Theoretische stadsconcepten en kenmerken Prof.dr.ir. Taeke M. de Jong TUDelft Faculteit Bouwkunde 2 december 2004
Stellingen de Jong 1.Stadsconcepten zijn schaalgeleed: een concept op schaalniveau A kan straffeloos tegengesteld zijn aan dat op schaalniveau B. 2.De Zuidvleugel mist een herkenbare en bruikbare spreiding van groene, onbebouwde ruimten. 3.Een Zuidvleugelconcept dat concurreert met de Noordvleugel verzwakt de Nederlandse positie, complementaire concepten maken extern concurrerende samenwerking op grond van taakverdeling mogelijk.
1 Stadsconcepten zijn schaalgeleed
The designer’s view: states of dispersion(form)
Alternatives of form: states of dispersion on one level of scale
Scale paradox
States of dispersion on different levels of scale
Extentions
Imaging density
The capacity of metropoles
Urban perspective
2 De Zuidvleugel mist groene, onbebouwde ruimten. Theoretische groennorm
Possibilities for nature (H+N+S)
Possibilities for recreation (H+N+S)
Open space
The condition of measure The smaller the open area the less animals could find a habitat. But that is not the case for botanical biodiversity as far as their dispersion is not dependent on big animals.
The Hague01
The Hague02
The Hague03
The Hague04
Dry and wet connections
Dry connections
Wet connections
Randstad
Deltametropolis
Wings
3 Taakverdeling Een Zuidvleugelconcept dat concurreert met de Noordvleugel verzwakt de Nederlandse positie, complementaire concepten maken extern concurrerende samenwerking op grond van taakverdeling mogelijk.
Kenmerken volgens Ummels Noordvleugel: radiaal transport: (mensen: Schiphol, 4e luchthaven van Europa) door de lucht en glasvezel zakelijke diensten, ICT sociaal, cultuur economie (o.a. hoofdkantoren kleding: Adidas Gucci, Mexx) advocatuur alpha en gamma Zuidvleugel: grid transport (goederen; bulk) over water, weg en rail (Betuwelijn) techniek, design, kennis bestuur, recht
Stellingen Meyer 1.Grote oppervlakken met eigen beheer en belang zoals de haven, het Westland en het water breken de Zuidvleugel op. Daardoor kunnen de voordelen van combinaties niet geoogst worden zoals in de meer integrerende planningstraditie van de Noordvleugel. 2.In de geschiedenis van de Zuidvleugel is een breuk zichtbaar tussen een vooroorlogs dynamisch geïntegreerd arrangement en een na-oorlogs statisch gesegmenteerd arrangement. 3.Vergelijkend onderzoek van stedelijke planningtradities, internationale voorbeelden van (haven)stedelijke integratie als grondslag voor ontwerpend onderzoek kunnen perspectieven opleveren voor een derde arrangement.