Max en de toverstenen. Door de groep Stampertje.
Midden in de zee lag een rotseiland. Al duizenden jaren had het eiland alle stormen en golven Die tegen de klippen sloegen doorstaan. Hier woonden Max en de andere rotsmuizen. Het bergachtige eiland betekende alles voor hen. Het was hun thuis en ze vonden er eten en bescherming.
Als het zomer was, waren Max en zijn vrienden de hele dag bezig met eten zoeken. En als ze even geen honger hadden, speelden ze wie het verst met stenen kon gooien. ‘s avonds lagen ze op de rotsen, die nog warm waren van de zon, en keken ze naar de sterren. Als het warm genoeg was, sliepen ze zelfs buiten. Ze vertelden elkaar verhalen en genoten van de mooie zomeravonden.
In de herfst kwamen de eerste zware stormen. De winter was in aantocht In de herfst kwamen de eerste zware stormen. De winter was in aantocht. De muizen moesten vaak dagenlang binnenblijven in hun vochtige en donkere holen. Anders zou de wind hen van de rotsen blazen. Bibberend kropen ze tegen elkaar aan en ze droomden van licht en warmte.
Eindelijk was de storm voorbij Eindelijk was de storm voorbij. Max kroop uit zijn hol tevoorschijn om eten te gaan zoeken. Zoals altijd stak hij zijn nieuwsgierige neus in elk hoekje en gaatje. Plotseling ontdekte hij in een donkere rotsspleet een flonkerende steen. Met een lange stok peuterde hij zijn bijzondere vondst voorzichtig uit de spleet en bracht deze snel naar zijn hol.
Hoe donkerder het werd, hoe stralender de toversteen flonkerde Hoe donkerder het werd, hoe stralender de toversteen flonkerde. En de steen gaf niet alleen licht, maar ook veel warmte. Max nestelde zich behaaglijk in een hoekje van zijn hol. Diezelfde avond nog verzamelden alle rotsmuizen zich bij Max’ hol, gelokt door de flonkerende steen.
De rotsmuizen bestormden Max met vragen De rotsmuizen bestormden Max met vragen. Het liefst waren ze allemaal meteen op zoek gegaan om ook zo’n toversteen te vinden. Maar toen nam de oude Balthazar het woord: “Eén ding mogen jullie niet vergeten: de flonkerende stenen zijn van het eiland. Als wij iets van het eiland nemen, moeten we ook iets teruggeven.”
Balthazar had gelijk, dacht Max. Maar wat kon hij het eiland teruggeven? Hij dacht diep na. Toen sprong hij op en riep: “Ik weet het! Ik heb een mooie steen van het eiland genomen, dus zal ik ook een mooie steen teruggeven.” Hij ging op weg om een stukje rots te zoeken dat ongeveer even groot was als de flonkerende steen.
Toen hij een mooie steen had gevonden, pakte hij een rotssplinter en begon ermee in de steen te beitelen. De andere rotsmuizen kwamen nieuwsgierig om hem heen staan. Max werkte zich in het zweet, totdat hij een prachtige zon in de steen had gebeiteld. Zijn vrienden vonden de steen erg mooi. Toen nam Max de muizen mee naar de rotsspleet waar hij de flonkerende steen had gevonden. Hij legde zijn versierde steen ervoor in de plaats.
Nu begonnen ook de andere rotsmuizen te graven Nu begonnen ook de andere rotsmuizen te graven. Vlak naast de rotsspleet vonden ze een gang, die de berg invoerde. Hoe dieper de muizen de berg binnendrongen, hoe meer flonkerende stenen ze vonden. Ieder zocht voor zichzelf een mooie steen uit. En ieder onthield de plek waar hij de steen gevonden had, zodat hij later een versierde steen op dezelfde plek kon terugleggen.
De rotsmuizen droegen hun flonkerende schatten voorzichtig naar huis De rotsmuizen droegen hun flonkerende schatten voorzichtig naar huis. Toen gingen ze op zoek naar een mooie steen en begonnen vlijtig te knutselen. Zo ontstonden de prachtigste kunstwerken. Er werd gekrast, getekend, omwikkeld en versierd. Met bloemen, bladeren, planten en wortels en alles wat er verder nog te vinden was op het eiland. En toen ze klaar waren, gingen de rotsmuizen met hun versierde stenen de berg weer in.
’s Avonds gingen ze terug naar hun arme, gezellige huizen ’s Avonds gingen ze terug naar hun arme, gezellige huizen. De rotsmuizen voelden zich gelukkig. Het maakte hen niet meer uit of het stormde of regende. Vaak kwamen ze in een van de hole bij elkaar en vertelden elkaar verhalen, net als in de zomer. De winter leek niet meer zo triest en donker en het was net of de lange koude avonden veel korter waren.
Sindsdien hebben de rotsmuizen elke winter een groot feest Sindsdien hebben de rotsmuizen elke winter een groot feest. Ze komen bij elkaar in Balthazars hol en versieren speciaal uitgezochte stenen. Daarna lopen ze met hun toverstenen in optocht over het hele eiland. Uit dankbaarheid en blijdschap dat ze hier mogen wonen.