Theorie Stappen in hulpverleningsproces: 1 Inventarisatie probleem 2 Nuancering probleem 3 Verhelpen probleem VANDAAG: Inventarisatie probleem 04/04/2017
Doelen 1e gesprek Doel 1: Werkrelatie vestigen met cliënt opdat deze zich veilig voelt om zich te durven uiten. Doel 2: Problemen rustig verkennen zonder dat cliënt het gevoel heeft dat er van alles van hem/haar wordt verwacht. Doel 3: Enige ordening in problemen aanbrengen Doel 4: Duidelijkheid verschaffen aan cliënt over wat hij/zij van hulpverlener kan verwachten. 04/04/2017
Valkuil Cliënt heeft eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden om zelf oplossingen te vinden. ECHTER Beginnende hulpverleners hebben vaak de neiging binnen vijf minuten een vragenvuur op de cliënt los te laten. PAS OP VOOR VRAGENVUUR! Goede luistervaardigheden en regulerende vaardigheden helpen dit vragenvuur te voorkomen 04/04/2017
2 soorten vaardigheden Luistervaardigheden en Regulerende vaardigheden Non-verbaal gedrag zegt iets over betrekking: Jan doe jij de deur even dicht? Kan aardig, of snauwend etc. pp 119 Niet alleen hoe client op jou reageert,maar ook hoe jij op hem reageert. Non-verbaal: gelaatsuitdrukking, oogcontact, lichaamstaal, aanmoedigende gebaren 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Non-verbaal gedrag zegt iets over betrekking: Jan doe jij de deur even dicht? Kan aardig, of snauwend etc. pp 119 Niet alleen hoe client op jou reageert,maar ook hoe jij op hem reageert. Non-verbaal: gelaatsuitdrukking, oogcontact, lichaamstaal, aanmoedigende gebaren 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Verbaal volgen: met opmerkingen aansluiten bij wat de client gezegd heeft. GEEN nieuwe onderwerpen aansnijden. Alleen dan kan client zijn eigen gedachtenspoor afmaken. Concreet: kleine aanmoedigingen oh, ja, aha, ga verder, herhaling laatste woord(en) 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Stiltes: kan ook aanmoedigend zijn door gelegenheid tot nadenken. Reden stilte: 1 verwerken, 2 het valt client moeilijk om verder te praten, 3 client weet niet wat hij verder zou moeten vertellen. Aan hulpverlener om in te schatten wat voor soort stilte het is. Stilte bespreekbaar maken: ïk merk dat je al een tijdje stil bent, hoe komt dat volgens jou?”. 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Selectieve luistervaardigheden Vragen stellen, parafraseren inhoud, reflecteren gevoel, concretiseren, samenvatten Vragen stellen: Open vragen, gesloten vragen, suggestieve vragen, waarom vragen pp128 -open vragen bij begin van het gesprek of verderop in het gesprek wanneer je van een bepaald onderwerp meer wil weten. Voorbeeld: Wat voor werk doe je? Hoe gaat het op je werk? Gesloten vragen: bij feitelijke en specifieke informatie. Heeft wel nadelen. Ten eertse: client wordt beperkt in zijn uitingen. 2 zijn vaak suggestief, 3 client geeft steeds kortere antwoorden, voelt zich minder verantwoordelijk voor het gesprek Waarom vragen: kan bedreigend zijn, vooral in het begincontact. Kan het idee wekken dat client ter verantwoording wordt geroepen. Als je waarom vragen gebruikt, let dan op de toon: waarom drink je zoveel? Vs. Heb je een idee waarom je zoveel drinkt? 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Selectieve luistervaardigheden Vragen stellen, parafraseren inhoud, reflecteren gevoel, concretiseren, samenvatten Parafraseren inhoud = kort in eigen woorden weergeven van het belangrijkste dat client heeft gezegd op veronderstellende toon . 