1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
vergelijkingen oplossen
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Presentatie Machten,Wortels & Ontbinden Deel 1
Samenvatting H29 Parabolen
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 13
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 11
Kwadratische verbanden
Herleiden (= Haakjes uitwerken)
horizontale lijn a = 0  y = getal
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A Samenvatting Hoofdstuk10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
Regels voor het vermenigvuldigen
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
De grafiek van een machtsfunctie
Rekenregels van machten
Optimaliseren van oppervlakten en lengten
Lineaire functies y is een lineaire functie van x betekent y = ax + b
machtsfuncties n even n oneven y y y y a > 0 a < 0 a > 0
Wortels x² = 10 x = √10 v x = -√10 kwadrateren is hetzelfde als tot de tweede macht verheffen √10 = 2√10 √10 = 10 √10 ≈ 3,16 (√10)² = 10 daarom heet.
Kwadratische vergelijkingen
∙ ∙ f(x) = axn is een machtsfunctie O n even n oneven y y y y a > 0
Rekenregels voor wortels
De grafiek van een lineaire formule is ALTIJD een rechte lijn. algemene vergelijking : y = ax + b a =hellingsgetal of richtingscoëfficient altijd 1 naar.
Lineaire functies Lineaire functie
Regelmaat in getallen … … …
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel de optie ZoomFit (TI) of Auto.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Vergelijkingen van de vorm AB = 0, A2 = B2 en AB = AC
Asymptoot is een lijn waar de grafiek op den duur mee samenvalt.
Lineaire vergelijkingen
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Regelmaat in getallen (1).
Algebraïsch oplossen van kwadratische vergelijkingen
havo B Samenvatting Hoofdstuk 5
Van de eerste graad in één onbekende
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 2
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 01 – Deel B
ribwis1 Toegepaste wiskunde, ribPWI Lesweek 01
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
havo B Samenvatting Hoofdstuk 9
Tweedegraadsfuncties
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
–20 4 –2b opgave 20 –160ab · –200b = 8ab · –20 = –20 · 10b = 4 · –5 =
H2 Lineaire Verbanden.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Vergelijkingen oplossen
Verbanden JTC’07.
Regels voor het vermenigvuldigen
Het kwadraat van een getal
Functies, vergelijkingen, ongelijkheden
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 Lineaire formules en vergelijkingen
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
havo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Transcript van de presentatie:

1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule Algebraïsch oplossen van tweedegraadsvergelijkingen 1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule 1.1

x = √-16  k.n. heeft dus geen oplossingen vb.3 (x + 5)² = 16 1 x² = getal x = √getal v x = - √getal vb.1 x² = 7 x = √7 v x = - √7 vb.2 x² = -16 x = √-16  k.n. heeft dus geen oplossingen vb.3 (x + 5)² = 16 x + 5 = √16 v x + 5 = - √16 x + 5 = 4 v x + 5 = -4 x = 4 – 5 v x = -4 – 5 x = -1 v x = -9 a x² = positief getal 2 oplossingen b x² = 0 x = 0  1 oplossing c x² = negatief getal k.n.  geen oplossing 1.1

2 Ontbind in factoren voorbeeld 1 x² - 3x = 5x – 15 a maak het rechterlid nul door alle termen naar het linkerlid te brengen b vereenvoudig het linkerlid zo ver mogelijk c ontbind het linkerlid in factoren d A · B = 0  A = 0 v B = 0 voorbeeld 1 x² - 3x = 5x – 15 x² - 3x – 5x + 15 = 0 x² - 8x + 15 = 0 ( x – 3 )( x – 5 ) = 0 x – 3 = 0 v x – 5 = 0 x = 3 v x = 5 prod=+15 opgeteld = -8 +1 +15 -1 -15 product = +15 +3 +5 -3 -3 -5 -5 1.1

de vergelijking eerst gelijk aan 0 stellen x = - b + √D v x = - b - √D 3 De abc-formule Bij kwadratische vergelijkingen kun je de oplossing berekenen met de abc – formule als ontbinden in factoren niet lukt. de vergelijking eerst gelijk aan 0 stellen x = - b + √D v x = - b - √D 2a 2a D = b² - 4ac D > 0  2 oplossingen D = 0  1 oplossing D < 0  0 oplossingen 1.1

