tijd lexicaal aspect aktionsart lokalisering op tijdsas

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1 Op Stap naar het SO. 2 • Waar gaat het om ? • Eerst even kijken naar het keuzewerkboek • Wat moest er zo dringend veranderen ? • Studiekeuzetaken !
Advertisements

BRIDGE Vervolgcursus Vervolg op starterscursus Bridgeclub Schiedam ‘59 info: Maandagavond: 19: – of
Op zoek naar de ware Over de zoektocht naar een christelijke partner
1 19 jan Urk. 2 de context van 2Korinthe 3  Paulus reageert op beschuldigingen dat hij onbevoegd zou zijn (3:1,2);  Paulus plaatst zijn Evangelie.
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
28 juni 2009 Paëllanamiddag 1 Paëllanamiddag 28 juni 2009 Voorbereiding vrijdagavond (Loopt automatisch - 7 seconden)
Op zoek naar de ware This material is freely provided to help you build your own Power Point presentation to meet the needs of your group. 1 Based on eBook:
WAAROM? Onderzoek naar het meest geschikte traject voor de verlenging tot in Sint-Niklaas van het bestaande fietspad naast de Stekense Vaart en de Molenbeek.
Prekenserie Handelingen - deel 6 (slot) ‘Gods Woord overwint omdat het mensen in de vrijheid zet!’ Hand 28,31.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Personalisatie van de Archis website Naam: Sing Hsu Student nr: Datum: 24 Juni 2004.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
7 april 2013 Zoetermeer 1. 1Korinthe Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 2.
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Kan ook maar iets dat gemaakt wordt door mensen in de buurt komen van de schoonheid van de natuur? Misschien muziek! FAUNA FAUNA.
Een Concert van het Nederlands Philharmonisch Orkest LES 4 1.
prNBN D addendum 1 Deel 2: PLT
1. 3 Indien iemand een andere leer verkondigt en zich niet voegt naar de gezonde woorden van onze Here Jezus Christus*... * = de woorden die de Here Jezus.
Persoonlijk worden.
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
Variatie in betekenis Werkgroepopdracht 1b.
Passie - Verrijzenis Arcabas
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Vragen, Opmerkingen, ….
Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Hulpwerkwoorden can must may etc.
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
1 7 nov Rijnsburg 7 nov Rijnsburg. 2 Hebreeën 7 15 En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester.
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Geometrie en topologie Rob Kromwijk, 26 juli 2012.
2009 Tevredenheidsenquête Resultaten Opleidingsinstellingen.
PLAYBOY Kalender 2006 Dit is wat mannen boeit!.
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 01 – Deel B
Natuurlijke-Taalinterfaces Week 7 Discourse Representation Theory.
Woordvolgorde met woorden van tijd
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
2 januari 2009Nieuwjaarsreceptie "Meule wal straete" 1 Nieuwjaarsreceptie 2 januari 2009 Eerste bijeenkomst van de bewoners van de “Meule wal straete”
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 5.
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 3.
Fractale en Wavelet Beeldcompressie
Fractale en Wavelet Beeldcompressie
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
aangename ont - moeting
1 4 september 2014 Rijnsburg 4 september 2014 Rijnsburg.
Toets 1 Examen Reinder Reen.
Lucas 15: 11 En Hij zeide: Iemand had twee zonen
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
ZijActief Koningslust
1 DE ADVIEZEN VAN BEURSMAKELAAR BERNARD BUSSCHAERT Week
1 Jeroen de Vries Topologie. 2  Historische basis  Belangrijkste concepten  Topologie in de praktijk Inhoud:
ONTSPAN , LUISTER EN LEES
Om het maar niet te vergeten… Om het maar niet te vergeten… We will not forget We will not forget
Deltion College Engels B2 Lezen [Edu/003] thema: Topical News Lessons: The Onestop Magazine can-do: kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over.
Grammar Chapter 3 Part 2 – Relative pronouns. Some examples The man in the middle who is reading a newspaper is my father. The man in the middle that.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
Grammar – period 2.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Transcript van de presentatie:

tijd lexicaal aspect aktionsart lokalisering op tijdsas aspectuele klassen interne structuur van eventualities aktionsart = lexicaal aspect

grammaticaal aspect viewpoint aspect grammaticale elementen die ‘spelen’ met de interne structuur van eventualities viewpoint aspect  grammaticaal aspect

Tijd en aspect in teksten: Deel I Variatie in betekenis Tijd en aspect in teksten: Deel I

Inleiding

Tijd als voornaamwoord… Reichenbach [The determination of the reference time R] is […] given by the context of speech. In a story, for instance, the series of events recounted determines the point of reference which in this case is in the past, seen from the point of speech; some individual events lying outside this point are then referred, not directly to the point of speech, but to this point of reference determined by the story.

