Is fonologisch decoderen echt noodzakelijk voor het verwerven van orthografische representaties tijdens stillezen? Een toets van de self-teaching hypothese.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Advertisements

Opgeblazen Ego’s en Opvoeding
Radboud Universiteit Nijmegen
Open-Tops in Bergen aan Zee De Fysische Eigenschappen
WAT MAAKT HET ONDERWIJS IN BEGRIJPEND LEZEN EFFECTIEF
Wat bedoelen we ermee? Hoe volg je dat?
Welkom nieuwe leerlingen!
Zijn Indonesiërs ongevoelig voor contrastaccenten onder het woordniveau? Vincent J. van Heuven Vera Faust Leiden University Centre for Linguistics.
Kwetsbaarheid bij ouderen frailty
Autisme en Mindmap Thuis en op School
Wij hebben een woord -Het Woord- voor de wereld
Scripties Experimentele Psychologie 2007 Scripties Tweetaligheid + Bibliometrie Wouter Duyck.
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
Hoorde je ook net de bel? Heeft het secretariaat zich vergist? Het is toch nog maar tien voor drie? Toch niet… er is geen vergissing… Vandaag is het 5.
Vanaf oktober verkrijgbaar: Muiswerk Uitdrukkingen 1
Spel uit top 20 gamer.nl Grand theft auto V
VOORSTELLING WILLEM VAN RAVENSTEIN 56 jaar 25 jaar onderwijs… HML lerarenopleiding sinds 2011 terug…
Zeven kleuren Een wijze leermeester ging eens
Profielwerkstuk maken
Een impressie van de werkwijze in groep 3 en 4
Wendy Lankhorst, M.Sc Dr. A. Verschoorschool, Nunspeet
Het collaboratief spelen van een educatieve game
Voorbeeld 1 Faculteit Geneeskunde. 1.Aanleiding: vaardigheidsonderwijs  Theoretische duiding en demonstratie in grote groep (n= 80)  Zelfstandig voorbereiding.
OOF-project Peer assisted learning
Opvoeden binnen een eenoudergezin
Gecontroleerde en automatische processen
Werkgeheugenproblemen bij jongeren met niet-aangeboren hersenletsel
Van spellend lezen naar directe woordherkenning
Dyslexie op ‘alle leeftijden’
LOT OP REIS.
Wetenschappelijke methode
Workshop Onderzoeksontwerp
Spatial subgroup mining
Naam van de Auteur 7 januari 2008 Resultaten onderzoek op het Twents Carmel College Magda Bruin Taaltuin twente en de inzet van Muiswerk.
Leerlijnen in relatie met de methode
Er was eens een meisje die had 4 vrienden
Interpreteren van data
Quiz Start.
Actieonderzoek instructietafel.
Geheugen in beeld Caroline Apeldoorn en Nanda Zonjee Benedictus, Heiloo september april 2013 Inleiding In het verwonderingsdagboek van de onderzoekers.
blij,boos,bang,verdrietig.
Voorlichtingsbijeenkomst ouders
Hij was maar een clown in ’t wit en in ’t rood hij was maar een clown
1 Afdeling Nieuwkoop Toekomst afdeling Nieuwkoop Brainstorm sessie 25 oktober 2011 Aanwezig: Martin Vervaart, Menno van der Ploeg, Ton van den Belt.
Presentatie methodeanalyse Zo leren kinderen lezen en spellen & Leeslijn De Hand-out.
Rook-en alcoholspecifieke opvoeding
Stage: Basisschool de Klingerberg
ANW Module 2 Leven Door Gabriella, Melanie, Elise en Fabienne van v4.
ONDERZOEKS VRAGEN Hoe ervaren de ll. van 5 havo en 6 vwo de 2e fase?
Resultaten Leerlingenenquête 2015
Een prachtige kans voor uw kinderen
Taalkundige feiten en hypothesen
Opvoeden.
1 HV Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-9
College 1; lezen. Sheets: Kamer: ML
Rapport Groep 3 / 4 Groep 5 / 6 Groep 7 / 8.
Evaluatieonderzoek VVTO Engels Kees de Bot Sieneke Goorhuis BCN/RUG.
1 van 22 Hoofdstuk 5 Geletterdheid: lezen. 2 van 22 Achtergrondkennis Kennis over lezen: o kennis van de wereld o kennis van de taal:  orthografische.
Wat is de bedoeling van Frans leren in de 3e graad? Kinderen in staat stellen op een eenvoudige manier in een aantal herkenbare situaties in het Frans.
Workshop Plannen. Welke associatie heeft u bij het woord plannen? Uitstippelen, ordenen, voorzien Vooruit kijken, inrichten, bedenken, creëren.
Serious game ter preventie van PTSD. IJsfontein Vrije Universiteit Amsterdam Sectie Klinische Psychologie Probleem analyse ConceptPrototype Play-test.
Info avond groep 1-2 Welkom allemaal. Auditieve/ taalontwikkeling Fonologisch bewust zijn Fonemisch bewust zijn Letterkennis Mondelinge taal, Zinsbouw.
Workshop ONL congres 2011OnderwijsAdvies Dorothé Kappenburg DYSLEXIE en fonologische problemen.
Spelling & Dyslexie 2 week
Leesboekjes Zie je het voor je? Carmen Meester.
Toetsen van verschillen tussen twee of meer groepen
Spelling & Dyslexie 2 week
Spelling & Dyslexie 2 collegeweek 4.8 '18.
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve dataverzamelingsmethoden Nel Verhoeven
Denken in beelden Hoe zit dat nu precies?.
Transcript van de presentatie:

Is fonologisch decoderen echt noodzakelijk voor het verwerven van orthografische representaties tijdens stillezen? Een toets van de self-teaching hypothese. Masterscriptie Daniëlle Bitter Begeleid door Dr. P.F. de Jong

Hoe leert een kind lezen? Fonologisch decoderen (p/au/s  paus) Opdoen van orthografische representatie in geheugen Snelle en efficiënte woordherkenning Fonologisch decoderen: Tijdens het lezen zet een kind de letters van een geschreven woord sequentieel om in de verschillende klanken en synthetiseert ze tot een gesproken vorm. Zo wordt de fonologische representatie van een woord in het lange termijn geheugen uitgebreid met een orthografische representatie. Door de opgeslagen orthografische representatie is het zien van het geschreven woord de volgende keer al voldoende om de gesproken vorm op te roepen. Dit draagt bij aan een snelle en efficiënte woordherkenning, wat nodig is om vlot te kunnen lezen. Orthografische representatie: Verbinding tussen een grafisch symbool (grafeem) en een eenheid uit de gesproken taal (foneem)

Hoe leert een kind lezen? Fonologisch decoderen (p/au/s  paus) Opdoen van orthografische representatie in geheugen Snelle en efficiënte woordherkenning Fonologisch decoderen: Tijdens het lezen zet een kind de letters van een geschreven woord sequentieel om in de verschillende klanken en synthetiseert ze tot een gesproken vorm. Zo wordt de fonologische representatie van een woord in het lange termijn geheugen uitgebreid met een orthografische representatie. Door de opgeslagen orthografische representatie is het zien van het geschreven woord de volgende keer al voldoende om de gesproken vorm op te roepen. Dit draagt bij aan een snelle en efficiënte woordherkenning, wat nodig is om vlot te kunnen lezen. Orthografische representatie: Verbinding tussen een grafisch symbool (grafeem) en een eenheid uit de gesproken taal (foneem)

Hoe leert een kind lezen? Fonologisch decoderen (p/au/s  paus) Opdoen van orthografische representatie in geheugen Snelle en efficiënte woordherkenning Fonologisch decoderen: Tijdens het lezen zet een kind de letters van een geschreven woord sequentieel om in de verschillende klanken en synthetiseert ze tot een gesproken vorm. Zo wordt de fonologische representatie van een woord in het lange termijn geheugen uitgebreid met een orthografische representatie. Door de opgeslagen orthografische representatie is het zien van het geschreven woord de volgende keer al voldoende om de gesproken vorm op te roepen. Dit draagt bij aan een snelle en efficiënte woordherkenning, wat nodig is om vlot te kunnen lezen. Orthografische representatie: Verbinding tussen een grafisch symbool (grafeem) en een eenheid uit de gesproken taal (foneem)

