ADHD Drukte om niets ?!
Wat is ADHD ? ADHD en de drie algemene componenten: Aandachtstekort (moeite om de aandacht bij taken of bezigheden te houden); Hyperactiviteit (druk/onrustig gedrag, friemelen, niet stil kunnen zitten); Impulsiviteit (moeite met beheersen van impulsen, bijvoorbeeld emotionele uitbarstingen, anderen in de rede vallen etc.). Sommige mensen hebben wel last van aandachtstekort, maar niet van hyperactiviteit of impulsiviteit. Men spreekt dan van ADD. Eén van de kenmerken van deze diagnose is het langzaam uitvoeren van taken. Daardoor functioneren mensen met ADD vaak onder hun niveau.
Wie ADHD ? In Nederland kampt zo'n 3% tot 5% van de kinderen met verschijnselen van ADHD. Dat betekent dat in bijna elke schoolklas 1 of 2 kinderen met ADHD zitten. (30% tot 60% van de kinderen met ADHD houdt klachten als volwassene). Dit komt neer op 1% van de Nederlandse bevolking. Zo'n 160.000 mensen dus. De diagnose ADHD wordt vaker gesteld bij jongens, dan bij meisjes. Dit komt waarschijnlijk omdat de problemen bij jongens meer opvallen en eerder herkend worden. Meisjes hebben mogelijk vaker alleen aandachtsproblemen, zonder hyperactiviteit. Bovendien reageren meisjes met ADHD minder agressief dan jongens met ADHD. 1 op de 100 kinderen in Nederland heeft een ernstige vorm van ADHD. ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In het Nederlands wordt dat vertaald met Aandachtstekort met Hyperactiviteit, in populaire termen met "Alle Dagen Heel Druk".
Kenmerken ADHD Dit kan tot uiting komen in de volgende verschijnselen (niet limitatief): moeite met luisteren en het afmaken van taken. vergeetachtigheid. sterk en snel wisselende stemming. consequent opstandig gedrag en liegen... moeite met plannen en organiseren en het aanbrengen van structuur. moeite om sociale signalen van anderen op te vangen en te begrijpen. slordig, onbezonnen snel denken en handelen. onbereikbaar zijn voor anderen. sterke drang tot experimenteren. extreem uitgelaten reactie op verjaardag, sinterklaas etc. Het klinkt al vrij snel negatief en een eenzijdig beeld ontstaat van een kind met ADHD. De diverse karaktertrekken maken iemand met ADHD juist vaak tot een creatief, boeiend en inspirerend persoon.
Gevolgen stoornissen van aandacht en concentratie; overbewegelijkheid en impulsiviteit; bewegingsstoornissen (onhandigheid). Hieronder valt DCD: Developmental Coordination Disorder; stoornissen van de conditioneerbaarheid, van de leerbaarheid; leerstoornissen: stoornissen van de informatieverwerking (waarnemings/perceptiestoornis); verwerkingsstoornis; geheugenstoornis; uitdrukkingsstoornis; (lees/schrijf/rekenstoornis); emotionele- en relationele problemen; bijkomende gedragsproblemen. slaapstoornissen;
Therapieen voor kinderen Bij kinderen met ADHD wordt vaak voor gedragstherapie gekozen, meestal in de vorm van groepstherapie. Een kind met ADHD heeft vaak invloed op het functioneren van het hele gezin. Daarom wordt aangeraden om bij therapie het gezin, de ouders, de andere broers/zussen, te betrekken. Soms zijn er dus ook verschillende therapeuten bij betrokken. Men heeft vaak een team van specialisten rondom het gezin. Omdat kinderen met ADHD ook baat hebben bij begeleiding en begrip op school, is het aan te raden om samen te werken met de school en evt. sportclub. Op het gebied van onderwijs zijn er mogelijkheden om kinderen met ADHD beter te begeleiden. Omdat de opvoeding van kinderen met ADHD veel geduld en energie kost, hebben de ouders soms behoefte aan ondersteuning bij de opvoeding. Er zijn diverse ondersteuningsprogramma’s, waaronder Remedial Teaching, Mediatie-therapie en Parent Management Training (PMT).
Medicatie Medicatie Bij ernstigere vormen van ADHD kan behandeling met medicatie aanvullend werken. Medicijnen hebben als voornaamste werking dat ze de persoon met ADHD beter bereikbaar maken voor zichzelf en anderen. Bij kinderen wordt vaak pas besloten tot het starten met medicijnen als de gezinstherapie vlot verloopt en de opvoedingssituatie en schoolsituatie aangepast zijn aan de eisen van het ADHD kind. Bij een kind wordt meestal eens per jaar getest of een kind kan stoppen met medicijnen. Er zijn verschillende soorten medicijnen bij ADHD: Medicijnen met amfetamine-achtige werking (zoals Ritalin). Deze medicijnen beïnvloeden het centraal zenuwstelsel. Ritalin helpt bij meer dan 70% van de kinderen om de onrust, impulsiviteit en concentratieproblemen te verminderen; Medicijnen die ook gebruikt worden tegen hoge bloeddruk en migraine (zoals Clondine). Deze medicijnen werken goed op hyperactiviteit, impulsiviteit en agressief gedrag. Ze werken minder goed voor de concentratie dan Ritalin.
Problemen in de onderwijssituatie Studenten met ADHD ervaren vooral problemen bij: het bestuderen van lesmateriaal college volgen (aantekeningen maken, informatie verwerken en aanwezigheid) deelname aan werkgroepen (samenwerken en presenteren) individuele werkstukken stagebegeleiding en stagelopen tentamens maken
Tips voor leerlingen tijdwekker gebruiken actief studeren (onderstrepen, samenvatten, hardop lezen) duidelijk verwachtingen en mogelijkheden aangeven digitale agenda geheugensteuntjes zoals memobriefjes vaste partner voor practica en werkgroepen part-time of duo-stageplek
Tips voor Docenten (voorzieningen) prikkelarme ruimtes Individuele studieruimte lokaal/collegezaal tentamenzaal computerruimte extra verlichting, leesapparaat, computeraanpassingen (contrastgebruik), gesproken boek, typoscoop (stukje donker karton met een gleuf erin, waardoor je steeds maar een regel leest), voicerecorder.
Tips voor Docenten (Onderwijsmaatregelen) gebruik prikkelarme ruimtes extra begeleiding, bijvoorbeeld bij het maken van planningen spreiding modules/ tentamens extra pauzes college en tentamens in een prikkelarme collegezaal in kleine groepen werken aanwezigheidsversoepeling
Tips voor docenten (onderwijspraktijk) aantekeningen/samenvatting digitaal of op papier aanleveren vooraf beschikbaar stellen van sheets of lesstof (evt. vergroot) nieuwe woorden herhalen en opschrijven duidelijke structuur in de les mogelijkheid tot vragen stellen per email/telefoon na de les duidelijke feedback geven studenten in kleine groepen plaatsen