Tijd als voornaamwoord… Partee Geeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden II. Sam took the car yesterday and Sheila took it today. When Susan walked in, Peter left. Tijden kunnen anaforisch gebruikt worden

Tijd als voornaamwoord… Partee Geeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden I. She left me. I didn’t turn off the stove. She verwijst naar een specifieke persoon zonder terug te verwijzen. Didn’t turn off the stove verwijst naar een specifiek moment waarop ik de kachel vergeten ben uit te zetten. Tijden kunnen deictisch gebruikt worden

Tijd als voornaamwoord… Partee Geeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden III. Every student spoke to the student in front of him. When you eat Chinese food, you’re always hungry an hour later. him hangt af van every student you’re always hungry an hour later hangt af van when you eat Chinese Tijden kunnen ‘gebonden’ worden

Tijd als voornaamwoord… Partee Geeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden IV. > herhaalt illustraties I en II (laat zien dat tijden zowel anaforisch als deictisch gebruikt kunnen worden)

Tijd als voornaamwoord… Partee Geeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden > tijden kunnen anaforisch gebruikt worden > tijden kunnen deictisch gebruikt worden > tijden kunnen gebonden worden

Tijd als voornaamwoord… Partee Geeft vier illustraties van correspondenties tussen voornaamwoorden en werkwoordstijden > tijden kunnen anaforisch gebruikt worden > tijden kunnen deictisch gebruikt worden > tijden kunnen gebonden worden

Tijd als voornaamwoord… Partee I will try to show that there are uses of the tenses parallel to each of the uses of the pronouns, suggesting that the best representation of the English tenses should be structurally similar to the representation of pronouns (leaving open for the time being what form that representation should take). p. 602 > Dit was in 1973… >> Fast forward naar 1981-1993

Eerste stappen in DRT

Begin jaren 80 > Besef groeit dat taalkunde die zich enkel bezighoudt met geïsoleerde zinnen niet compleet is. > Ontwikkeling van modellen die bijhouden wat er in zinnen binnen één discourse gezegd wordt zodat de regels die spelen binnen de opbouw van een discourse bestudeerd kunnen worden. > Twee onafhankelijk ontwikkelde modellen: File Change Semantics (Heim) en Discourse Representation Theory (Kamp & Reyle).

Begin jaren 90 > Publicatie van From discourse to logic > Kamp en Reyle’s uitwerking/handboek van Discourse Representation Theory

Basis van DRT > De semantiek > Creëren van een mini-wereld waarin we alle informatie verzamelen die een discourse ons geeft. Deze mini-wereld bevat de individuen die geïntroduceerd worden en bevat alle informatie die we over hen hebben. > De representatie van deze mini-wereld wordt ‘Discourse Representation Structure’ genoemd of ook kortweg ‘Box’.

Een speelgoedvoorbeeldje Nijntje houdt van Boris. Ze is heel blij. de individuen in onze mini-wereld: de informatie over hen : Nijntje Boris

Een speelgoed-formalizering Nijntje houdt van Boris. Ze is heel blij. de individuen in onze mini-wereld: universe de informatie over hen: x Nijntje (x) y Boris (y) conditions x houdt van y x is heel blij box of DRS

Een vereenvoudigde procedure > Regels voor eigennamen: - Introduceer een nieuwe discourse referent in de universe. - Introduceer in de set met conditions een condition waarbij je de discourse referent die je geïntroduceerd hebt plaats in haakjes achter de eigennaam.

Een vereenvoudigde procedure Nijntje houdt van Boris. x y Nijntje (x) Boris (y)

Een vereenvoudigde procedure > Regels voor werkwoorden: - Voeg een condition toe waarin je – op basis van de syntactische informatie – de discourse referenten die staan voor de argumenten van het werkwoord aan elkaar linkt. - Vb. x loopt x houdt van y x gaf y aan z

Een vereenvoudigde procedure Nijntje houdt van Boris. x y Nijntje (x) Boris (y) x houdt van y

Een vereenvoudigde procedure > Regels voor voornaamwoorden: - Introduceer een nieuwe discourse referent in de universe. - Introduceer in de set met conditions een condition van het type = waarbij  de nieuw geïntroduceerde discourse referent is en  een passende discourse referent is die je kiest uit de universe van de DRS.

Een vereenvoudigde procedure Nijntje houdt van Boris. x y z Zij is heel gelukkig. Nijntje (x) Boris (y) x houdt van y z = x z is heel gelukkig / x is heel gelukkig

En wat nu we een DRS hebben? > In semantiek proberen we in het algemeen de betekenis van een zin te omschrijven door te specificeren wat het geval moet zijn opdat de zin waar zou zijn. > In DRT is dit niet anders maar i.p.v. zinnen hebben we het nu over DRS’en: Een DRS is ‘waar’ als we voor elke discourse referent in de universe een individu in de echte wereld kunnen vinden die voldoet aan alle conditions.