3 doelen: 1 client merkt dat je luistert, 2 checken of je goed begrepen hebt wat er is gezegd, 3 verheldering voor client 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Selectieve luistervaardigheden Vragen stellen, parafraseren inhoud, reflecteren gevoel, concretiseren, samenvatten Reflecteren van gevoel = spiegelen van gevoel. Hiermee maak je duidelijk dat je probeert te begrijpen hoe client zich voelt of heeft gevoeld. 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Selectieve luistervaardigheden Vragen stellen, parafraseren inhoud, reflecteren gevoel, concretiseren, samenvatten Concretiseren: de client zo nauwkeurig mogelijk over problemen laten vertellen.Clienten hebben de neiging hun klachten in vage en abstracte bewoordingen te verpakken. Luisteren, aanmoedigen, open/gesloten vragen, parafraseren en reflecteren zijn allemaal nodig. Voorbeeld: het gaat slecht met me wat gaat er dan slecht? Rood licht: het, altijd, alles, nooit. 04/04/2017
Luistervaardigheden Niet-selectieve luistervaardigheden Non-verbaal gedrag Aandachtgevend gedrag Verbaal volgen, stiltes Selectieve luistervaardigheden Vragen stellen, parafraseren inhoud, reflecteren gevoel, concretiseren, samenvatten Samenvatten: doel - hulpverlener kan nagaan of hij client goed begrepen heeft. Stimulering van client tot verdere exploratie van zijn gedachten en gevoelens Ordening van het gesprek Wanneer samenvatten? Behoefte hulpverlener Als client niets meer vertelt Eind van gesprek Begin volgend gesprek 04/04/2017
Regulerende vaardigheden Openen van het gesprek Terugkoppeling naar doelen Situatie verduidelijken Hardop denken Afsluiten van het gesprek 04/04/2017
Regulerende vaardigheden Openen van het gesprek Duidelijkheid tijdsduur en doel van het gesprek Duidelijkheid verwachtingen Geef duidelijkheid over de tijdsduur en het doel van het gesprek. Voorbeeld 1e zin: Nou Kees, je wilde eens komen praten. Daar hebben we nu drie kwartier de tijd voor. Maar eerst zal ik wat vertellen over hoe ik in het algemeen gewend ben te werken. Ik zou eerst graag samen wat helderder krijgen wat er zoal speelt. Daar is in ieder geval dit eerste gepsrek voor. Eind van 1e gepsrek dient er duidelijkheid te zijn over wat de patient verwacht en wat hij kan verwachten. 04/04/2017
Regulerende vaardigheden Terugkoppeling naar doelen Gaat het gesprek de goede kant op? Is het doel bereikt? Terugkoppeling naar doelen: gaat het gesprek de goede kant op. Bijv. Doel 1e gesprek is helder krijgen wat er speelt. 04/04/2017
Regulerende vaardigheden Situatie verduidelijken Onduidelijkheden en eventuele misverstanden ter sprake brengen Situatie verduidelijken: onduidelijkheden (wat hulpverlener wel en niet kan bijv. Kant en klare oplossingen) en evt. Misverstanden ter sprake brengen (client wil afspraak met hullpverlener buiten instantie om). 04/04/2017
Regulerende vaardigheden Hardop denken 1 client merkt bij stilte wat er in de hulpverlener omgaat 2 gedachten van de hulpverlener raken niet geblokkeerd 3 helpt het gesprek weer op gang 4 voorbeeld voor client die ook moet leren om hardop te denken 5 bevordert samenwerking Hardop denken: client merkt bij stilte wat er in de hulpverlener omgaat, 2 gedachten van de hulpverlener raken niet geblokkeerd, 3 het helpt het gesprek weer op gang, 4 voorbeeld voor client die ook moet leren om hardop te denken, 5 bevordert samenwerking 04/04/2017
Regulerende vaardigheden Afsluiten van het gesprek Samenvatten Client laten samenvatten Meta-communicatie = gesprek over het gesprek Afsluiten van het gesprek: samenvatten, client laten samenvatten, meta-communicatie = gesprek over het gesprek 04/04/2017