Loze belofte (Carmen 70. p. 73)
Nulli se dicit mulier mea nubere malle Nulli se dicit mulier mea nubere malle quam mihi, non si se Iupiter ipse petat. Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti in vento et rapida scribere oportet aqua. Let op vormgeving. Als een gedicht zó is afgedrukt (met steeds de 2e regel inspringend) is er sprake van het metrum elegisch distichon.
Elegisch distichon Een elegisch dystichon bestaat uit: Elegisch distichon Een elegisch dystichon bestaat uit: 1 regel dactylische hexameter (hexa = 6) 1 regel dactylische pentameter (penta = 5) Let op: de 2e regel heeft wel 5 versvoeten, maar die zijn verdeeld in 2,5 – 2,5. Na de eerste 2,5 voelt valt er een rustpauze, die caesuur wordt genoemd. Opdracht: schrijf dit gedicht over in je schrift en scandeer het volgens de al bekende regels.
Oplossing: _ _│_ _ │_ vv│_ vv │_ v v │ _ v Nulli se dicit mulier mea nubere malle _ v v │ _ _ │_║_ v v │_ v v │_ quam mihi, non si se Iupiter ipse petat. _ _ │ _ vv│_ v v│_ _ │ _ v v│ _ x Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti _ _│X _ v v│_ ║_ v X v│_ v v │_ in vento et rapida scribere oportet aqua. In deze regel 2x elisie!!
Nulli se dicit mulier mea nubere malle. 1 Nulli se dicit mulier mea nubere malle 1 quam mihi, non si se Iupiter ipse petat. 1 Nulli – welke naamval? dativus (van nullus); aanvulling bij nubere malle se – wat zijn de 2 betekenissen van se? 1. zich 2. acc. van hij/zij/het; gebruikt als onderwerp in AcI. Wat is se hier? onderwerp van AcI: se malle 2 petat – welke vorm en waarom? coni praes – na si irrealis
Nulli se dicit mulier mea nubere malle. 1 Nulli se dicit mulier mea nubere malle 1 quam mihi, non si se Iupiter ipse petat. Met niemand zegt mijn vrouw dat ze liever wil trouwen dan met mij, zelfs niet als Jupiter zelf haar probeert te krijgen. Waarom staat nulli voorop? Zo krijgt het extra nadruk 2. Waarom noemt de vrouw Jupiter? Dat is de allerhoogste persoon die je kunt bedenken. Als je voor hém iemand afwijst, moet je wel heel veel van die persoon houden.
Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti. 3 Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti 3 in vento et rapida scribere oportet aqua. 3 cupido – hier van het bijvoeglijk naamwoord cupidus; waarmee congrueert cupido?
Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti. 3 Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti 3 in vento et rapida scribere oportet aqua. 3 cupido – hier van het bijvoeglijk naamwoord cupidus; waarmee congrueert cupido? met amanti quod – relativum zonder antecedent (datgene,) wat De hele quod-zin is lijdend voorwerp bij scribere 4. rapida congrueert met ….
Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti. 3 Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti 3 in vento et rapida scribere oportet aqua. 3 cupido – hier van het bijvoeglijk naamwoord cupidus; waarmee congrueert cupido? met amanti quod – relativum zonder antecedent (datgene,) wat De hele quod-zin is lijdend voorwerp bij scribere 4. rapida congrueert met …. aqua
Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti. 3 Dicit: sed mulier cupido quod dicit amanti 3 in vento et rapida scribere oportet aqua. Dat zegt ze: maar wat een vrouw zegt tegen haar begerige minnaar, moet je in de wind en het snelle water schrijven. 4 Wat wordt bedoeld met die laatste uitdrukking? Dat je het helemaal niet moet vertrouwen. Het is zó wel. Voor wie is deze waarschuwing waarschijnlijk (ook) bedoeld? Voor Catullus zelf: hij moet niet geloven, dat Lesbia hem écht wil. Dat zegt ze alleen maar tijdens de seks.