5 Plantaardige en dierlijke cellen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H2 Cellen in Werking De bouw van cellen
Advertisements

Stofwisseling in planten
Thema 4 Planten basisstof 1 Geslachtelijke voortplanting
de cel als bouwsteen van levende wezens
Thema 2 Planten.
Marjolein Willemse Postvakje in oost Dinsdag, woensdag en donderdag.
ENDOPLASMATISCH RETICULUM p. 20.
de submicroscopische bouw van een cel
De wondere wereld van de cel
Celorganellen.
Wortel – stengel – bladeren - bloemen
Examentraining Biologie
Membranen en transport van moleculen
Osmose bij planten Turgor en plasmolyse.
Producenten doen aan fotosynthese
Classificeren van planten
Producenten doen aan fotosynthese
De wondere wereld van de cel
Eerste eigenschap van de microscoop:
Thema 1. Inleiding in de biologie.
STOFUITWISSELING TUSSEN CELLEN EN HUN OMGEVING
Glucose als grondstof. Glucose ontstaat d.m.v. fotosynthese
Wortels, stengels en bladeren
Stevigheid en bescherming.
Cellen Een organisme bestaat uit orgaanstelsels die bestaan uit organen die bestaan uit weefsels die bestaan uit cellen.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Eerste eigenschap van de microscoop:
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Les: 1 Organen en Weefsels
Bouwstenen van het leven
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
B. Stof 7 Membranen en het transport van stoffen
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
Waaruit bestaat een plantencel
Hoofdstuk 2 De cel.
Thema 3 Organen en cellen
Osmose, turgor en plasmolyse bij planten
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Menselijke cel De cel is de kleinste functionele bouweenheid van het menselijk lichaam.
Verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen
Celorganellen Een celorganel is een klein celonderdeel met een specifieke taak of taken Er zijn veel verschillende soorten organellen. Voor dit jaar moet.
BIOLOGIE Thema 3 in beeld.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Practicum cellen bekijken
Organen en cellen Thema 1.
Thema 1 Cellen en Organen
Thema 1 Cellen en Organen
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Celkern Kernplasma. Kernmembraan met kernporiën.
Dierlijke cel 1=lysosoom; 2=celmembraan; 3=mitochondrium; 4=endoplasmatisc reticulum (ER); 5=cytoplasma; 6=kernmembraan; 7=kernporie; 8=kern; 9=kernlichaampje;
Eerste eigenschap van de microscoop:
Cellen zijn zo klein dat je ze alleen met de microscoop kunt zien
Herhalingspowerpoint bs 2 t/m 4
Voorbereiding op de biologie toets
“Knuffels” kleuren digibordpeuters.
Wat gaan we vandaag doen
dierlijke cel en een plantaardige cel
Eerste eigenschap van de microscoop:
Organen en cellen.
Plastiden Thema 3 BS 7.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Transcript van de presentatie:

5 Plantaardige en dierlijke cellen Bouw cel

Bouw cel Cytoplasma = grondplasma + organellen Kern met kernplasma Organel = Elk deel van cel met eigen functie Kern met kernplasma Grondplasma = stroperige vloeistof Water Opgeloste stoffen Zouten, eiwitten, vetachtige stoffen

celmembraan Buitenste laag cytoplasma = celmembraan Buitenste laag kernplasma is het kernmembraan Cel- en kernmembraan bestaan uit fosfolipiden Vetzuren (apolair) Fosfor (polair) Fosfor richt zich naar de cytoplasmakant  fosfor aan buitenkant van membraan http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/membranen.html#Scene_1

Dierlijke cel Geen celwand

plantencel In het grondplasma kunnen zich vacuolen bevinden Vacuole = “blaasje “gevuld met vocht Omgeven door vacuolemembraan Jonge plantencel vak meerdere kleine vacuolen Oudere plantencel 1 grote centrale vacuole  stevigheid van plant Cytoplasma ligt in dun laagje tegen celwand aan  wandstandig cytoplasma Dierlijke cel weinig of geen kleine vacuolen

waterpest

vacuole Vacuolevocht: Water, opgeloste stoffen, zouten, glucose, reservestoffen, afvalstoffen ,kleurstoffen Kleurstoffen  kleur aan planten en bloemen en vruchten bv anthocyanen  roze, rood, blauw en paars ( rode ui, rode roos, tomaat, aardbei) http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/vacuole.html#Scene_1

plastiden In jonge plantencel proplastiden Gekleurde plastiden: Ontwikkelen zich tot plastiden: Gekleurde plastiden: Chloroplasten (bladgroenkorrels) fotosynthese Chromoplasten (kleurstofkorrels) Bevatten gele, oranje en rode kleurstoffen(pigmenten) Chloro- en chromoplasten kunnen in elkaar overgaan : tomaat van groen rood Leukoplasten kleurloos opslag reservestoffen, eiwitten, vetten of zetmeel Amyloplasten (zetmeelkorrels) zetmeel wordt opgeslagen http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/zetmeelkorrels.html

Onder invloed van het licht ontstaat uit een proplastide een bladgroenkorrel

celwand Cytoplasma van plantaardige cel vormt stevige celwand om de cel heen Celwand = tussencelstof, behoort niet tot de cel Functie = stevigheid bv stro Tussen celwanden intercellulaire ruimten Gevuld met water of lucht http://www.bioplek.org/animaties/celtotaal/celwand.html