D = 4 (D > 0  2 oplossingen) x = --4 + √4 v x = --4 - √4 voorbeeld 3x² - 4x + 1 = 0 a = 3 b = -4 c = 1 D = (-4)² - 4 · 3 · 1 D = 16 – 12 D = 4 (D > 0  2 oplossingen) x = --4 + √4 v x = --4 - √4 2 · 3 2 · 3 x = 4 + 2 v x = 4 – 2 6 6 x = 6/6 = 1 v x = 2/6 = 1/3 5

( x + 3 )² = 16x ( x + 3 )( x + 3 ) = 16x x² + 6x + 9 – 16x = 0 opgave 6a ( x + 3 )² = 16x ( x + 3 )( x + 3 ) = 16x x² + 6x + 9 – 16x = 0 x² - 10x + 9 = 0 ( x – 1 )( x – 9 ) = 0 x – 1 = 0 v x – 9 = 0 x = 1 v x = 9 prod.= +9 +1 +9 -1 -1 -9 -9 +3 +3 -3 -3

heeft geen oplossing, want een kwadraat is nooit negatief opgave 6b ( 2x + 3 )² = -16 heeft geen oplossing, want een kwadraat is nooit negatief

( x + 3 )² + ( x + 2 )² = 25 (x² + 6x + 9) + (x² + 4x + 4) – 25 = 0 opgave 6h ( x + 3 )² + ( x + 2 )² = 25 (x² + 6x + 9) + (x² + 4x + 4) – 25 = 0 2x² + 10x - 12 = 0 x² + 5x - 6 = 0 ( x - 1 )( x + 6 ) = 0 x - 1 = 0 v x + 6 = 0 x = 1 v x = -6 prod.= -6 +1 -6 +1 -1 +6 +6

∙ ∙ ∙ Vergelijkingen met een parameter in de vergelijking -x² + 5x + p = 0 heet p een parameter met behulp van de parameter p worden oneindig veel vergelijkingen genoteerd je onderscheidt 3 situaties : 2 oplossingen, 1 oplossing of geen oplossing y = -x² + 5x – 6¼ x ∙ x de vergelijking -x² + 5x – 4 = 0 heeft 2 oplossingen dus de parabool y = -x² + 5x – 4 snijdt de x-as in 2 punten de vergelijking -x² + 5x – 6¼ = 0 heeft 1 oplossing dus de parabool y = -x² + 5x – 6¼ raakt de x-as de vergelijking -x² + 5x – 8 = 0 heeft geen oplossingen dus de parabool y = -x² + 5x – 8 ligt geheel onder de x-as ∙ ∙ x y = -x² + 5x – 4 y = -x² + 5x – 8 1.1

x² - 7x + p = 0 D = (-7)² - 4 · 1 · p D = 49 – 4p D > 0 opgave 8a x² - 7x + p = 0 D = (-7)² - 4 · 1 · p D = 49 – 4p D > 0 49 – 4p > 0 -4p > -49 p < 12¼

2x² - 5x - p = 0 D = (-5)² - 4 · 2 · -p D = 25 + 8p D > 0 opgave 8b 2x² - 5x - p = 0 D = (-5)² - 4 · 2 · -p D = 25 + 8p D > 0 25 + 8p > 0 8p > -25 p > -3⅛

2x² + x + p = 0 D = 1² - 4 · 2 · p D = 1 - 8p D < 0 1 - 8p < 0 opgave 13a 2x² + x + p = 0 D = 1² - 4 · 2 · p D = 1 - 8p D < 0 1 - 8p < 0 -8p < -1 p > ⅛

-½ < p < 0 v 0 < p < ½ opgave 13b px² + x + p = 0 D = 1² - 4 · p · p D = 1 - 4p² D > 0 1 - 4p² > 0 -4p² > -1 p² < ¼ -½ < p < ½ -½ < p < 0 v 0 < p < ½