Voorbeeld Sommige kinderen zijn bang voor clowns, anderen vinden ze grappig. Brog is een leuke clown. Hij heeft net als alle andere ook een rode neus. Brog draagt ook hele grote schoenen. Op zijn hoed heeft hij een pleik, een hele grote groene. Die pleik lijkt een beetje op een bloem. (Uit: Van Setten, 2006) Pseudo-woorden zijn uitspreekbare, niet-bestaande woorden met een structuur die gelijk is aan bestaande woorden.

Orthografische representaties Was het: Broch of Brog pleik of plijk Een homofoon klinkt hetzelfde als het pseudo-woord, maar wordt op een andere manier geschreven, bijvoorbeeld met een ij in plaats van met een ei.

Opdoen van orthografische representaties Hoe leert een kind van elk woord een orthografische representatie? Aangeleerd door leerkracht? Woordbeeld opdoen uit omliggende tekst? Waarschijnlijker dat een kind zichzelf leert lezen. Share’s self-teaching hypothese

Opdoen van orthografische representaties Hoe leert een kind van elk woord een orthografische representatie? Aangeleerd door leerkracht? Woordbeeld opdoen uit omliggende tekst? Waarschijnlijker dat een kind zichzelf leert lezen. Share’s self-teaching hypothese

Opdoen van orthografische representaties Hoe leert een kind van elk woord een orthografische representatie? Aangeleerd door leerkracht? Woordbeeld opdoen uit omliggende tekst? Waarschijnlijker dat een kind zichzelf leert lezen. Share’s self-teaching hypothese

Opdoen van orthografische representaties Hoe leert een kind van elk woord een orthografische representatie? Aangeleerd door leerkracht? Woordbeeld opdoen uit omliggende tekst? Waarschijnlijker dat een kind zichzelf leert lezen. Share’s self-teaching hypothese

Share’s self-teaching hypothese Door fonologisch decoderen leert een kind zelfstandig de associatie tussen de gesproken en de geschreven vorm van een nieuw woord. Sterke relatie tussen fonologisch decoderen van pseudo-woorden en orthografisch leren. (Share, 1999; Cunningham, 2002; Bowey en Muller, 2005; Cunningham, 2006; Nation, et al., 2007) Volgens Share is het self-teaching mechanisme de enige manier om orthografische representaties van woorden te verwerven c.q. te leren lezen.

Share’s self-teaching hypothese Door fonologisch decoderen leert een kind zelfstandig de associatie tussen de gesproken en de geschreven vorm van een nieuw woord. Sterke relatie tussen fonologisch decoderen van pseudo-woorden en orthografisch leren. (Share, 1999; Cunningham, 2002; Bowey en Muller, 2005; Cunningham, 2006; Nation, et al., 2007) Volgens Share is het self-teaching mechanisme de enige manier om orthografische representaties van woorden te verwerven c.q. te leren lezen.

Share’s self-teaching hypothese Door fonologisch decoderen leert een kind zelfstandig de associatie tussen de gesproken en de geschreven vorm van een nieuw woord. Sterke relatie tussen fonologisch decoderen van pseudo-woorden en orthografisch leren. (Share, 1999; Cunningham, 2002; Bowey en Muller, 2005; Cunningham, 2006; Nation, et al., 2007) Volgens Share is fonologisch decoderen de enige manier om orthografische representaties van woorden te verwerven c.q. te leren lezen. Uit onderzoek blijkt dat de self-teaching hypothese generaliseerbaar is naar regelmatige (Hebreeuws) en onregelmatige talen (Engels). (A in Hand en Park) Hierna onderzocht of self-teaching hypothese ook bij stillezen geldt (echt onafhankelijk lezen) en of dit ook veroorzaakt wordt door fonologisch decoderen.

