Wat is de invloed van de lucht in ons milieu

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De aardse atmosfeer.
Advertisements

Gat in de ozonlaag Kristof Van Hauwermeiren Steven Heyse Bert Sedeyn
4.5 gevolgen van klimaatverandering
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
4.3 De mens verandert het klimaat
ONTWIKKELINGEN IN DE AGRARISCHE INDUSTRIE & MILIEUPROBLEMATIEK
Global Warming Global Warming
DE OPWARMING VAN DE AARDE
Hoofdstuk 3 Klimaat en landschapszones
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Globale planning Les 1: namen en eigenschappen van de planeten (1 t/m 6) Les 2: eigenschappen van de planeten (7 t/m 10) Les 3: maten in ons zonnestelsel.
2.3 systeem aarde.
Kenmerken van de aardse atmosfeer
Met deze dia en de volgende kan je laten zien dat lucht vuil of schoon kan zijn
De atmosfeer van de aarde
Opwarming van de Aarde en Gelijke Kansen
Hoofdstuk 14 § 1 en 2, 3. Natuurlijke hulpbronnen Steenkool.
Yannick Meerten Yannick Michielsen
Dorien Oris B2 Ann-Sophie Pattyn B2
Problemen en wat we eraan moeten doen
M.De Vrieze, F.Thomas, B.Teirlynck
Mastercourse klimaatverandering en verwoestijning
El Nino.
Wat is de invloed van de lucht in ons milieu
Luchtvervuiling Emissie uitstoot van gassen in de lucht
Een duurzame aarde.. ‘Een paradijs op aarde’  1200 eilanden. De grootste is 5 km 2, De eilanden zijn in groepen atollen verdeeld. Toerisme bedraagt.
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
Mens en aarde Deel 3: de atmosfeer.
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen, par. 12 en 13
H1, par. 2 (aangevuld) Instraling: deel van de zonnestraling (zichtbaar licht en ultraviolette straling) bereikt de aarde. Uitstraling: aarde geeft straling.
BROEIKASEFFECT en OZONLAAG
3.6 natuur en mens: actie en reactie
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
Ruimte voor de Rivier 3 Klimaatverandering.
Omgaan met natuurlijke hulpbronnen Examenvragen
Inhoud volgende toets:
Oh, grote wereldbol !.
Väder- och Klimatförändringar
Blok 1 Milieu en milieuproblemen VMBO B/K
2 vmbo-T/havo 5 draagkracht, §2 en 3
Huiswerk 30 g = 3000 cg 88 kg = g 750 dag = mg
VWO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO B deel 1
Hoofdstuk 12: Mens en milieu
MENS EN MILIEU THEMA 3.
Hoofdstuk 8 Klimaatverschillen tussen Spanje en Nederland.
Hoofdstuk 2 Aarde § 2 Planeet Aarde.
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Het Klimaat: Temperatuur, Luchtdruk en Wind, Neerslag
De lucht De lucht (een mengeling van vooral stikstof, kooldioxide en zuurstof) raakt vervuild door uitstoot van gassen.
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
1.Wat kenmerkt de aardse atmosfeer?. A. Hoe is onze atmosfeer opgebouwd?
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
Scheikunde H4 + structuurformules. Fossiele brandstoffen paragraaf 1 Fossiele brandstoffen: ontstaan uit resten van planten en dieren die miljarden jaren.
MENS EN MILIEU Relatie mens en milieu
Thema Biosfeer Paragraaf 2 HET BROEIKASEFFECT.
Klimaatverandering en de broeikasgassen waterdamp en ozon
Waarom ballonpeilingen aan het KMI?
Thema 9 Milieu.
Paragraaf 4 De Gaia-hypothese
Hoofdstuk 1 VWO5 klimaten & landschapszones
Hoofdstuk 2 Natuur en milieu
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 3 Planet.
Thema 4 Mens en Milieu.
BROEIKASEFFECT en OZONLAAG
Transcript van de presentatie:

