Het geheim van de flipperkast
Stelling 1 Kennis is geen ziekte. Sommige ziektes kunnen overgedragen worden. Kennis niet.
Vrij naar David A. Sousa ‘How the brain learns.’ Leren en hersenen O M G E V I N ZIEN LANGE TERMIJN GEHEUGEN VOELEN WERK GEHEUGEN KORTE TERMIJN GEHEUGEN HOREN RUIKEN PROEVEN ERUIT ERUIT WAARNEMING ERUIT Vrij naar David A. Sousa ‘How the brain learns.’
Stelling 2 Er bestaat geen directe relatie tussen wat een leraar onderwijst en wat een leerling leert.
De docent onderwijst Wat leerlingen er van maken, is een kwestie van: luimen, voorliefdes en luxaflex toevallige inhoud LTG actuele behoefte en belangstelling (wisselwerking WG en LTG) Goede nieuws is dat we wel kunnen bevorderen dat er véél geleerd wordt en dat we invloed hebben op de gewensite richting van dat leren… LANGE TE RMIJN GEHEUGEN WERK GEHEUGEN
Veel leren en leerichting beinvloeden door activiteit in WG te sturen: Veel contacten, hoge trefkans, richting beinvloeden – leertaken construeren met een grote kans op een ‘leerhit’ De bal lang in het spel houden – leertaken waarbij de leerling herhaaldelijk en gevarieerd in de weer
Kenniselementen als netwerken van eigenschappen verbindingen tussen kenmerken gebruiken verbindingen worden dikker bij iedere mentale handeling (WG) hoe dikker de verbinding, hoe sneller geactiveerd dus: leren = aanleggen van rijk en gevarieerd netwerk maakt wendbaar leerresultaat mogelijk (transfer) belangrijkste verbindingen proberen te verdikken
Effectieve leeractiviteiten Herhaaldelijk sleutelen, in levensechte settingen, aan veel en verschillende kenmerken tegelijkertijd
Stelling 3 Door in groepjes te werken met open, complexe en levensechte taken kun je individuele verschillen in ‘leervoorkeur’ productief maken.
open > gesloten complex > enkelvoudig levensecht > contextloos functioneel > doel-in-zichzelf aansluiten bij eerdere kennis consolideren en nazorg
Wie onderwijst die leert het meest. Stelling 4 Wie onderwijst die leert het meest. Leerhandelingstypen van Westhoff. Als je iemand iets leert, is dat wat je hem moet laten doen. Veel van juist die activiteiten voert de docent uit (volgorde aanbgrengen, samenhangende categorieen, structuur aanbrengen, abstraheren, toepassen, verbanden zoeken / elaboreren)
Stelling 5 Het grootste deel van het leren begint daar, waar het onderwijzen ophoudt.
Instructie stuurt de leeractiviteit Een goed verhaal is nooit weg Hoofdzaak: uitvoeren van leertaken door leerlingen Dat vereist goed opgezette leertaken.
Stelling 6 “Van goed uitgevoerde traditioneel klassikaal-frontale lessen leer je misschien wel niet optimaal, maar altijd nog meer dan van slecht uitgevoerd en geregisseerd innovatief onderwijs.”