2x² + px + 1 = 0 D = p² - 4 · 2 · 1 D = p² - 8 D > 0 p² - 8 > 0 opgave 13c 2x² + px + 1 = 0 D = p² - 4 · 2 · 1 D = p² - 8 D > 0 p² - 8 > 0 p² > 8 p < - √ 8 v p > √ 8

kwadrateren is hetzelfde als tot de tweede macht verheffen √10 = 2 √10 Wortels x² = 10 x = √10 v x = - √10 kwadrateren is hetzelfde als tot de tweede macht verheffen √10 = 2 √10 √10 = 10 √10 ≈ 3,16 (√10)² = 10 daarom heet √10 ook wel de tweedemachtswortel van 10 GR 1 y1 = x2 en y2 = 10 plotten  intersect coördinaten v/h snijpunt 2 optie x √ gebruiken 1.2

Hogeremachtswortels x5 = 16 x = √ 16 dus √16 5 = 16 5 5

Voor het oplossen van de vergelijking xn = p kun je 4 verschillende situaties onderscheiden. 1.2

grafiek is puntsymmetrisch in (0, 0) 1 p is positief ( n = oneven ) er is één oplossing x = p = n √ p n = oneven grafiek is puntsymmetrisch in (0, 0) x³ = 3 x = 3 x ≈ 1,44 1,44 1.2

2 p is negatief ( n = oneven ) er is één oplossing x = p = n √ p -1,44 1.2

grafiek is lijnsymmetrisch in de y-as 3 p is positief ( n = even ) er zijn twee oplossingen x = p = n √ p v x = -p = - n √ p x4 = 3 x = 3¼ x ≈ 1,32 v x ≈ -1,32 n = even grafiek is lijnsymmetrisch in de y-as -1,32 1,32 1.2

x4 = -3 x = -3¼ Er is geen oplossing 4 p is negatief ( n = even ) er zijn geen oplossingen x4 = -3 x = -3¼ Er is geen oplossing 1.2

4x4 + 153 = 53x2 4x4 – 53x2 + 153 = 0 stel x2 = p 4p2 – 53p + 153 = 0 opgave 26a 4x4 + 153 = 53x2 4x4 – 53x2 + 153 = 0 stel x2 = p 4p2 – 53p + 153 = 0 D = (-53)2 – 4 · 4 · 153 D = 361 p = --53 ± √361 8 p = 72/8 v p = 34/8 p = 9 v p = 4¼ x2 = 9 v x2 = 4¼ x = 3 v x = -3 v x = √4¼ v x = - √4¼

Modulusvergelijkingen er zijn 2 getallen op de getallenlijn met afstand 4 tot 0 dat zijn -4 en 4 we zeggen dat de modulus van 4 gelijk is aan 4 en dat de modulus van -4 gelijk is aan 4 notatie : |5| = 5 en |-5| = 5 i.p.v. modulus zeggen we ook wel absolute waarde dus de absolute waarde van -7 is 7 |x| is de absolute waarde ofwel de modulus van x |x| is de afstand van het getal x tot o op de getallenlijn |x| = afstand = 4 afstand = 4 -4 -4 x als x ≥ 0 -x als x < 0 1.2

y y = 8 8 6 4 y = | 2x - 1 | 2 -3 -2 -1 1 2 3 4 x -2 -4 -6 opgave 28a los grafisch op : 6 4 y = | 2x - 1 | 2 -3 -2 -1 1 2 3 4 x -3½ 4½ -2 los algebraïsch op : | 2x - 1 | = 8 2x – 1 = 8 v 2x – 1 = -8 2x = 9 v 2x = -7 x = 4½ v x = -3½ -4 y = 2x - 1 -6