Wat is de invloed van de lucht in ons milieu

Emissie Emissie = uitstoot van gassen Oorzaak: verbranding van fossiele brandstoffen  er komt CO2 en SO2 en NO en NO2 vrij koolstofdioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide en stikstofdioxide + H2O-damp en O2 SO2  H2SO4 zwavelzuur NO  HNO3 salpeterzuur

Natte zuurdepositie/ droge zuurdepositie Met regen of mist komen die zure stoffen als zure regen of natte zuurdepositie naar beneden natte zuurdepositie = neerslag van stoffen op het aardoppervlak Ook droge zuurdepositie = deel van SO2 en NO en NO2 slaat neer in droge vorm  in bodem zwavelzuur en salpeterzuur  bodem en water wordt zuurder = verzuring

Gevolg verzuring/ metalen / mineralen  giftige metalen (aluminium of cadmium ) lossen op in bodem  hoge concentratie in grondwater  schadelijk voor planten en bodemorganismen Door verzuring gaan calcium, kalium en magnesium, die normaal in bodem gebonden zijn aan andere stoffen, vrijkomen en uitspoelen.  mineralen onbereikbaar voor wortels van planten

Gevolgen voor planten Wortels  wortelharen raken beschadigd (door Al en Cd)  minder goed opnemen water en mineralen Bladeren  schade van droge zuurdepositie  huidmondjes beschadigd sluiten niet goed meer  verdamping neemt toe  fotosynthese geremd  groei planten neemt af  Verzwakken , minder weerstand tegen ziekten Naaldbomen gevoelig  minder en kleinere naalden

Gevolgen voor dieren Waterdieren  gevoelig voor giftige metalen en zure regen Scandinavië in 5000 meren alle leven verdwenen Oorzaak? Industrieën in Engeland, Duitsland en Polen beekforel in zuur water http://www.youtube.com/watch?v=pqfphT-UyFM

Nederland Nederlandse bossen : 25 % ernstig aangetast 50 % nog gezond Nederlandse vennen : Op Veluwe & Noord Brabant verzuurd Gebouwen en beeldhouwwerken aangetast (o.a. Sint- Jans kathedraal Den Bosch)

Veroorzakers van zure regen 1. Industrie : Meer dan helft zwaveldioxide ( olieraffinaderijen) SO2 Deel stikstofoxide NO en NO2 2. Kolen- of olie-gestookte elektriciteitscentrales aardgas  schone centrales kerncentrales, maar radioactief afval  mutaties door radioactieve straling 3. verkeer : stikstofoxides NO en NO2 4. landbouw : ammoniak of NH3 als gevolg van mestoverschot NH3 + SO2 ammoniumsulfaat (NH4)2 SO4  bodem  door bacteriën  nitraat maar ook zure stoffen verzuring bodem1/4 komt in buurt van bedrijven neer zuurder

Andere vormen van luchtvervuiling Industrie en verkeer : Koolwaterstoffen en koolstofmonoxide CO zonlicht + reactie met stikstofoxide (NO en NO2 ) ozon O3 ontstaat  bij mens en dier : tast longweefsel aan  bij planten : beschadigt bladeren en remt groei  schade aan bossen Ook zwaveldioxide tast longen aan (Niet verwarren met ozonlaag hoog in atmosfeer die ons bescherming biedt tegen UV straling)

smog Smog is vettige mist die roet , zwaveldioxide en ozon bevat Korstmossen gevoelig voor luchtvervuiling Korstmossenwoestijn: Gebied waarin vrijwel geen korstmossen voorkomen.