‘Waarheid’ van een DRS x y z Nijntje (x) Boris (y) x houdt van y z = x z is heel gelukkig Deze DRS is ‘waar’ als we in de echte wereld een individu kunnen vinden dat Nijntje heet en één dat Boris heet. Bovendien moet dit Nijntje-individu van het Boris-individu houden en heel gelukkig zijn.

Tijd en aspect in DRT: basisaannames

Basisaannames > Hoe kijken Kamp & Reyle naar tijd? Maken ze een onderscheid tussen verleden/heden of tussen verleden/heden/toekomst? > Hebben ze een semantiek die gebaseerd is op points, intervals of events? > Hoeveel aspectuele klassen onderscheiden ze? > Wat zeggen ze over grammaticaal aspect?

Basisaannames > Hoe kijken Kamp & Reyle naar tijd? Maken ze een onderscheid tussen verleden/heden of tussen verleden/heden/toekomst? Kamp & Reyle maken een onderscheid tussen verleden, heden en toekomst.

Basisaannames > Hebben ze een semantiek die gebaseerd is op points, intervals of events? cf. fragment 1 > Hoeveel aspectuele klassen onderscheiden ze? cf. fragment 2+3 > Wat zeggen ze over grammaticaal aspect? cf. fragment 4

Tijd en aspect in DRT: een eerste lading relevante feiten

Relevante feiten > We kunnen een onderscheid tussen verleden, heden en toekomst maken. > We moeten bijgevolg een referent in onze DRS hebben die staat voor het heden. > n > Vb. Als X voorafgaat aan n schrijven we bijvoorbeeld X<n.

Relevante feiten Mary was ill on Sunday. Vendler st. DRT states Mary was writing on Sunday. Vendler act. Mary wrote a letter on Sunday. Vendler acc. DRT events Mary won a race on Sunday. Vendler ach.

Relevante feiten > We kunnen elke eventuality linken aan een in de discourse gespecificeerd moment in de tijd. > Voor accomplishments en achievements vindt de eventuality plaats binnen het moment > Voor states en activities kan de eventuality echter ook vroeger begonnen zijn en ook nog verder voortduren.

Relevante feiten > We kunnen elke eventuality linken aan een in de discourse gespecificeerd moment in de tijd. > We moeten bijgevolg in onze DRS referenten voor momenten kunnen toevoegen. > t > Vb. On Sunday introduceert een referent t en een condition On Sunday (t)

Relevante feiten > Voor accomplishments en achievements vindt de eventuality plaats binnen het moment > Voor states en activities kan de eventuality echter ook vroeger begonnen zijn en ook nog verder voortduren. > In onze DRS moeten we bijgevolg de relatie tussen t en events enerzijds en states anderzijds anders definiëren. > States: st > Events: et

Relevante feiten > I didn’t turn off the stove. > Blijkbaar hebben we niet altijd een bijwoordelijke bepaling nodig om eventualities in de tijd te lokaliseren. Twee mogelijkheden: Ofwel zeggen we dat eventualities direct gelinkt kunnen worden aan n. Ofwel zeggen we dat eventualities een moment t introduceren dat op zijn beurt gelinkt kan worden aan n.

Relevante feiten > I didn’t turn off the stove. > Blijkbaar hebben we niet altijd een bijwoordelijke bepaling nodig om eventualities in de tijd te lokaliseren. Twee mogelijkheden: Ofwel zeggen we dat eventualities direct gelinkt kunnen worden aan n. Ofwel zeggen we dat eventualities een moment t introduceren dat op zijn beurt gelinkt kan worden aan n.

Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels

Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > We nemen aan dat er altijd een discourse referent n voorhanden is die staat voor het spreekmoment. > Als er geen bijwoordelijke bepaling van tijd is introduceert een werkwoord een nieuwe referent t (t1, t2,…). n t s/e > States introduceren een nieuwe referent s (s1, s2,…) > Events introduceren een nieuwe referent e (e1, e2, …)

Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > Afhankelijk van de werkwoordstijd, lokaliseren we t voor, na of tegelijk met n. > States lokaliseren we t.o.v. t als st. > Events lokaliseren we t.o.v. t als et. > Rest nog de eigenlijke condition waarin we het werkwoord en de argumenten aan elkaar linken. n t s/e t<n / t=n / n<t st / et s: x houdt van y / e: x doodt y

Terug naar Nijntje Nijntje houdt van Boris. n x y t s Nijntje (x) st s: x houdt van y