X-chromosomale overerving
Autosomen en geslachtschromosomen chromosomen zijn gelijk bij man en vrouw Geslachtschromosomen: chromosomen zijn verschillend bij man en vrouw
De vader bepaald het geslacht Vrouw: XX Man: Xy
X-chromosomaal X-chromosomale eigenschappen bevinden zich ALLEEN op X-chromosoom en NIET op y-chromosoom Dominante eigenschap: XA Recessieve eigenschap: Xa Vrouw: XA XA, Xa Xa of XA Xa Man: XAy of Xay 4
X-chromosomale ziekten Soms is er een gen defect in een X-chromosoom Dit kan een erfelijke ziekte opleveren Komt veel vaker voor bij mannen! Waarom? Dominante eigenschap komt vaker voor bij vrouwen! Waarom? Vaak is de ziekte recessief Een man heeft maar 1 X-chromosoom, dus als die een defect gen heeft Ziek!! Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, als 1 daarvan een defect gen heeft niet ziek De kans op 2 chromosomen met defect gen is veel kleiner 5
X-chromosomale ziekten kleurenblindheid hemofilie 6
Samenvatting XB Xb XB Xb Xb Xb y XB y Xb y 22 paren autosomen Mens: 23 paren chromosomen 1 paar geslachtschromosomen XX = vrouw Xy = man X-chromosomale overerving: eigenschap staat ALLEEN op X-chromosoom en NIET op y-chromosoom Voorbeeld kruising: Kleurenblindheid: (B=kleuren zien / b=kleurenblind) Heterozygote vrouw kruist met kleurenblinde man P: XB Xb x Xb y XB Xb XB Xb Xb Xb y XB y Xb y 7
Kleurenblindheid: (B=kleuren zien / b=kleurenblind) Homozygoot recessieve vrouw kruist met kleurenziende man P: Xb Xb x XB y Xb XB XB Xb XBXb y Xb y Meisjes zijn draagster maar niet kleurenblind. Alle zonen zijn kleurenblind Hemofilie van het type A is een X-gebonden recessieve ziekte. Een vrouw met hemofilie A huwt een gezonde man wiens vader hemofilie A had. Hoeveel kans lopen de dochters uit dit huwelijk dat ze hemofilie A zullen hebben ?
X-chromosomaal in stambomen Belangrijk! Zonen ontvangen hun X-chromosoom altijd van de moeder. Dochters ontvangen één van hun X-chromosomen van de vader. Allereerst bepalen: recessief (onderaan) Dan: man daarboven heeft het niet dus kan niet X-chromosomaal zijn. Erft de eigenschap ‘rood’ dominant of recessief over? Ligt deze eigenschap op het X-chromosoom, op een autosoom of is dat met deze stamboom niet te bepalen?
Maak Opdracht 14 tot en met 20
Toets 23 november 1e uur!