidingslijn = grens tussen twee stroombekkens

ligt op de waterscheidingslijn tussen Maas- en Scheldebekken 14.2 Stroombekkens Meridiaan 1 Blz. 51 Hoogstgelegen reliëf Laagstgelegen reliëf Waterscheidingslijn Waterschei? ligt op de waterscheidingslijn tussen Maas- en Scheldebekken

Rivieren stromen van hogere naar lagere hoogtezone 14.3 Verval van een rivier Meridiaan 1 Blz. 52 Rivieren stromen van hogere naar lagere hoogtezone Perito Moreno Chili

14.3 Verval van een rivier Totale verval van een rivier? Bron Meridiaan 1 Blz. 52 Totale verval van een rivier? Bron Monding = totaal hoogteverschil tussen bron - monding Perito Moreno Chili Kilometrisch verval = hoogteverschil per km

Kleine hoogteverschillen 14.3 Verval van een rivier Meridiaan 1 Blz. 52 Kleine hoogteverschillen Traagstromend Klein verval Perito Moreno Chili 14.6 Vlakterivier

Grote hoogteverschillen 14.3 Verval van een rivier Meridiaan 1 Blz. 52 Grote hoogteverschillen Snelstromend Groot verval Perito Moreno Chili 14.7 Bergrivier

Waar stroomt het water het snelst? 14.3 Verval van een rivier Meridiaan 1 Blz. 52 Waar stroomt het water het snelst? In de bergrivier 14.6 Vlakterivier 14.7 Bergrivier Perito Moreno Chili Verklaring? Het verval is groter

14.3 Verval van een rivier Verband verval, stroomsnelheid en reliëf? Meridiaan 1 Blz. 52 Verband verval, stroomsnelheid en reliëf? Zwak reliëf  Sterk reliëf  klein verval  groot verval  traagstromend snelstromend 14.6 Vlakterivier 14.7 Bergrivier Perito Moreno Chili Berekenen kilometrisch verval: kilometrisch verval = Hoogteverschil bron-monding (m) Lengte van rivier (km)

14.3 Verval van een rivier Bron Kilometrisch verval Schelde Monding Meridiaan 1 Blz. 52 Bron Kilometrisch verval Schelde 95 m 95 m 350 km = 0,27 m/km Hoogteverschil 350 km 95 m Perito Moreno Chili 0 m Monding

14.3 Verval van een rivier Bron Kilometrisch verval Maas Monding 409 m Meridiaan 1 Blz. 52 Bron Kilometrisch verval Maas 409 m 409 m 925 km = 0,44 m/km Hoogteverschil 925 km 409 m Perito Moreno Chili 0 m Monding

14.3 Verval van een rivier Kilometrisch verval Maas Meridiaan 1 Blz. 52 Kilometrisch verval Maas 409 m 925 km = 0,44 m/km Kilometrisch verval Schelde 95 m 350 km = 0,27 m/km Welke rivier heeft de grootste stroomsnelheid? Perito Moreno Chili De Maas heeft de grootste stroomsnelheid.

14.4 Debiet van een rivier Meridiaan 1 Blz. 52 = hoeveelheid water die op één seconde op een bepaalde plaats voorbijstroomt Debiet = 420 m2 x 0,9 m/s = 378 m3/s op één seconde: = 0,9 m/s Perito Moreno Chili 14.8 Debiet bepalen 80 m + 60 m 2 oppervlakte= X 6 m = 420 m2

14.4 Debiet van een rivier Verklaring verschil debiet: Meridiaan 1 Blz. 53 Verklaring verschil debiet: Maas groter stroombekken, meer neerslag, minder verdamping 14.9 Scheldebekken 14.10 Maasbekken Opp.= 21 863 km2 Opp. = 35 000 km2 Debiet = 104 m3/s Debiet = 230 m3/s Het debiet wordt groter als: - oppervlakte stroombekken groter / kleiner is - hoeveelheid neerslag groter / kleiner - verdamping groter / kleiner

= debietschommelingen tijdens het jaar 14.5 Regime van een rivier Meridiaan 1 Blz. 53 = debietschommelingen tijdens het jaar Grootste debietschommelingen: Maas 14.11 Regime Verklaar: Schelde Maas Sterk regime Zwak regime - Minder verdam-ping in de winter - Bevroren grond in de winter: meer afvloeiing grote debietschommelingen kleine debietschommelingen

14.6 Werking van stromend water Meridiaan 1 Blz. 53 Hoe ontstaan de regengeultjes? Door afstromend regenwater. Uitschuren uitschurende werking transporteren puin + Transport puin = erosie Hoe hoger de stroomsnelheid hoe kleiner / groter de erosie 14.12 Regengeultjes

14.6 Werking van stromend water Meridiaan 1 Blz. 53 Transport van puin naar de voet van de helling Stroomsnelheid trager / vlugger / even snel Als stroomsnelheid vertraagt 14.12 Regengeultjes puin wordt afgezet

14.6 Werking van stromend water Meridiaan 1 Blz. 54 verval = stroomsnelheid = groot groot Uitschuren Transporteren verval = stroomsnelheid = groot groot Afzetten verval = stroomsnelheid = klein klein

14.6 Werking van stromend water Meridiaan 1 Blz. 54 verdiepend Erosie werkt ... Verticale erosie verbredend Uitzicht reliëf verandert Horizontale erosie dalvormen

