Arbeiders komen op voor hun rechten. Paragraaf 4.5 Arbeiders komen op voor hun rechten.
Industrialisatie: Door de industrialisatie kregen arbeiders het steeds slechter. De overheid deed niets tegen: Lage lonen Kleine huizen Gevaarlijk werk Geen hulp voor werkelozen
Zelf oplossen! Arbeiders gingen de problemen zelf oplossen. Er kwam een arbeidersbeweging: Ze gaan zelf de problemen oplossen als groep.
Oplossing: Er komen vakbonden. ANWW: Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond. Elke arbeider koos de vakbond die paste bij het eigen geloof. (katholiek of protestants)
vakbonden Willen hogere lonen regelen. Hoe? Overleg met de werkgevers, Of stakingen.
Meer hulp nodig Alleen vakbonden was niet genoeg. Er moesten wetten komen! Dus er komen politieke partijen. De volksvertegenwoordiging moet wetten aannemen waardoor arbeiders het beter krijgen. = sociale wetten.
Sociale wetten Maximale werkdag Veiliger werk Minimum loon.
probleem In de overheid zaten alleen maar rijke mensen die de arbeiders niet wilden helpen. Alleen rijke mensen mochten stemmen.
Politieke partijen voor arbeiders: SDAP: Sociaal Democratische Arbeiders Partij. Zij wilden stemrecht voor arbeiders ARP: Anti-Revolutionaire Partij (=prot. ) RKSP: Rooms Katholieke Staatspartij. (kath)
begrippen Arbeidsbeweging: arbeiders gaan zich organiseren voor betere arbeidsomstandigheden Vakbonden: groep mensen die opkomt voor de rechten van de arbeiders. Politieke partijen: groep mensen die over bepaalde zaken dezelfde ideeën hebben, en meedoen aan verkiezingen. Sociale wetten: wetten die de leef- en arbeidsomstandigheden verbeteren.