Wortelvergelijkingen oplossen opgave 33a 2x + √x = 10 √x = 10 – 2x x = (10 – 2x)2 x = 100 – 40x + 4x2 -4x2 + 40x + x – 100 = 0 -4x2 + 41x – 100 = 0 D = (41)2 – 4 · -4 · -100 D = 81 x = x = 6¼ v x = 4 isoleer de wortelvorm kwadrateer het linker- en het rechterlid los de vergelijking op -4 +/- √81 -8 controleer of de oplossingen kloppen voldoet niet voldoet 1.3

opgave 33b √(x + 12) = x x + 12 = x2 -x2 + x + 12 = 0 x2 – x – 12 = 0 x – 4 = 0 v x + 3 = 0 x = 4 v x = -3 opgave 33c 2x + √x = 6 √x = 6 – 2x x = (6 – 2x)2 x = 36 – 24x + 4x2 -4x2 + 24x + x – 36 = 0 -4x2 + 25x – 36 = 0 D = (25)2 – 4 · -4 · -36 D = 49 x = x = 4 v x = 2¼ opgave 33d 10 - x √x = 2 -x √x = -10 + 2 -x √x = -8 x2 · x = 64 x3 = 64 x = 3 √64 x = 4 -25 ± √49 -8 voldoet voldoet voldoet niet voldoet niet voldoet

Substitutie bij wortelvergelijkingen opgave 36a x3 + 30 = 11x √x x3 – 11x √x + 30 = 0 stel x √x = p p2 – 11p + 30 = 0 (p – 6)(p – 5) = 0 p – 6 = 0 v p – 5 = 0 p = 6 v p = 5 x √x = 6 v x √x = 5 x2 · x = 36 v x2 · x = 25 x3 = 36 v x3 = 25 x = 3 √36 v x = 3 √25 -6 - 5 = -11 en -6 · -5 = 30 kwadraat voldoet voldoet 1.3

Gebroken vergelijkingen Regels voor het algebraïsch oplossen van gebroken vergelijkingen = 0 geeft A = 0 = geeft A = C = geeft A = 0 v B = C = geeft AD = BC A B 0 1 = 0 = kan niet een breuk is nul als de teller nul is en de noemer niet A B C B 1 0 A B A C 0 0 A B C D 0 5 controleer of geen noemer nul wordt 1.3

opgave 41a = 2 = (3x2 – 10) · 1 = (x2 + 1) · 2 3x2 – 10 = 2x2 + 2 = 2 = (3x2 – 10) · 1 = (x2 + 1) · 2 3x2 – 10 = 2x2 + 2 3x2 – 2x2 = 10 + 2 x2 = 12 x = √12 v x = - √12 opgave 41d = 1 = (6x2 – 12) · 3 = (x4 – 2x2 + 1) · 4 18x2 – 36 = 4x4 – 8x2 + 4 -4x4 + 18x2 + 8x2 – 36 – 4 = 0 -4x4 + 26x2 - 40 = 0 -4p2 + 26p – 40 = 0 p = 4 v p = 2½ x2 = 4 v x2 = 2½ x = 2 v x = -2 v x = √2½ v x = - √2½ 3x2 – 10 6x2 – 12 x2 + 1 (x2 – 1)2 3x2 – 10 2 6x2 – 12 4 kruistabel x2 + 1 1 x4 – 2x2 + 1 3 3x2 – 10 2 6x2 – 12 4 x2 + 1 1 x4 – 2x2 + 1 3 voldoet stel x2 = p voldoet D = 262 – 4 · -4 · -40 D = 36 p = (-26 - √36) : -8 = 4 v p = (-26 +√36) : -8 = 2½

Lineaire vergelijking met twee variabelen algemene vorm ax + by = c grafiek is een rechte lijn vb.1 2y + 3x = 8 om de grafiek te plotten moet je eerst y vrijmaken 2y = -3x + 8 y = -1½x + 4 voer in y1 = -1½x + 4 je kunt de grafiek ook tekenen zonder de formule in te voeren in de GR snijpunt met de y-as is (0, 4) rc = -1½ of je gebruikt de formule 2y + 3x = 8 je maakt een tabel met 2 punten vul bijv. x = 0 en x = 2 in dan krijg je de punten (0, 4) en (2, 1) teken de punten en de lijn y 4 ● ● : 2 -1½ 3 ● 2 1 ● x -1 1 2 3 4 -1 1.4

