H1. Europese landbouw in beweging

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Organisatiekunde.
Advertisements

Vergelijking van de landbouw in Oostenrijk en Nederland
Planning Korte terugblik paragraaf 1.3 [5 min]
1 Basis doelstellingen voor een toekomstig Gemeenschappelijke Landbouw Beleid (GLB) Boerenbond – VODO werkgroep Landbouw.
Handel en marketing hoofdstuk 9
3.3 Nigeria in de wereldeconomie
De economische positie van EU-landen Crisis in de EU.
Machtige internationale bedrijven
Vitamine G1 Effecten van een groene omgeving op gezondheid, welzijn en sociale veiligheid J. Maas.
Nederland in de 20ste eeuw
Havo 3 Paragraaf 4.1 t/m 4.3.
Overheid beleid.
Overheidsfinanciën College 3, 20 mei 2008 Robert Inklaar
P2.2 Landbouw en platteland in Europa
§1.2 – Euroboeren in de kou.
1 1 Diagnoseadvies van de sociale partners over O&O en innovatie ‘Naar een meer innovatieve economie’ 18 september 2006.
Aantekening §1 B-nummers.
Ruimte voor Ruimte Noord-Holland LTO NOORD ADVIES EN LTO VASTGOED WERKEN SAMEN AAN EEN NIEUW PRODUCT.
2.6 Ontwikkelingssamenwerking
Productiefactor Arbeid
Internationale handel
Hoofdstuk 3: Beleid van de EU
Internationaal Ondernemen en het MKB: “Ver weg of dichtbij?” Nicolette Tiggeloove EIM Beleidscafé 18 juni 2009.
Mm-dd-yy | 1 › Dirk Strijker › Mansholt leerstoel RuG – Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Veranderende markten en platteland Dag van LTO Noord provincie.
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Boeren op schaal.
§1.5 – De kille wind van de wereldmarkt in Oostenrijk en Zwitserland
Landbouw in Oostenrijk en NL
Indonesië.
Hoe en waarom veranderde het GLB aan het einde van de 20 e eeuw?
Kappen, graven en planten rond de evenaar.
Herhaling 1.De slow food-beweging is een reactie op de globalisering en zij willen meer streekgebonden producten. 2.Bij een boer die ook verdient aan toerisme.
1.2 De grens gaat open Mexico had vroeger een gesloten economie kenmerken: - hoge invoerrechten - quota - importsubstitutie - uitvoer van landbouwproducten.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Uitdagingen voor Boskoop
3 vwo 1 wereld §7 en 8.
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
3 havo 1 wereld §6 en 7.
Toekomstverkenning agrarische sector Landelijk Noord
Landbouw-Economisch Bericht juni 2014 Petra Berkhout.
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Ontwikkelingen in grondgebruik en grondbezit
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Visie op Duurzaamheid  .
Werkboek blz 28 e.v. a-Vul m.b.v. de Bosatlas Statistiek onderstaande tabel in. Op welke bladzijde van de BA vind je de STATISTIEK met informatie over.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
8.3 Hoe is de welvaart verdeeld?
Hoofdstuk 5 Energie in Nederland en Frankrijk.
Belasting die je moet betalen als je een product invoert.
Landbouw-Economisch Bericht 2015
Nakijken lesbrief Opdracht 5: Gebied E (Laagland v. Oost-China)
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
Antwoorden herhalingsopgaven
1 De Nederlandse economie 2008 Michiel Vergeer. 2 Kernindicatoren – Bbp 1e halfjaar 2009: bijna 5 procent krimp – Werkloosheid loopt op richting 5 procent.
PERSONEELSMANAGEMENT 2. 1 Onderdeel : 2. Omgeving PPT : 1
Economische vooruitzichten 2016 Danny Reweghs Directeur Strategie.
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
B IJDRAGE AGRARISCHE SECTOR IDENTITEIT GEMEENTE O IRSCHOT Onderzoek ZLTO – Esther Jansen.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Milieu Silke, Amber, Jules, Geertje. Klimaatverandering. Altijd warmere en koudere periodes geweest Waarom nu dus druk maken? Andere situatie, mensen.
D E INVLOED VAN DE INTERNATIONALE HANDEL OP HET BBP.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Tropische bossen in de circulaire economie
Economische kringloop
Nederland en de rest van de wereld
Nederland en de rest van de wereld
1.10 Globalisering van de landbouw en de EU
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

H1. Europese landbouw in beweging 1.4 – Van bergboer tot tuinder

Agrarisch grondgebruik

Agrarisch grondgebruik

Agrarisch grondgebruik

AGRARISCH GRONDGEBRUIK Nederland Oostenrijk % agrarisch grondgebruik Ongeveer 50% Gebergtes: 80% Lagere delen: 50% Vormen van landbouw Alle vormen van landbouw, maar nauwelijks bosbouw/wijnbouw. In vergelijking met Oostenrijk veel glastuinbouw Alle vormen van landbouw, maar in oosten wijnbouw. Bijna geen glastuinbouw Intensiteit van het bodemgebruik Intensief Minder intensief, opbrengst beneden Europees gemiddelde

AGRARISCH GRONDGEBRUIK Nederland Oostenrijk % agrarisch grondgebruik Ongeveer 50% Gebergtes: 80% Lagere delen: 50% Vormen van landbouw Alle vormen van landbouw, maar nauwelijks bosbouw/wijnbouw. In vergelijking met Oostenrijk veel glastuinbouw Alle vormen van landbouw, maar in oosten wijnbouw. Bijna geen glastuinbouw Intensiteit van het bodemgebruik Intensief Minder intensief, opbrengst beneden Europees gemiddelde

Bedrijfsomvang

Bedrijfsomvang Nederland Oostenrijk Bedrijfs-omvang Kleine of grote landbouwbedrijven, weinig middelgrote Veel kleine (neven-)bedrijven, weinig middelgrote en grote.

Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten

Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten

Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten

Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten

Lage inkomsten en Europese steun Nederland Oostenrijk Economische sterkte van de landbouw Sterke internationale concurrentiepositie Grote afhankelijkheid van subsidies, vooral bergboeren Invloed van winkelketens Groot; consumenten willen niet veel betalen voor producten Groot

Landbouw en milieu Nederland Oostenrijk Landbouw en milieu Relatief minder, maar wel toenemende milieu-aandacht Veel aandacht voor milieu- en diervriendelijk produceren Toekomst Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw) - Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw)

Landbouw en milieu Nederland Oostenrijk Landbouw en milieu Relatief minder, maar wel toenemende milieu-aandacht Veel aandacht voor milieu- en diervriendelijk produceren Toekomst Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw) - Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw)

Landbouw en milieu Nederland Oostenrijk Landbouw en milieu Relatief minder, maar wel toenemende milieu-aandacht Veel aandacht voor milieu- en diervriendelijk produceren Toekomst Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw) - Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw)