CMC 2007 Communicatie in en tussen groepen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5 Consumentengedrag
Advertisements

‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
Omgaan met je werkpartners Contact op professioneel gebied
Interculturele Communicatie
Wat was toen het grootste het grootste probleem van de van de FOD?
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
EDO in het basisonderwijs Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in het onderwijs Brussel, 20 januari 2009 Marleen Wouters, Departement Onderwijs en Vorming.
Over consumenten, gedrag en marketing
Theorie hoofdstuk 7 en 8 Anne Steevensz Nathalie van Nispen
Peter Dirven WELKOM Innovatie ?
culturen categoriseren: basiswaarden
Kwaliteit met beleid Petra Verhagen
Arbeidstevredenheid en prestaties
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
Annet H. de Lange Een leven lang gemotiveerd aan het werk?
Organisatiecultuur = het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen,
Hoofdstuk 6-12 Kort samengevat.
Hoofdstuk 5 Consumentengedrag
Faculteit der Letteren Communicatie- en Informatiewetenschappen
Leren in en door organisaties
Informeel leren en….. social media
TOPOI Model: Taal Verbale communicatie: Wat zegt de ander precies?
Presentatie Interculturele Communicatie: theorie
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Media en Creativiteit 6 - Identiteit Hogeschool – Media aan de Maas Jaar 2 – Periode 2 – Les 4 Ik, wij en de rest Jij in het grotere geheel.
Consumentengedrag Neoklassieke economische theorie: afweging geld/nut.
Gedrag in organisaties, 9e editie
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Management van gedrag Hoofdstuk 8 Leiderschap 1.
De aard en effectiviteit van management
Organisatieontwikkeling: cultuur, conflict en verandering
Leerlingen als partners in een leergemeenschap
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
It’s not you, it’s the didactics that matter, stupid…
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Gedrag in organisaties, 10e editie
De Fundamenten van Individueel Gedrag
Gedrag in organisaties, 10e editie
Consumentengedrag Hoofdstuk 4 par. 4.4 en 4.5 MK01 HEO-CE1.
Schitterende Organisaties®
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
TEKST 13 SAMENWERKING IN HET ALGEMEEN
Gender en wiskunde Anja Jansen 2007.
Effecten van visualisatie van participatie tijdens CSCL
Sociale MediaSociale Media: de “killer application” voor ICT Het huwelijk van Sociaal en Digitaal.
recipients’ impressions of senders’ likability
Ethnicity, gender and entrepreneurship
Ongelijkheid in toegang tot digitale systemen Twee voorbeelden Invloedsfactoren Statistieken en Bronnen Alexandre Vantomme.
Samenwerking met organisaties: troeven en valkuilen
Openbaar je talent Service public, talent particulier.
Goede voorbereiding is het halve werk
Cross-national, cross-cultural OB research: advances, gaps, and recommendations Tsui, Nifadkar, & Ou (2007) Journal of Management, 33,
Master in de Meertalige Professionele Communicatie Visualization of agreement and discussion processes during computer-supported collaborative learning.
Cross-cultural OB Gelfand, Erez, & Aycan (2007) Annual Review of Psychology, 58,
High Performing Teams De Kunst van het Bewegen drs. Eric Slager.
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat
Week 2.  Theoretische inleiding vaardigheden  Bespreken van de verdiepende leervraag  Oefenen met vaardigheden  Laatste uur: zelfstandig oefenen.
Opvoedstijlen en interculturele communicatie
Groepsdynamica.
Jeugdcultuur Week 2 jongeren,peergroup en als het even anders gaat.
Interactiepatronen in het onderwijs Oriëntatiecollege CIW Hoorcollege 4, 18 april 2001 Kees de Glopper.
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Basics over communicatie
Communicatie 7e les.
Internationaal I Cultuur zit in je.
Internationaal I Cultuur zit in je.
Interculturele communicatie
Transcript van de presentatie:

CMC 2007 Communicatie in en tussen groepen Het heelal: hoe verder men kijkt Hoe groter het lijkt……..

Literatuur Thurlow e.a.(2004), Strand 1, Unit 5; Strand 2, Unit 1, 4, 5, 7 Lea, M., Rogers, P., Postmes, T.(2002) SIDE-VIEW: Evaluation of a system to develop team players and improve productivity in Internet collaborative groups. Britisch Journal of Educational Technology Vol. 33 No 1, 2002 Grace-Farfaglia, P. Dekkers, A., Sundararajan, B., Peters, L., Park, S. (2006). Multinational web uses and gratifications: Measuring the social impact of online community participation across national boundaries. Electronic Commerce Research (2006) 6: 75-101

Tentamen issues Groepen definieren Groepsprocessen: IPO-model, rollen, cohesie, conformiteit, polarisatie Groepsprocessen en CMC: RSC-model, anonimiteit, positieve en negatieve effecten, SIDE-model Consequenties voor ontwerp en gebruik Feminisering internet en CMC: ‘gender’ en ‘gendered space’ Unit 7: toepassingsgebied college 1 en 2 ‘Digital divide’ Taalsysteem, taalgebruik (discourse), taal, speech community, varieteit, weblingo en netspeak, talen op het net Interculturele communicatie: taal en werkelijkheid, Hofstedes dimensies cross-culturele verschillen, cultuur en interactie (high/low context, face theorie (beleefdheidstheorie)) Consequenties voor media keuze, gebruik en ontwerp

Agenda Communicatie in groepen Communicatie tussen groepen identificatie groepsprocessen taal (zie boek) Communicatie tussen groepen veeltalig internet (zie boek) interculturele communicatie

Interpersoonlijke communicatie Deficiet benaderingen Social Presence (Short et al. 1976) Cuelessness (Rutter 1987) Media Richeness (Daft & Lengel 1984) Reduced Social Cues (Sproull & Kiesler 1986)

Identificatie Socialisatie: opnemen van individu in groep, reproduceren structuur impuls Significante anderen ‘I’ individu ‘me’ self concept

Sociale Identiteit zelfomschrijving mbv ‘symbolen’ in interactie met anderen ‘symbolen’: taal, rituelen, kleding etc. maakbaar itt concept als ‘persoonlijkheid’

Sociale Identiteit in (inter)actie

Sociale identificatie en impression management

SIDE-model SIDE: Social Identification/Deindividuation Effects Spears&Lea (1992) Hoe minder sociale info voorhanden, hoe meer waarde die heeft (vorming prototypen, stereotypen) Voorspellingen vanuit SIDE-model: F2F, + sociale subcategorisatie: positieve waardering, F2f, - sociale subcategorisatie: minder waardering +F2f: effect wordt gedempt

Experiment SIDE-VIEW Internationale samenwerking studenten UK en NL Specifieke groepsruimtes: representatie groepsidentiteit door customizing, keuzes, rapportage (werkruimte, bronnen, taken, BBS, log chat sessies ) Intergroepsruimte: rapportage activteiten naar andere groepen vergelijkingstaak Start met anonieme chat, daarna sessies in niet- anonieme chat Presentatie resultaat andere groepen

Resultaten SIDE-View experiment Anonieme chat bevordert groepsidentificatie hoe meer iemand zich met de groep identificeert, hoe meer die persoon als ‘team player’ wordt gezien Hoe meer leden als prototypisch voor de groep worden gezien (en dus als ‘team player’), hoe beter het resultaat ‘Team players’ evalueren groepswerk door vergelijking werk van andere groep Vergelijk: interpersoonlijke banden versus groepsband

Gendered space Representatie: stereotypen Activiteiten: competitie, role-play versus action, media keuze Regulatie: moderatie, leiderschap

Groepsprocessen: input-process-output model beloning probleem output gedrag problemen taakomgeving externe stimuli taakbeloning individuele productiviteit ----------------- meerwaarde samenwerking groeps produc- tiviteit taakgedrag relationeel gedrag interpersoonlijke problemen interpersoonlijke beloning Collins&Guetzkow (1964)

Groepsprocessen Rollen Activity types Cohesie en conformiteit

Groepsprocessen: rollen Leef- of taakgebieden: bij terugkerende ‘problemen’: taakverdeling + normen en verwachtingen = rollen rollen: sekse, leeftijd, relatie, beroep, vakdioot, regelaar, criticus, rommelmaker

Groepscommunicatie en rollen 1. friendly (3%) 2. dramatizes (6%) 3. agree (11%) 4. gives suggestion (5%) 5. gives opinion (19%) 6. gives information (25%) 7. asks for information (5%) 8. asks for opinion (3%) 9. asks for suggestion (1%) 10. disagree (4%) 11. shows tension (5%) 12. unfriendly (3%) Problems: communication evaluation control decision tension reduction reintegration Bales (1950, 1970, 1979)

Role Emergence Theory UPF, Bales Roles: task leader social-emotional leader central negative tension releaser information provider dominant - submissive (upward -downward) friendly - unfriendly (positive - negative) instrumental - emotional forward - backward

Rollen en ‘activity types’: scripted vs. unscripted formal vs informal cooperative vs competitive egalitarian vs. autocratic etc.

‘Activity type’: dimensie ‘scripted - non scripted’ 1. A: daag ga zitten 2. P: uh um 3. A: vertel eens 4. P: ja ik heb nog steeds e:h pijn ik had toen een blaasontsteking 5. A: ja 6. P: en ik krijg ik krijg nog steeds koortserig (hum) ik had toen deze tabletten maar (1.1) zo dat was het h:um 7. A: ja gaan we even tellen jij bent hier de 25ste geweest he? .. 1- 3 opening 4 - 6 beschrijving klachten, verantwoording 7 - .. diagnose, (specikieke) vragen

Activity types en ontwerp procesondersteuning scripts specifieke ruimtes media keuze

Cohesie en Conformiteit interactie polarisatie cohesie conformiteit de-individuatie sociale identiteit ontremming

Conformiteit risico: kwaliteit beslissingen (group think) factoren: belang: groep als groep risico: kwaliteit beslissingen (group think) factoren: cohesie, coalities, normen extremiteit, helderheid en complexiteit taak middelen: in/exclusie, identiteit, status/invloed, ‘leider’, conventies, sociale controle

Positieve en negatieve aspecten CMC in groepen Positief: cohesie, interactiviteit, identiteit Negatief: ontremming (disinhibitie), deindividuatie, polarisatie Beide: anonimiteit, conformiteit

Conformititeit: Interventies ontleend aan Janis (1982) leiderschap: evaluatief, terughoudend in oordelen geven subgroepen zelfde problemen laten uitwerken en dan vergelijken externe experts devil’s advocate 2e kans evaluatie

Taalfenomenen in CMC Taalvariëteiten (speech communities), multilingualisme Taalverandering en diffusie Language – Discourse : Netlingo - Netspeak Netlingo Netspeak samenstellingen afkortingen spellingsconventies aanhef register expressie van non-verbale cues “identiteit en conversatie management”

Interculturele Communicatie Waarom interculturele communicatie? Impact ICT op communicatie: internationaal zaken doen, leren, ICT als middel voor inter-cultuur of cultuurimperialisme Culturele verschillen rondom gebruik en toegankelijkheid (en ontwerp) ICT

Termen: cross-cultureel: internationaal vergelijkende studies, (kijkt niet naar interactie) interraciaal: ras? blanke & zwarte Amerikaan, - zwarte Amerikaan & zwarte Ghanees inter-etnisch: Amerikaanse & Israelische jood

intercultureel intracultureel factoren: taal normen & waarden (rollen) groepsidentiteit: etic - emic

Taal, Cultuur en Werkelijkheid Taal als model van fysieke en sociale wereld: syntax: woordsoorten, kategorieën, relaties daartussen semantiek: relatie ‘woorden’ en ‘werkelijkheid’ pragmatiek: relatie mensen en gebruik tekensysteem situationeel, interactioneel

Taal als model van de wereld: syntax grammatikale kategorieën aspect, getal, beleefdheid, klassificatie Navajo klasse voorbeeld ‘hanteren’ stevig,rond noot,auto,baby níá plat,flexibel deken, dollarbiljet nítsooz ... Nederlands suffix getal loop/lopen -en … constructies BEV The office be closed on weekends

Taal als model van de wereld: semantiek lexicale kategorisatie verwantschap, lichaamsdelen, kleuren, aanspreekvormen grootmoeder+zusters akso:t Seneca (Iroqui) vader+ broers hanih vaders zuster ake:hak jongere zus kheke: presuppositie (!) I must go there (Engels) It’s only good that I shall go there (Navajo) I make the horse run The horse is running for me metaforen Engels: time is money, up-down, in-out Navajo: beweging (moves about newly, words out of enclosed space

Taal als model van de wereld: pragmatiek maximes (kwantiteit, kwaliteit, relevantie, wijze) Malagasy, Madagascar: info is waardevol, wordt niet snel gedeeld; oppassen dus met informatieve bijdragen Ilongot, Phillippijnen, sociale verbanden belangrijker dan correspondentie woorden met werkelijkheid routines goedemorgen salaam alikum malikum salaam a’s naam b’s naam hoe gaat ie? H’mdillay

wit groen rood zwart (gem. Euopeaan) ligthness wetness dryness darkness (Hanuoo, in gesprek met Europees onderzoeker) wit groen rood zwart (gem. kleurenblinde Europeaan)

Clark e.a. Taal qua betekenis ondergespecifieerd: betekenis = common ground + coordinatie en dus relatief (netwerk-afhankelijk)

Coordinatie: dimensies in variabiliteit (Hofstede) non-verbale middelen organisatie: tijd, stilte, beurtwisseling codes/communicatieve stijl contextualisatie cues strategieën: heeft u het begrepen? identiteit: attributie, beeldvorming (‘wij’ vs ‘zij’) selectieve aandacht: context, partners doelen, macht

