Moleculen en Atomen Klas 3 Hoofdstuk 2 Paragraaf 4 Moleculen en Atomen Klas 3
Moleculen & Atomen Molecuul = kleinste deeltje van een stof, dat nog de eigenschappen van de stof heeft Atoom = kleinste deeltje van een element, dat nog de eigenschappen van het element heeft Moleculen bestaan uit atomen.
Molecuulformule Molecuulformule geeft aan welke atoomsoort, en hoeveel van elk in een molecuul zitte. Bv: C12H22O11 12 C atomen, 22 H atomen en 11 O atomen Fasen (s) = vast, (l)= vloeibaar, (g)= gas, (aq) = opgelost in water Bv H2O (s) = Ijs, H2O (g) = waterdamp
Naamgeving Als een element uit twee delen bestaat, krijgt het eerste deel de naam van het element, het tweede deel krijgt een achtervoegsel. Zie tabel 5. NaBr Natriumbromide KI Kaliumjodide