Stelsels vergelijkingen vb.2 gegeven zijn de lijnen f : 2y + x = 4 en g : y – 3x = -5 het punt (2, 1) is het snijpunt van de lijnen of (2, 1) is de oplossing van 2y + x = 4 als van y – 3x = -5 we zeggen dat (2, 1) de oplossing is van het stelsel 2y + x = 4 y – 3x = -5 y 4 g 3 f 2 1 ● x -1 1 2 3 4 -1 1.4

Algebraïsch oplossen van een stelsel vergelijkingen 2y + x = 4 y – 3x = -5 3 1 stap 1: kan elimineren door optellen? + - stap 2: kan elimineren door aftrekken? 3y – 2x = -1 y + 4x = 9 nee nee stap 3: kan elimineren door eerst te vermenigvuldigen en dan optellen of aftrekken ? x geëlimineerd 6y + 3x = 12 y – 3x = -5 + invullen 7y = 7 y = 1 : 7 y = 1 2y + x = 4 2 · 1 + x = 4 2 + x = 4 x = 2 - 2 maakt niet uit welke vergelijking de oplossing is (2, 1) 1.4

+ - - opgave 49a 5x + 2y = 69 x + 3y = -7 3 2 6x + 5y = 62 4x - y = 76 stap 1: kan elimineren door optellen ? + - stap 2: kan elimineren door aftrekken ? 6x + 5y = 62 4x - y = 76 stap 3: kan elimineren door eerst te vermenigvuldigen en dan optellen of aftrekken ? y geëlimineerd nee nee 15x + 6y = 207 2x + 6y = -14 - invullen 13x = 221 x = 17 : 13 x = 17 x + 3y = -7 17 + 3y = -7 3y = -24 y = -8 -17 maakt niet uit welke vergelijking : 3 de oplossing is (17, -8)

elimineren door aftrekken opgave 52 y = ax² + c gaat door de punten (1, 8) en (2, 17) elimineren door aftrekken (1, 8) invullen geeft 8 = a · 1² + c 8 = a + c a + c = 8 (2, 17) invullen geeft 17 = a · 2² + c 17 = 4a + c 4a + c = 17 a + c = 8 4a + c = 17 - -3a = -9 a = 3 : -3 a + c = 8 a = 3 invullen 3 + c = 8 c = 5 - 3 dus a = 3 en c = 5 y = 3x2 + 5

elimineren door optellen opgave 55 y = ax² + bx + c gaat door de punten (-2, -10) , (0, 4) en (3, -5) (0, 4) invullen geeft 4 = c c = 4 (-2, -10) invullen geeft -10 = 4a – 2b + 4 4a – 2b = -14 (3, -5) invullen geeft -5 = 9a + 3b + 4 9a + 3b = -9 4a – 2b = -14 9a + 3b = -9 3 2 elimineren door optellen 12a – 6b = -42 18a + 6b = -18 + 30a = -60 a = -2 : 30 9a + 3b = -9 a = -2 invullen 9 · -2 + 3b = -9 -18 + 3b = -9 3b = 9 b = 3 +18 dus a = -2 , b = 3 en c = 4 y = -2x2 + 3x + 4 : 3

2x + 2(4x – 3) = 9 2x + 8x – 6 = 9 10x – 6 = 9 10x = 15 x = 1½ opgave 57a 2x + 2y = 9 y = 4x - 3 is x of y al vrijgemaakt dan kun je een stelsel oplossen m.b.v. elimineren door substitutie 2x + 2(4x – 3) = 9 2x + 8x – 6 = 9 10x – 6 = 9 10x = 15 x = 1½ invullen + 6 : 10 x = 1½ y = 4x - 3 y = 4 · 1½ - 3 y = 6 - 3 y = 3 de oplossing is (1½, 3)

De vergelijking x² = 2x + 3 kun je op 2 manieren oplossen 1 algebraïsch x² = 2x + 3 x² - 2x – 3 = 0 ( x + 1 )( x - 3 ) = 0 x + 1 = 0 v x - 3 = 0 x = -1 v x = 3 prod= -3 +1 +1 -3 -3 -1 +3 1.5

