De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Inleiding taalwetenschap

Verwante presentaties


Presentatie over: "Inleiding taalwetenschap"— Transcript van de presentatie:

1 Inleiding taalwetenschap
college 5, week 6

2 Bespreking huiswerk Vragen over hoofdstuk 5 bespreken huiswerk
(probeer je vragen zo specifiek mogelijk te formuleren) bespreken huiswerk hfst. 5: opdracht 1 t/m 4

3 Presentatie Irritaties: voorbeelden van typen gesprekken
Renee, Jeanne, Kelsey en Willemijn

4 Hoofdstuk 6: Constituenten en woordsoorten

5 Constituenten Samenhangende delen in een zin: constituenten
Het meisje met de vlechten kreeg van die dame een ijsje. Van die dame kreeg het meisje met de vlechten een ijsje. Een ijsje kreeg het meisje met de vlechten van die dame. Vier constituenten: het meisje met de vlechten kreeg van die dame een ijsje

6 Constituenten en hun betekenis
Referentiële betekenis: verwijst naar iets of iemand: nominale constituent (NC) [De man] beloont [zijn hond]. Procesbetekenis: verwijst naar wat er gebeurt: verbale constituent (VC) De man [beloont] zijn hond.

7 Constituenten en hun betekenis
Attributieve betekenis: verwijst naar een eigenschap naar eigenschap bij nominaal element: adjectivische constituent (AdjC) [De man [met de pet]] beloonde zijn hond. naar eigenschap bij overige elementen: adverbiale constituent (AdvC) De man beloonde [enthousiast] zijn hond. Hoofd en modificeerders Hoofd: betekenis gevend: kan niet worden weggelaten Modificeerders: eventuele toevoegingen

8 Constituentenstructuur
zin NC VC AdjC H AdjC(VzC) H AdvC H AdjC H AdvC H H H Het lieve meisje met blond haar skiet on-Nederlands goed.

9 Inhoudswoorden Nomen: zelfstandig naamwoord Verbum: werkwoord
De aardige jongen reageerde vriendelijk. Verbum: werkwoord Adjectivum: bijvoeglijk naamwoord Adverbium: bijwoord De aardige jongen reageerde vriendelijk Pro-nomen: voornaamwoorden die in de plaats kunnen komen van een nomen Hij reageerde vriendelijk.

10 Functiewoorden Functiewoorden hebben een structurerende functie.
Adpositie: verbinding tussen NC en ander zinsdeel prepositie: voorafgaand aan NC Marieke liep met haar moeder mee. postpositie: volgend op NC Conjunctie: verbinding tussen bijzin en hoofdzin Ik geloof dat je gelijk hebt. Partikel: geven een nadere specificatie Ik denk dat ook, maar toch twijfel ik nog.

11 Huiswerk hfst. 6: opdracht 1 t/m 8 Bestuderen hfst. 10: Zinsbetekenis


Download ppt "Inleiding taalwetenschap"

Verwante presentaties


Ads door Google