Inleiding taalwetenschap oprea@hr.nl college 3, week 4
Bespreking huiswerk Vragen over hoofdstuk 3 bespreken huiswerk (probeer je vragen zo specifiek mogelijk te formuleren) bespreken huiswerk hfst. 3: opdracht 1 t/m 7
Onderzoek Experiment met uitdrukkingen Manon Gwenda Deborah Noortje
Hoofdstuk 4: Discourse
Discourse Discourse: samenhang tussen taaluitingen Voor discourse is het van belang dat spreker en hoorder samenwerken. interpretatie mogelijk op basis van context wat gezegd wordt is relevant
Interpretatie en gevolgtrekking http://www.youtube.com/watch?v=C_1kJiWxUME Wat gebeurt er?
Interpretatie en gevolgtrekking Conversationele implicatuur: dat wat de spreker écht bedoelt te zeggen. Wil je koffie? Ik heb net gegeten. Zullen we die opdracht nog even afmaken? Ik moet mijn kinderen nog ophalen.
Samenwerking Coöperatieprincipe: onderlinge afstemming Relevantie-aanname: een uiting sluit aan op de voorgaande Kwaliteitsaanname: de gegeven informatie is toereikend om de uiting te begrijpen Kwantiteitsaanname: de gegeven informatie is toereikend
Gesprekken Beurtwisseling: sprekers kennen de regels impliciet Beurtwisseling kan ook expliciet aangegeven worden Beurtwisseling door opeenvolgend paar standaardzinnen: begroeting, beleefdheidsfrasen gespreksopeningen gespreksafsluitingen
Samenhang of coherentie Coherentie met talige middelen: cohesie gebruik van pronomina: anaforische verwijzing Mijn vader kan goed tekenen; hij schildert ook erg graag. ellips Wil jij nog wat witlof? Er is genoeg […]! parafrase Henk schopte de bal in de tuin van de buren. Het boefje schrok er zo van dat hij hard wegliep. gebruik van voegwoorden en bijwoordelijke bepalingen Als jij eerst je huiswerk afmaakt, kunnen we daarna gaan zwemmen.
Huiswerk hfst. 4: opdracht 1 t/m 9 Onderzoeksgroepje 3 (Hans, Elise, Barbara en Marije): onderzoek uitvoeren en presentatie voorbereiden Bestuderen hfst. 5: Taalhandelingen