Coordinatie: culturele variabiliteit (Hofstede) kleine machtsafstand grote machtsafstand macht, gehoorzaamheid, ongelijkheid individualisme collectivisme groep, traditie, gezichtsverlies feminien masculien gescheiden of overlappende rollen (succes, kwaliteit) zwakke onzekerheids sterke onzekerheids vermijding vermijding formele gedragscodes, culturele waarden, agressie, intolerantie maatschappelijke ongelijkheid, individu-groep, man-vrouw, onzekerheid

Tabel 1: Cultuurverschillen gemeten door Hofstede (1970) landen NL Du Fr GB Zwe VS Japan machtsafst 38 35 68 35 31 40 54 ind/coll 80 67 71 89 71 91 46 masc/fem 14 66 43 66 5 62 95 onzekerhv 53 65 86 35 29 46 92

Tabel 2: Cultuurverschillen gemeten door Hoppe (1983-84) landen NL Du Fr GB Zwe VS machtsafst -1 8 24 4 -7 3 ind/coll 78 62 63 91 90 90 masc/fem -21 -2 8 4 24 42 onzekerhv 14 37 54 33 8 16

Bruikbaarheid? Voorspelbaarheid: verschillen binnen groep overeenkomsten tussen groepen, personen dynamiek cultuur sociale klasse vs etnische/culturele afkomst regionale vs stadscultuur

Coordinatie : non-verbaal ± 700.000 elementaire fysieke tekens 70% communicatie, 60 - 65% van boodschap (???) Gelaatsuitdrukkingen universeel, biologisch(Darwin): blijdschap, verdriet, woede, angst, afschuw: overeenstemming in interpretatie cultuurspecifiek: stimuli, mate van uitdrukking Proxemics interpersoonlijke afstand, aanraakgedrag: inter- en intraculturele verschillen (man, jong > vrouw, oud, Noord-Europeanen>Arabieren) Lichaamstaal houding, gebarenschat (uitdrukkingen, hoofdbewegingen, oogcontact, auditief, para- en metalinguistisch)

Coordinatie: communicatiestijlen Communicatieve stijlen (Gudykunst, Ting-Toomey, Chua) direct.…..indirect: ideëen, wensen, meningen, gezichtsverlies uitgebreid……precies …..beknopt: expressie, understatements persoonlijk….contextueel: ‘ik’ vs. rol-identiteit (asymmetrisch) instrumenteel….affectief: zender-doel vs. ontvanger- proces Hoge context, lage context (E. Hall) impliciet (in-out group) vs expliciet (individualistisch)

Face work (Beleefdheid)1 Face needs Behoefte aan waardering en bescherming Positive face interesse, complimentjes Negative face bescherming tegen opdringerigheid, disrespect excuus, smoesjes

Face 2 Face Threatening Act (FTA) Wx = D(S, H) + P(H,S) + Rx handelingen die face needs kunnen schenden: ongelijkheid vraag, verzoek, weigering, etc. strategie: FTA + compliment, of excuus, begrip tonen Wx = D(S, H) + P(H,S) + Rx strategie (face work) afhankelijk van sociale afstand, machtsverschillen en risico iemand te kwetsen

Coordinatie: identiteit, attributie, beeldvorming Oorzaak Eigen groep Andere groep Pos. Neg. Pos. Neg. intern 58% 2% 13% 32% extern 42% 98% 87% 68% Label en stereotypen: rechtvaardiging, intergroepscontact taal, symbolen, rituelen: rollen

Cross-culturele verschillen in adoptie internet community demografie motivatie opbrengst (activiteiten) gebruik attitude tevredenheid culturele waarden connectie

Cross-culturele verschillen adoptie internet Culturele waarden high/low context, machtsafstand, onzekerheidsvermijding, collectivisme, gender-rollen, face work, (post) materialisme Zuid Korea versus USA (versus) NL

Resultaten Activiteiten High/low context, collectivisme, machtsafstand Zuid Korea: plaatselijke online communities social support communities online dating IM Minder gericht op info zoeken, dingen kopen of downloaden, chat rooms

Resultaten sociale activiteiten Nederland gender USA (post) materialisme (meer uit op gewin) Zuid Korea community activiteit, satisfactie media

Ontwerp, evaluatie en gebruik Representatie (sociale) identiteit: persoon, lid specifieke groep, gender, cultuur Proces groepsdynamiek: monitoren en interventie media keuze (bandbreedte) (social) cues Type activiteiten motivatie, doelen