H1. Europese landbouw in beweging 1.4 – Van bergboer tot tuinder
Agrarisch grondgebruik
Agrarisch grondgebruik
Agrarisch grondgebruik
AGRARISCH GRONDGEBRUIK Nederland Oostenrijk % agrarisch grondgebruik Ongeveer 50% Gebergtes: 80% Lagere delen: 50% Vormen van landbouw Alle vormen van landbouw, maar nauwelijks bosbouw/wijnbouw. In vergelijking met Oostenrijk veel glastuinbouw Alle vormen van landbouw, maar in oosten wijnbouw. Bijna geen glastuinbouw Intensiteit van het bodemgebruik Intensief Minder intensief, opbrengst beneden Europees gemiddelde
AGRARISCH GRONDGEBRUIK Nederland Oostenrijk % agrarisch grondgebruik Ongeveer 50% Gebergtes: 80% Lagere delen: 50% Vormen van landbouw Alle vormen van landbouw, maar nauwelijks bosbouw/wijnbouw. In vergelijking met Oostenrijk veel glastuinbouw Alle vormen van landbouw, maar in oosten wijnbouw. Bijna geen glastuinbouw Intensiteit van het bodemgebruik Intensief Minder intensief, opbrengst beneden Europees gemiddelde
Bedrijfsomvang
Bedrijfsomvang Nederland Oostenrijk Bedrijfs-omvang Kleine of grote landbouwbedrijven, weinig middelgrote Veel kleine (neven-)bedrijven, weinig middelgrote en grote.
Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten
Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten
Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten
Economische betekenis Nederland Oostenrijk Economische betekenis Direct: bijdrage aan BBP: 2% Indirect: groot, veel met landbouw verbonden bedrijven, 10% Bijdrage aan BBP: 2% Indirect: ook vrij klein Buitenlandse handel Veel export landbouwproducten Klein, maar groeiend belang v/d export van landbouwproducten
Lage inkomsten en Europese steun Nederland Oostenrijk Economische sterkte van de landbouw Sterke internationale concurrentiepositie Grote afhankelijkheid van subsidies, vooral bergboeren Invloed van winkelketens Groot; consumenten willen niet veel betalen voor producten Groot
Landbouw en milieu Nederland Oostenrijk Landbouw en milieu Relatief minder, maar wel toenemende milieu-aandacht Veel aandacht voor milieu- en diervriendelijk produceren Toekomst Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw) - Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw)
Landbouw en milieu Nederland Oostenrijk Landbouw en milieu Relatief minder, maar wel toenemende milieu-aandacht Veel aandacht voor milieu- en diervriendelijk produceren Toekomst Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw) - Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw)
Landbouw en milieu Nederland Oostenrijk Landbouw en milieu Relatief minder, maar wel toenemende milieu-aandacht Veel aandacht voor milieu- en diervriendelijk produceren Toekomst Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw) - Belangstelling ‘greenports’ (glastuinbouw)