Les 6 – De Bevolking.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 2 - Investituurstrijd.
Advertisements

Feodalisme en het hofstelsel
Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Samenleving en cultuur
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 1: De Kruistochten.
Middeleeuwen van 500 CA CA. Lukas en Julien.
Tijdvak: Steden en Staten
Zingeving van het bestaan
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
Hoe staatvorming begon in Frankrijk
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze
Vrij en onvrij Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
4.1 De Pruikentijd.
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Paragraaf 4.2 Vorige les: de opkomst van steden
De kerk in de Middeleeuwen
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Les 5 - Groei van de Steden
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Les 7 – Opkomst van de nationale staten
Artikel: Vrije steden, repressieve staten
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 6: De Romeinen en hun bestuur.
Strijd tussen De Kerk en De Staat Les 8 - Investituurstrijd
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 1 - Groei van de Steden.
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 13 - Investituurstrijd.
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 15 - Groei van de Steden.
Algemeen: Hoe staatvorming begon
Kenmerk 13 De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving Les 1 - De Hanze.
Kenmerk a Opkomst van de stedelijke burgerij en b de toenemende zelfstandigheid van steden Les 2: Verschillen stad en platteland.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
Karel en grote problemen
Kenmerk 17 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 28 - Frederik II von Hohenstaufen.
Hoofdstuk 2.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Aantekeningen en afbeeldingen.
Hoofdstuk 4: Industriële revolutie.
De burgemeester van Delft en zijn dochter
Vroege middeleeuwen tot 1000 Late middeleeuwen tot 1500
Republiek versus Frankrijk
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 1 - Verzet en.
Steden monniken, ridders, steden & staten
Hoofdstuk 3.
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 2: De Kruistochten.
Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
Wat moet je weten aan het einde van de les?
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
3 Industrialisatie en Ismen
Een Christelijke samenleving
Les 16: De farao staat aan de top van de samenleving
Wat is een Hanze?.
DE IJVERIGE GROEP Mohamed, Mohamed, Haydar, Rashmita en Nisrine.
Leven in een middeleeuwse stad
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
K.A. 3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
DE GOUDEN EEUW Grote Reis Thema 2: Kolonialisme.
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
De vroege middeleeuwen
Het ontstaan van steden
Steden en kruistochten
Par 3: Oorzaken van de Franse Revolutie
Kenmerk 14 a Opkomst van de stedelijke burgerij en b De toenemende zelfstandigheid van steden Les 30 - Groei van de Steden.
Transcript van de presentatie:

Les 6 – De Bevolking

Agrarisch-stedelijke samenleving en een standensamenleving 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Agrarisch-stedelijke samenleving en een standensamenleving Agrarisch-stedelijke samenleving Dus de samenleving is agrarisch én er zijn steden Wat zijn dan de middelen van bestaan? Iedereen behoort tot een stand (zie dia) Afhankelijk van geboorte Je wordt in een stand geboren Of geroepen tot de stand der geestelijken

Gilden Een gilde is een beroepsvereniging Werk Sociale kant H6: §3: p105-9 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Gilden Een gilde is een beroepsvereniging Werk Gaan concurrentie tegen Bepalen Kwaliteit Prijzen Werktijden Hoe je spullen te verkopen Sociale kant Zorg voor armen, zieken en nabestaanden Verdediging van de stad Beschermheilige; ieder gilde had er een én een aparte plaats in de kerk Lid worden van een gilde Gezel meesterproef

Gilden

Nijverheid en Ambacht Ambacht Nijverheid Kleinschalig Werkplaats 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Nijverheid en Ambacht Ambacht Kleinschalig Werkplaats Kwaliteit voorop Duurdere producten Meestal met handgereedschap Binnen een gilde Nijverheid Kan grootschalig Kan in hallen/molens Kwantiteit belangrijk Goedkopere producten Meestal gebruik met spierkracht aangedreven machines Geen gilde

Standensamenleving God vorst 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Standensamenleving God vorst 1e stand celibaat & geestelijke zorg 2e stand verdediging en bestuur 3e stand boeren voeden de samenleving burgers Poorters rijken, middelgroep [ambachtslieden gewone kooplui] arme burgers) onvrije boeren horigen Hieronder hoort nog een groep die buiten de standen vallen: De bedelaars en zwervers

Huiswerk Opdracht: Bronnen beoordelen (HB, p110)