Broeikaseffect Dampkring of atmosfeer = mengsel gassen die zonstraling naar aarde doorlaten aarde verwarmt overdag Warmte uitstraling wordt tegengehouden Zonder dampkring temp 30 ºC lager Broeikaseffect: milieuprobleem dat samenhangt met luchtvervuiling Broeikasgassen : CO2, waterdamp en methaan Worden vastgehouden in de dampkring  houden warmte die binnenkomt nog meer vast Nog meer energiegebruik  nog meer CO2  nog meer broeikasgassen  broeikasgevaar of versterkt broeikaseffect

Opwarming aarde

Andere oorzaken versterkt broeikaseffect CO2 wordt vastgelegd in planten door fotosynthese  ontbossing draagt bij tot CO2 stijging 10% van versterkt broeikaseffect doorplatbranden van tropisch regenwoud Veeteelt: uit mest komt methaan vrij Jaarlijks stijgt methaanconcentratie met 1%

Gevolgen versterkt broeikaseffect Klimaatsverandering kan optreden Sinds 1860 is zeespiegel 15cm gestegen (uitzetting water) Deel van poolijs en gletsjerijs smelt Voorspellingen: stijging zeespiegel stijging van 1m in 21ste E Stijging 20 cm – 7m  dijken worden opgehoogd  maatregelen om water op te vangen ( uiterwaarden vrij) Verdroging op andere plaatsen op aarde woestijnen groter Hittegolven , orkanen overstromingen landbouw in grote gebieden onmogelijk  Voedselvoorziening in gevaar Andere delen van aarde die nu te koud zijn wel geschikt als warmer wordt

Het gat in de ozonlaag Ozonlaag absorbeert UV-straling weinig UV naar aarde Broeikaseffect versterkt door gat in ozonlaag  meer UV dringt door  kan veranderingen DNA veroorzaken.  Meer warmtestraling dringt door opwarming zeewater Laatste 20 jaar gat in ozonlaag 3% toegenomen , 20% meer huidkanker -Ozonlaag aangetast door chloorfluorkoolwaterstoffen CFK’s koel en vrieskasten, koelinstallaties, lekken , gestort gebruikt als fabricage bij schuimplastic ,…. Blaasmiddel drijfgas in spuitbussen * CFK’s VANAF 1990 verboden vervangen door zachte CFK’s (1 Cl vervangen Door 1 H) 50 – 20 X minder schade aan ozonlaag * zachte CFK’s vanaf 1999 ook verboden Verdeling van ultraviolette straling over het aardoppervlak op 10 november 2006; hoe roder hoe meer UV-straling. Let op de rode vlek op de zuidpool.

Gat in ozonlaag Vanaf 1900 http://www.youtube.com/watch?v=507PHhwHbAY http://www.youtube.com/watch?v=X5rKnmo39IE&NR=1

Op 1 januari 1989 werd het Montreal Protocol van kracht dat het gebruik van ozonafbrekende stoffen wereldwijd aan banden moet leggen. Die maatregelen lijken effect te hebben gehad: waarnemingen tonen aan dat de hoeveelheid ozonafbrekende stoffen in de atmosfeer aan het afnemen is en in 2006 leek de ozonlaag zich langzaam te herstellen. Vermoedelijk duurt het tot de tweede helft van de 21e eeuw vóór de ozonlaag volledig hersteld is.

atmosfeer Dieporanje en -geel komen voor in de troposfeer. Het roze-wit daarboven komt grofweg overeen met de stratosfeer. Daarboven gaat de mesosfeer over in de thermosfeer en de exosfeer en wordt het blauw langzaam zwart. atmosfeer Troposfeer - 0 - 6/18 km, temperatuur neemt af met de hoogte stratosfeer - 6/18 - 50 km, temperatuur neemt toe met de hoogte mesosfeer - 50 - 80/85 km, temperatuur neemt af met de hoogte thermosfeer - 80/85 - 640-700 km, temperatuur neemt toe met de hoogte exosfeer - 700 tot 800 km is in de stratosfeer de ozonlaag te vinden, terwijl de onderste laag van de magnetosfeer, de ionosfeer, zich in de thermosfeer bevindt en overdag ook in de mesosfeer.

Extra huidkankerrisico