WETENSCHAP VAN DE AARDE Hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten Manuel Sintubin Departement Aard- & Omgevingswetenschappen, Katholieke Universiteit Leuven, Belgium Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8

Figuur 8.1 – seismische structuur Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten De seismische structuur van de Aarde: snelheidsverdeling van compressiegolven (P-golven) en schuifgolven (S-golven); aanduiding van belangrijkste seismische discontinuïteiten (LVZ: lage-snelheidszone). (naar Condie 2005)

Figuur 8.2 – atmosfeer Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten De gelaagde opbouw van de atmosfeer met aanduiding van het gemiddelde temperatuurverloop. (naar Condie 2005)

Figuur 8.3 – troposfeer Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten De globale circulatie in de troposfeer volgens een meridiaan van pool tot evenaar (volle pijlen: warme lucht; stippelpijlen: koude lucht); met aanduiding van lage- en hogedrukgebeiden. (naar Ernst 2000)

Figuur 8.4 – zuurstofcrisis Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten De aangroei van atmosferische zuurstof doorheen de geologische tijd; de diepgrijze zone geeft het bereik weer van atmosferische zuurstofconcentraties die in overeenstemming zijn met de geologische indicatoren; de zuurstofcrisis doet zich voor rond 2,2 miljard jaar geleden. (naar Condie 2005)

Figuur 8.5 – fanerozoïsche atmosfeerevolutie Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten Evolutie van de atmosferische concentratie van zuurstof en koolstofdioxide tijdens het fanerozoïcum (Cm: cambrium; O: ordovicium; D: devoon; C: carboon; P: perm; T: trias; J: jura; K: krijt; Ce: cenozoïcum).

Figuur 8.6 – fanerozoïsche atmosfeerevolutie Wetenschap van de Aarde – hoofdstuk 8 Systeem Aarde, de componenten De gelaagde opbouw van de Atlantische Oceaan; de zuidwaartse stroming in de diepe laag maakt deel uit van de globale thermohaliene circulatie; diep in de Atlantische Oceaan vinden we de Antarctische bodemlaag; variatie in temperatuur, saliniteit en dichtheid met de diepte voor lage (tropen) en hoge (55°) latitude in de Atlantische Oceaan met aanduiding van de thermocline, halocline en picnocline. (naar Ernst 2000 & Marshak 2001)