2 grafisch-numeriek (m.b.v. GR) f(x) = 0  nulpunten berekenen optie zero of ROOT 2 grafisch-numeriek (m.b.v. GR) de oplossingen van de vergelijking x² = 2x + 3 zijn de x-coördinaten van de snijpunten van de grafieken van f(x) = x² en g(x) = 2x + 3 voer in y1 = x² en y2 = 2x + 3 optie intersect geeft x = -1 v x = 3 1.5

Grafisch-numeriek y 10 8 6 4 2 -4 -3 -2 -1 1 2 3 4 x -2 y2 -4 -6 x² = 2x + 3 y1 = x² y2 = 2x + 3 optie intersect x = -1 v x = 3 6 4 2 -4 -3 -2 -1 -1 1 2 3 3 4 x -2 y2 -4 -6 1.5

opgave 65c |x2 – 4x| = |x2 + 2x - 3| x2 – 4x = x2 + 2x – 3 v x2 – 4x = -(x2 + 2x – 3) x2 – x2 – 4x – 2x + 3 = 0 v x2 – 4x = -x2 – 2x + 3 -6x = -3 v x2 + x2 – 4x + 2x – 3 = 0 x = ½ v 2x2 – 2x – 3 = 0 x = ½ v x ≈ 1,82 v x ≈ -0,82 |x2 – 4x| D = (-2)2 – 4 · 2 · -3 D = 4 + 24 = 26 x = (--2 + √26) : 4 v x = (--2 - √26) : 4 x = 1,82 v x = -0,82 |x2 + 2x - 3| -0,77 0,5 1,77

Los op: y x x² < 2x + 3 f(x) = x² g(x) = 2x + 3 f(x) = g(x) werkschema bij het oplossen van ongelijkheden 1 los de vergelijking f(x) = g(x) op 2 schets de grafieken van f en g 3 lees uit de schets de oplossingen af Los op: y x² < 2x + 3 f(x) = x² g(x) = 2x + 3 f(x) = g(x) x² = 2x + 3 x²- 2x – 3 = 0 ( x + 1 )( x - 3 ) = 0 x = -1 v x = 3 aflezen uit de schets -1 < x < 3 f lees het antwoord af op de x-as f(x) < g(x) wanneer ligt de grafiek van f onder die van g -1 3 x g

Los op: y x x³ - 2x² > 3x – 4 voer in y1 = x³ - 2x² y2 = 3x - 4 Bij het oplossen van de ongelijkheid f(x) < g(x) waarbij je niet algebraïsch te werk hoeft te gaan, mag je de vergelijking f(x) = g(x) grafisch-numeriek oplossen. Los op: y x³ - 2x² > 3x – 4 voer in y1 = x³ - 2x² y2 = 3x - 4 optie intersect x ≈ 1,56 v x = 1 v x ≈ 2,56 aflezen uit de schets -1,56 < x < 1 v x > 2,56 y1 1 -1,56 2,56 x y2 lees het antwoord af op de x-as f(x) > g(x) wanneer ligt de grafiek van f boven die van g

opgave 68c x2 – 4x ≤ -x2 – 5x + 6 x2 – 4x = -x2 – 5x + 6 D = 12 – 4 · 2 · -6 D = 1 + 48 = 49 x = (-1 ± √49) : 4 x = 1,5 v x = -2 -2 ≤ x ≤ 1,5 Wanneer ligt de dalparabool onder de bergparabool ? -2 1,5

opgave 69c |x3 – 10x| ≤ 2x + 8 -3,24 ≤ x ≤ -3,06 v -0,69 ≤ x ≤ 1,24 v 2 ≤ x ≤ 3,76

p -3 3 opgave 72a x2 + (p2 – 2)x + 12¼ = 0 D = b2 – 4 · 1 · 12¼ stel p2 – 2 = b b2 – 49 > 0 b2 = 49 b = 7 v b = -7 p2 – 2 = 7 v p2 – 2 = -7 p2 = 9 v p2 = -5 p = 3 v p = -3 geen oplossing dus p < -3 v p > 3 p -3 3