Tijdbalkopdracht Maak aan de hand van de lesstof en de tijdbalken in je lesboek per tijdvak een tijdbalk (gebruik hiervoor blanco A3 papier) Maak zowel voor de Grieken als de Romeinen een tijdbalk (dus 8 tijdbalken in totaal) Je krijgt in de les tijd om aan je tijdbalk te werken. Daarnaast werk je er thuis aan.
Tijdbalkopdracht Wat komt er in de tijdbalk te staan: 1. Ontwikkelingen, bijv. het ontstaan van de steden. Toestanden of instellingen die veranderen noemen we ontwikkelingen. Ontwikkelingen beslaan een langere periode.
Tijdbalkopdracht Wat komt er in de tijdbalk te staan: 2.Verschijnselen, bijv. slavernij Toestanden of instellingen die gedurende langere tijd (min of meer) onveranderd blijven, noemen we verschijnselen.
Tijdbalkopdracht Wat komt er in de tijdbalk te staan: 3.Gebeurtenissen Wanneer er veel gebeurt in een bepaalde periode kan je de tijdbalk uitvergroten, gebeurt er weinig dan kan je deze inkorten
Extra opdracht; Verwerk de onderstaande ontwikkelingen in de tijdbalk van Jagers en Boeren; 1. De opkomst van de eerste landbouwsamenlevingen 2. De opkomst van de eerste stedelijke samenlevingen
Voorbeeld voor het verwerken van de 2 ontwikkelingen;