Rivieren stromen in een vallei of dal 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 54 Rivieren stromen in een vallei of dal Vul in: dalbodem, dalflank, dal, bedding, rivier 14.17 Delen vallei 14.18 Amblèvevallei rivier dalflank vallei of dal dalbodem bedding dal We onderscheiden verschillende dalvormen

Rivieren stromen in een vallei of dal 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 54 Rivieren stromen in een vallei of dal Dal Dalflank Dalbodem Perito Moreno Chili Bedding

Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 55 Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal Vlakte 14.19 Vlakdal

Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 55 Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal Middelgebergte Hooggebergte 14.20 V- dal

Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 55 Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal Plateau 14.21 Vlakbodemdal

Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 55 Kies uit: vlakdal, V-dal, vlakbodemdal, kloofdal Plateau Gebergte Perito Moreno Chili Middelgebergte Hooggebergte 14.22 Kloofdal

Sneeuwveld in hooggebergte dat als een ijsstroom naar beneden glijdt 14.7 Dalvormen Meridiaan 1 Blz. 55 U- dal Wordt uitgeschuurd door gletsjer = Perito Moreno Chili Sneeuwveld in hooggebergte dat als een ijsstroom naar beneden glijdt

14.7 Dalvormen Valleivormen, reliëfvormen, werking van water Meridiaan 1 Blz. 55 Valleivormen, reliëfvormen, werking van water Valleivorm Reliëfvorm Werking water Vlakdal Vlakbodemdal V-dal Kloofdal Vlakte Afzetting Afzetting Horizontale erosie Plateau MiddelgebergteHooggebergte Verticale erosie MiddelgebergteHooggebergte Verticale erosie

14.8 Rivieren vertonen kronkels Meridiaan 1 Blz. 56 14.25 Ingesneden meander 14.27 = meander Perito Moreno Chili Vlaktemeander

14.8 Rivieren vertonen kronkels Meridiaan 1 Blz. 56 1 6 3 2 6 2 5 3 1 4 5 4 Perito Moreno Chili 14.28 Meander Profiel meander A - B 1 = holle oever 2 = bolle oever 3 = verticale erosie 4 = horizontale erosie 5 = afzetting 6 = stroomdraad

14.8 Rivieren vertonen kronkels Meridiaan 1 Blz. 56 Bij voortschrijdende horizontale erosie: De holle oevers raken elkaar. Perito Moreno Chili Profiel meander A - B

14.8 Rivieren vertonen kronkels Voortschrijdende horizontale erosie Meridiaan 1 Blz. 56 door natuur meanderdoorbraak Voortschrijdende horizontale erosie

14.8 Rivieren vertonen kronkels Voortschrijdende horizontale erosie Meridiaan 1 Blz. 56 door mens meanderdoorsteek Coo 14.26 Waterval Coo Voortschrijdende horizontale erosie

14.8 Rivieren vertonen kronkels Meridiaan 1 Blz. 56 Bovenloop 14.29 verval debiet werking water dalvorm reliëfvorm groot / klein erosie / afzetting ………………………..……………………… V- dal gebergte

14.8 Rivieren vertonen kronkels Meridiaan 1 Blz. 56 Middenloop 14.30 verval debiet werking water dalvorm reliëfvorm groot / klein erosie / afzetting ………………………..……………………… vlakbodem- vlakdal plateau vlakte

14.8 Rivieren vertonen kronkels Meridiaan 1 Blz. 56 Benedenloop 14.31 verval debiet werking water dalvorm reliëfvorm groot / klein erosie / afzetting ………………………..……………………… vlakdal vlakte

Reliëf en rivieren: dalvormen 14 1. Kringloop van het water 2. Waterlopen ontstaan door: - afvloeien van regen- smeltwater - grondwater aan oppervlakte = bron 3. Rivierstelsel: alle waterlopen waarvan het water naar één rivier stroomt. 4. Stroombekken: gebied door rivierstelsel ontwaterd. 5. Drie stroombekkens in België: Schelde-, Maas- en IJzerbekken (enkele rivieren bij Rijn- en Seinebekken. 6. Waterscheidingslijn: grens tussen 2 stroombekkens.

7. Delen van een dal: dalbodem, dalflank, bedding, dal. 8. Verval: hoogteverschil tussen bron en monding. Kilometrisch verval: hoogteverschil per km. 9. Debiet: aantal m3 water dat per seconde op een bepaalde plaats voorbijstroomt. Regime: jaarlijks verloop van het debiet. 10. Afstromend water heeft een drievoudige werking: - uitschuren - transporteren - afzetten van puin Erosie = uitschuren en transporteren. 11. Dalvormen: -riviererosie: kloofdal, V-dal, vlakbodemdal, vlakdal. -gletsjer: U-dal.

1 Ontstaan waterlopen verklaren. 2 Stroombekkens afbakenen door waterscheidings- lijnen te tekenen op de kaart. 3 Delen van een dal herkennen en benoemen op foto. 4 Belangrijke kenmerken van waterlopen verwoorden: linker- en rechteroever, meander, bron, monding, stroomop- stroomafwaarts, boven-, midden- en benedenloop. 5 Erosie en afzetting in het landschap en op foto herkennen en benoemen. 6 Delen van een dal en dalvormen herkennen en benoemen.

Rivierstelsel stroombekken linkeroever rechteroever bron monding stroomopwaarts stroomafwaarts dalbodem dal dalflank bedding verval debiet regime meander erosie afzetting waterscheidingslijn