Deel 2 Krachten hebben een naam H 7 Krachten Deel 2 Krachten hebben een naam
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 1:30
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 1:20
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 1:10
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 1:00
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 1:00
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:50
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:40
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:30
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:20
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:10
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:05
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:04
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:03
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:02
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:01
1,5 min waar gaat paragraaf 7.2 over 0:00
Krachten herkennen Gevolgen van een kracht zijn: Verandering van snelheid; (vertragen en versnellen) Verandering van vorm; Verandering van richting; Het voorwerp staat stil.
Opdrachten Maak opdracht 6 t/m 8
Krachten Krachten kan je niet zien Er zijn altijd twee voorwerpen voor nodig. Een kracht is geen eigenschap van een stof.
Soorten krachten Zwaartekracht Fz of Fg veerkracht Fv Spankracht Fspan Spierkracht FSpier Elektrische kracht Fel Magnetische kracht Fm Wrijvingskracht Fw Remkracht Frem Motorkracht Fmotor windkracht Fwind VanderWaalskracht
Moleculen Krachten tussen moleculen onderling noemen we: van der Waals krachten.
Opdrachten Maak opdracht 9 t/m 19
Zwaartekacht Fz Elk hemellichaam trekt aan een voorwerp. De mate hangt af van de grootte van het hemel lichaam. Aantrekkingskracht van de aarde is 9,82 N/kg g = 9,82 N/kg De aantrekkingskracht op de maan is 1,64 N/kg g = 1,64 N/kg
Zwaartekracht De zwaartekracht = de massa x aantrekkingskracht. Fz = m x g ( g = 9,82 N / kg op aarde ; g =1,64 op maan)
Voorbeeld Een voorwerp een massa van 10 kg De aantrekkingkracht van de aarde is 9,82 N/kg Bereken de zwaartekracht. m = 10 kg g = 9,82 N/kg (tabel 1 binas) Fz = m • g Fz = 10 kg • 9,82 N/kg Fz = 98,2 N
Gewicht Een voorwerp heeft gewicht als het één hang of steunpunt heeft. Het gewicht is dan gelijk aan de zwaartekracht. Fz = Fg = m x g ( g = 9,82 N / kg op aarde ; g =1,64 op maan) Als een voorwerp valt is het gewichtloos dus Fg = 0 N
Normaalkracht Normaalkracht Fn Staat loodrecht op het vlak, waarop het voorwerp rust.
Evenwicht Fn Fz = m x g g = 9,82 N / kg Fg Als een voorwerp een hang of steunpunt heeft dan: Fz = Fg Als een voorwerp valt Fg = 0N