Fonologisch decoderen uitschakelen Paradigma: Pseudo-woorden stillezen. Lexicale decisie: echt woord of nep woord? Condities: normaal articulatorische suppressie Nameting: leestaak orthografische keuzetaak spellingtaak In mijn onderzoek heb ik in grote lijnen ook gebruik gemaakt van dit paradigma. Pseudo-woorden: zeker een nieuw woord voor de kinderen

Fonologisch decoderen uitschakelen Paradigma: Pseudo-woorden stillezen. Lexicale decisie: echt woord of nep woord? Condities: normaal articulatorische suppressie Nameting: leestaak orthografische keuzetaak spellingtaak Lexicale decisie: zeker dat het kind het woord gelezen heeft

Fonologisch decoderen uitschakelen Paradigma: Pseudo-woorden stillezen. Lexicale decisie: echt woord of nep woord? Condities: normaal articulatorische suppressie Nameting: leestaak orthografische keuzetaak spellingtaak Articulatorische suppressie: eenvoudig woord herhaald zeggen, bijv. “dubba-dubba-dubba”. Door de articulatorische suppressie konden de kinderen de pseudo-woorden niet hardop lezen en dus geen gebruik maken van fonologisch decoderen.

Fonologisch decoderen uitschakelen Paradigma: Pseudo-woorden stillezen. Lexicale decisie: echt woord of nep woord? Condities: normaal articulatorische suppressie Nameting: leestaak orthografische keuzetaak spellingtaak Door Share onderzocht; conclusie = Veel minder orthografische kennis opgedaan, als fonologisch decoderen zoveel mogelijk uitgeschakeld is door articulatorische suppressie. Ook door Kyte en Johnson onderzocht. Meer van belang voor deze presentatie.

Articulatorische suppressie Kyte en Johnson (2006): Hardopleesconditie; Stilleesconditie met articulatorische suppressie.

Articulatorische suppressie Kyte en Johnson (2006): Hardopleesconditie; Stilleesconditie met articulatorische suppressie. Conclusie: bewijs voor rol fonologisch decoderen tijdens stillezen volgens de self-teaching hypothese. Kritiekpunten inleiden

Articulatorische suppressie Kyte en Johnson (2006): Hardopleesconditie; Stilleesconditie met articulatorische suppressie. Conclusie: bewijs voor rol fonologisch decoderen tijdens stillezen volgens de self-teaching hypothese. Kritiek: 1) Ook in suppressieconditie orthografisch geleerd; 2) De condities waren niet vergelijkbaar! Kritiek: Het verminderd orthografisch leren in de articulatieconditie kon echter ook ontstaan zijn doordat de kinderen hier 2 handelingen tegelijk moesten uitvoeren. Ze moesten hun aandacht verdelen over 2 handelingen, wat de aandacht voor het fonologisch decoderen in de articulatieconditie verminderd kan hebben. Tijdens het hardop lezen konden de kinderen hun aandacht wél volledig op het fonologisch decoderen richten.

Huidige onderzoek Opzet volgens onderzoek Kyte en Johnson (2006). Overeenkomst: Pseudo-woorden; Articulatorische suppressie. Verschil: Alleen stillezen; Condities beter aan elkaar gelijk gehouden; 3 experimentele condities: - stilleesconditie (standaard); - stilleesconditie met articulatorische suppressie; - stilleesconditie met tapping. Suppressie en tappingcondities dus dubbeltaakcondities Stilleesconditie zonder manipulatie is er om te bevestigen dat er zonder manipulaties sowieso orthografische kennis tijdens stillezen wordt opgedaan.

Huidige onderzoek Vraagstelling: ‘Wat is de rol van fonologisch decoderen bij stillezen?’ Voorspelling: In de suppressieconditie wordt de minste hoeveelheid orthografische kennis opgedaan, door het onderdrukken van het fonologisch decoderen. De hoeveelheid orthografisch leren in de andere twee condities zullen weinig van elkaar verschillen, ondanks de 2e taak in de tappingconditie. Gebruik gemaakt van eerder genoemde paradigma. Deelnemers: 62 kinderen uit eind groep 4 (37 j, 25 m) gemiddelde leeftijd: 8;05 jaar Matching van drietallen van kinderen op sekse, leeftijd en leesvaardigheid. Nameting 24 uur na lexicale decisietaak (orthografische keuzetaak en leestaak)

Orthografische keuzetaak In elke conditie werd ver boven kansniveau orthografische kennis opgedaan. Is dit volgens de voorspelling? Op basis van kans 50% goed. Ruim boven kansniveau orthografisch geleerd in suppressieconditie, ondanks onderdrukte fonologisch decoderen. Verder hebben we de verschillen tussen gemiddelden getoetst (overall en tussen condities onderling)

Orthografische keuzetaak Conclusie: Daaruit bleek het volgende:

Orthografische keuzetaak Conclusie: Sterke trend richting minder orthografisch leren in suppressieconditie.

