Sturen en bijsturen van handelingen Programmeren en Feedback
Programmeren van een handeling Probleem van de vrijheidsgraden: oplossing 1 = centrale sturing hiërarchisch model Open-lus model = programma staat centraal Omvat specificaties voor elke dF Definitie
IT-modellen: algemene kenmerken Doel Perceptueel mechanisme (input) Beslissingsmechanisme (executive) Effectormechanisme Actie (vaatwas, programmeren video)
Operationele timing (Tyldesley & Whiting, 1975) (voorbijgestreefd model) Extreem model op continuüm (tate, baseball,…) Planning op voorhand Variabele: starttijdstip = reductie van complexiteit v/d controle
Gegeneraliseerd Motorisch Programma (GMP) (1) 1 handeling = 1 programma leidt tot: Capaciteitsprobleem Nieuwheidsprobleem GMP voor klasse van handelingen Invariante kenmerken (geheugen) Taakspecifieke parameters -grammofoon: a. ritme b. snelheid / volume
Gegeneraliseerd Motorisch Programma (GMP) (2) Invariante kenmerken GMP: (Zelfde spiergroepen) Zelfde volgorde Zelfde relatieve timing (vb. handouts) Zelfde relatieve krachtinzet (cfr. concept ‘hond’) Parameters: 1. Snelheid 2. Kracht …
Gegeneraliseerd Motorisch Programma (GMP) (3) Oproepschema: Responsspecificaties, nodig voor aanpassing aan specifieke situatie Op basis van vroegere acties Herkenningsschema: Te verwachten sensorische consequenties
Schmidt’s open lus model IC Doel VRS OS VR HS VSS RS SS Motorisch programma = eigenlijk hybride theorie Kritiek?
Programma: pro en contra (1) Theoretisch Experimenteel: 1. Complexere beweging = langere RT
Programma: pro en contra (2) 2. Blokkage lidmaat -EMG-patroon gelijkaardig (p. 51) -beperkt in tijd 3. Deafferentiatie-experimenten -normaal gedrag mogelijk -niet optimaal
Bijsturen van een handeling (1) Input Vergelijkingsmechanisme Beslissingsmechanisme Effectormechanisme Feedback Actie
Adams’ gesloten lus model (2) Geheugenspoor – Perceptueel spoor Pro’s Langdurige taken (thermostaat) Elke taak apart programma Contra’s Opslagprobleem Nieuwheidsprobleem Korte bewegingen???? Praktijkrelevantie
Reflexmatige bijsturing Onverwacht toevoegen van belasting EMG & verticale verplaatsing i/d tijd M1 M2 (M3) Conceptueel model (p. 60) / pro - contra
Overzicht bijsturingen M1 M2 Trig Res M3 Aandacht nee (+/-) soms Ja Tijd 30-50 50-80 80-120 > 120 Lokatie lokaal beide Beide Flexibel (nee) +/- Instructie
Visuele input voor bijsturing (1) 2 Verschillende systemen, met verschillende vorm (corticaal traject) en functie Central visueel veld: identificatie/reflectie -traag (min 200 ms) -bewust -via ventrale baan -statische info Perifeer visueel veld: beweging/on-line controle -snel (v.a. 80 ms) -onbewust -via dorsale baan -gevoelig voor beweging
Visuele input voor bijsturing (1) (Ungerleider & Mishkin, 1982; Milner & Goodale, 1995) DORSAL STREAM: 1. WHERE? 2. ACTION Parietal region VISUAL CORTEX VENTRAL STREAM: 1. WHAT? 2. PERCEPTION Infero-temporal cortex