Hoofdstuk 6 Democratisering Nederland na 1848
Politieke ontwikkeling Liberalen hun doel bereikt → regeren Nederland na 1848 Eind 19de eeuw: Splitsing liberale beweging in Oud liberalen -censuskiesrecht houden -geen sociale wetten Jong liberalen -algemeen kiesrecht -sociale wetgeving
vervolg Successen jong liberalen -1887 uitbreiding kiesrecht (26 %) -1872 Kinderwetje van Van Houten (beperking kinderarbeid) Confessionelen Politiek bedrijven vanuit het geloof (Bijbel) (katholieken en protestanten) Verzuiling → beide groepen eigen krant, school, politieke partij enz Samenwerken in de Schoolstrijd:
vervolg Er is goed (gratis) openbaar onderwijs. Confessionelen willen hun eigen bijzondere scholen Staat moet dat betalen Eerst moet het kiesrecht uitgebreid worden (onder gewone mensen veel confessionelen) Niet veel invloed staat: Werkgever moet zelf voor werknemer zorgen Kerk en particulieren zorgen voor armen Verschillen tussen mensen door God gemaakt (moet zo blijven) Gezin hoeksteen van de samenleving
vervolg Socialisten kregen steeds meer invloed door uitbreiding kiesrecht 1895 49 % 1910 63 % In 1917 grondwetswijziging -gelijkstelling (financieel) van openbaar en bijzonder onderwijs -algemeen mannenkiesrecht (actief en passief) -districtenstelsel → evenredige vertegen- woordiging
Feminisme Strijd voor gelijke rechten voor de vrouw -recht op onderwijs -recht op werk -kiesrecht (1894 Vereniging voor vrouwen- kiesrecht) Aletta Jacobs -1ste vrouw naar middelbare school en uni- versiteit -1ste vrouwelijke dokter In 1919 algemeen vrouwenkiesrecht in de grondwet (in 1922 uitgewerkt in wet)
Kinderwetje van Van Houten
Protestante en katholieke school
1ste feministische golf
Aletta Jacobs