Orthografische keuzetaak Conclusie: Sterke trend richting minder orthografisch leren in suppressieconditie. Desondanks toch orthografisch geleerd in suppressieconditie.

Orthografische keuzetaak Conclusie: Sterke trend richting minder orthografisch leren in suppressieconditie. Desondanks toch orthografisch geleerd in suppressieconditie. Ook orthografisch leren zonder fonologisch decoderen.

Leestaak Voorspelling in tabelvorm Van welke spelling wordt er orthografische kennis opgedaan? Is dit conditie-afhankelijk?   target homofoon standaard + - tapping suppressie In standaard- en tappingconditie wel, vanwege mogelijkheid om hier gebruik te maken van fonologisch decoderen. De targetspelling zal in de standaard- en tappingconditie sneller gelezen worden dan de homofone spelling, doordat er tijdens de lexicale decisietaak orthografische kennis van de targetspelling is opgedaan. In de suppressieconditie zullen beide typen spellingen even snel gelezen worden, aangezien er van de targetspelling geen orthografische representatie opgedaan kan zijn tijdens de lexicale decisietaak.

Leestaak Is dit volgens de voorspelling? Woorden per seconde Nee, bij suppressieconditie ook verschil target en homofoon. Werd niet verwacht. Hier dus ook orthografisch geleerd, zonder fonologisch decoderen.

Extra analyse leestaak Woorden uit suppressieconditie vergeleken met volkomen nieuwe woorden. Nieuw = nieuwe pseudo-woorden. Zagen de kinderen voor het eerst, dus noch een fonologische, noch een visuele representatie van beschikbaar.

Extra analyse leestaak nieuw vs. suppressieconditie Vergelijking met homofone spelling: Geen verschil in leessnelheid nieuwe pseudo-woorden en homofone spelling. Vergelijking met targetwoorden: Bijna significant verschil in leessnelheid nieuwe pseudo-woorden en targetspelling. Hoe is dit te verklaren? Homofone spelling: P = .13 Targetspelling P = .05

Extra analyse leestaak nieuw vs. suppressieconditie Verklaring verschil homofonen en nieuwe pseudo-woorden: suppressieconditie  fonologische representatie visuele representatie target - + homofoon nieuw   Logisch, want van beide typen woorden was noch een fonologische, noch een orthografische representatie in het geheugen van de kinderen beschikbaar.

Extra analyse leestaak nieuw vs. suppressieconditie Verklaring verschil targets en nieuwe pseudo-woorden: suppressieconditie  fonologische representatie visuele representatie target - + homofoon nieuw   Opmerkelijk! Blijkbaar verschilt de targetspelling toch in iets van de nieuwe pseudo-woorden. Fonologisch decoderen was niet mogelijk, dus meest aannemelijke verklaring is een visuele representatie.

Vraagstelling Is fonologisch decoderen echt noodzakelijk voor het verwerven van orthografische representaties tijdens stillezen?

Conclusie Nee, want uit dit onderzoek blijkt dat orthografische representaties ook verworven worden zonder gebruik te maken van fonologisch decoderen. Visuele representaties blijken ook een rol te spelen. De beschikking hebben over zowel een fonologische als een visuele representatie geeft het meeste voordeel in leessnelheid. Verklaart ook het langzamer lezen van targets in suppressieconditie!

Is fonologisch decoderen echt noodzakelijk voor het verwerven van orthografische representaties tijdens stillezen? Een toets van de self-teaching hypothese. Masterscriptie Daniëlle Bitter Begeleid door Dr. P.F. de Jong