Elektrochemische cel.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inleiding in de RedOx chemie
Advertisements

Bio-esthetiek vaktechnologie Mevr. Thyssen. 6de jaar 1ste trim.
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Bouw van atomen & ionen Klas 4.
Lading Lading is een grootheid met symbool Q. De eenheid is de coulomb met symbool C.
Zoutreacties.
Klas 4. Oplosbaarheid Tabel 45 g = goed oplosbaar. m = matig oplosbaar s = slecht oplosbaar Oplosbaar  splitst in ionen Niet oplosbaar  blijft een vaste.
Zouten.
Hoge spanning Lage spanning
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Herhaling hoofdstuk 5 Ioniserende straling.
REDOX Wat is redox ? Redox-chemie zijn processen waarbij overdracht van elektronen plaats vindt ! Voorbeelden: Accu’s, batterijen, brandstofcellen, etc.
7 Reacties met elektronenoverdracht
Hoofdstuk 4 Zouten.
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
H4 Zouten.
Elektrolyse.
Redoxreactie’s Halogenen en Metalen
Examentraining Havo 5.
Electrochemische analysemethodes
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Potentiaal-verschillen en Elektrochemische cellen
Halfgeleider.
Practica elektriciteit
zuren en basen reductoren en oxidatoren zuur staat H+ af
Elektriciteit 1 Basisteksten
Wet van Ohm George Simon Ohm We gaan de wet van Ohm bespreken.
Overzichtsles hoofdstuk 14
Hoofdstuk 8 Elektrische energie
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
Ongewenste ionen verwijderen
Oplossen en indampen van zouten
REDOX Wat is redox (ook alweer)?
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Inzichtvragen elektriciteit.
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
N4H_05 voorkennis.
11 Redoxreacties.
Energie De lading van een atoom.
Stappenplan neerslagreacties
Oplosvergelijkingen maken
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 3
Halfgeleiders - Opbouw diode - Werking diode
De elektrische stroomkring
N4H_05 voorkennis.
Zoutformules zo doe je dat Verhoudingsformule opstellen voorbeeld
2. Reacties met overdracht van elektronen
Ruud van Iterson1REDOX Wat is redox ? Tegelijkertijd reductie oxidatie reactie Met overdracht van elektronen ; het oxidatiegetal verandert. Oxideren van.
Duid aan of de onderstaande deeltjes als reductor (RED), als oxidator (OX) of als beide kunnen optreden (RED + Ox) Fe3 Fe2 H2O2 H2S Cl MnO2(vast) NO2
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
§13.2 Het foto-elektrisch effect
Overgangsmetalen – deel 1 §
Ion aantonen Welk zout zit in het potje
Loodaccu 2 loodplaatjes in een zwavelzuuroplossing Aanwezige deeltjes
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
De elektrische stroomkring
§4.1 LEERDOELEN Uitleggen van de begrippen: stroomkring, stroommeter/-sterkte, geleiders, spanningsbron, spanningsmeter, weerstand, wet van Ohm, elektrisch.
De verdringingsreeks van de metalen(2de graad)
Hoofdstuk 9 Energieproductie
H 8.5 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH :22
Zouten 6.3.
Elektrische velden vwo: hoofdstuk 12 (deel 3).
Redoxreacties Zo doe je dat Stap 1 Al, Zn2+ , Cl─ en H2O
Oplosvergelijkingen maken. De oplosvergelijking van het oplossen van natriumfosfaat Begin met het opschrijven van de verhoudingsformule van het zout Na.
REDOX Toepassingen Wat is redox ?
Zouten Combinatie metaal + niet metaal Ionen Bv Natriumchloride
Redoxreacties Zo doe je dat Stap 1 Al, Zn2+ , Cl─ en H2O
Naturalis 5.
Transcript van de presentatie:

Elektrochemische cel

Elektronenoverdracht Bij een redoxreactie vindt elektronenoverdracht plaats tussen de reductor en de oxidator Verplaatsing van elektronen = energie Ruimtes waarin de elektronen geproduceerd worden en opgenomen worden scheiden  elektronen door een draadje  opwekking van stroom

Batterij Elektrochemische cel bestaat uit: Twee elektroden, elk in een eigen ruimte (halfcellen), met daarin een oplossing met vrije ionen (elektrolyt) Aan de minpool reageert de reductor (produceert e-) Aan de pluspool reageert de oxidator (neemt e- op) Elektroden gaan door de stroomdraad van de minpool naar de pluspool Een zoutbrug maakt de stroomkring gesloten

De elektrochemische cel In de ene halfcel reageert een reductor, waarbij zijn geconjugeerde ox en een elektron ontstaan Het vrijgekomen elektron wordt opgenomen door de elektrode, die dus negatief geladen wordt De elektronen gaan door de draad van halfcel 1 naar halfcel 2

De elektrochemische cel 2 In halfcel 2 worden de elektronen afgegeven aan de vloeistof. In de tweede halfcel reageert de oxidator met het elektron uit halfcel 1 tot zijn geconjugeerde reductor. De stroomkring wordt gesloten met een zoutbrug. Hierin zitten kleine positieve en negatieve ionen, die de stroomkring sluiten en het ladingsverschil compenseren. http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl013/Elekcel.html

Voorbeeldje Zinkstaaf in Zinksulfaat en een Koperstaaf in Koper(II)sulfaat Welke staaf is de minpool, en welke staaf is de pluspool? Bepaal de sterkste reductor en de sterkste oxidator Zn = sterkste reductor Zn (s)  Zn2+ (aq) + 2e- Cu2+ = sterkste oxidator Cu2+ (aq) + 2e-  Cu (s) De - pool is negatief geladen, er ontstaan elektronen, dus Zn staaf is de – pool, Cu staaf is de + pool Reductor Oxidator Zn Zn2+ Cu Cu2+ H2O

Opgave Men bouwt een proefopstelling door in twee bekerglazen een platina electrode te plaatsen. Beide bekerglazen worden verbonden door een zoutbrug. De electroden worden geleidend verbonden. In de linker halfcel wordt een Fe2+-ionen bevattende oplossing gebracht, in de rechter halfcel een oplossing met Fe3+-ionen. Aan beide halfcellen wordt een klein beetje KSCN-oplossing toegevoegd. Het ijzer(III) kleurt hiermee fel rood, het ijzer(II) ondergaat geen kleurverandering. 26 Teken de hierboven beschreven opstelling. 27 Welke electrode is de min-pool en welke is de pluspool. Uitleggen. 28 Geef de vergelijkingen van de halfreacties die verlopen tijdens stroomlevering. 29 Beredeneer of er een kleurverandering kan worden waargenomen in beide halfcellen als enige tijd stroom is geleverd. Zo ja, welke veranderingen.

Antwoorden 26: 27. IJzer(III) kan alleen oxidator zijn, dus moet ijzer(II) de reductor zijn. De reductor staat elektronen af. Deze staaf zal dus negatief geladen worden. Dus de linker halfcel is de reductor (negatief) en de rechter halfcel is de oxidator (positief). 28 Fe3+ (aq) + e- → Fe2+ (aq) Fe2+ (aq) →Fe3+ (aq) + e- 29 In het linker bekerglas zal ijzer(III) ontstaan. hierdoor zal de oplossing hier steeds roder kleuren. Het rechter bekerglas zal steeds minder ijzer(III) bevatten en zal dus lichter kleuren. Wel zal hier nooit een situatie zijn waarbij er geen ijzer (III) meer is. Het rechter bekerglas blijft dus altijd rood.