Plan-MER Oosterweelverbinding Toelichting resultaten Ontwerp-plan-MER Jan Parys Paul Arts
Agenda Onderzochte alternatieven Meegenomen ontwikkelingsscenario’s Meegenomen exploitatievarianten Studiegebied en deelgebieden Bijdrage ontwikkelingsscenario’s Bijdrage exploitatievarianten Sterkten en zwakten per alternatief: Cluster mobiliteit Cluster ruimtelijke disciplines Cluster leefbaarheid
Onderzochte alternatieven maaiveld sleuf tunnel viaduct Knooppunten: volledig onvolledig (+ uitvoeringsvarianten op Oosterweel en Meccano)
Meegenomen ontwikkelingsscenario’s A102 + R11bis R1 met DRW/SRW (1) Kallo-Haasdonk A102 + Kallo-HD (1) Met maximale overkapping DRW-gedeelte
Meegenomen exploitatievarianten Vrachtverbod in Kennedy- en Waaslandtunnel + tol in overige Scheldetunnels (Oosterweelproject) Trajectheffing (enkel voor doorgaand verkeer, cfr. sTraten- Generaal) Slimme Kilometerheffing (analoog als trajectheffing, maar ook voor lokaal verkeer) Gedifferentieerde tol in Scheldetunnels (hoogste tol in Kennedytunnel, lagere tol in nieuwe Scheldetunnel en geen tol in Liefkenshoektunnel) Vrachtverbod op de R1 tussen knooppunten Antwerpen- Zuid en Groenendaallaan (exclusief deze knooppunten)
Studiegebied en deelgebieden Primair studiegebied mobiliteit = studiegebied geluid, lucht en gezondheid Deelgebieden: 11 Centrum Leien 12 Centrum Eilandje 13 Centrum Oost 14 Centrum Zuid 15 Linkeroever 21 Haven RO 22 Haven LO 31 Ekeren-Rozemaai 32 Deurne-N-Merksem-Luchtbal 33 Deurne-Z-Borgerhout-EM 34 Wilrijk-Middelheim-Berchem-EM 35 Hoboken-Kiel-Wilrijk-W 36 Zwijndrecht-Burcht 41 Stabroek-Kapellen-Brasschaat-Berendrecht-Zandvliet 42 Schoten-Schilde-Wijnegem 43 Wommelgem-Borsbeek-Mortsel-Boechout-Ranst 44 Edegem-Hove-Kontich-Lint 45 Hemiksem-Aartselaar-Schelle 46 Beveren-Kruibeke
Bijdrage ontwikkelingsscenario’s goed voor N-O-verkeer, niet voor N-Z-verkeer onvoldoende ontlasting R1 A102+R11bis: goed voor N-O-, Z-O- en N-Z-verkeer sterkste ontlasting R1 R1 als SRW/DRW: betere doorstroming meer hinder en gezondheidseffecten (ondanks gedeeltelijke overkapping) Kallo-Haasdonk: geen relevante bijdrage aan mobiliteit en leefbaarheid in Antwerpse agglomeratie
Bijdrage exploitatievarianten Vrachtverbod in Kennedy- en Waaslandtunnel + tol in de overige Scheldetunnels onderbenutting nieuwe tunnel, nog meer belasting op zuidelijke R1 Trajectheffing (enkel voor doorgaand verkeer) weinig meerwaarde t.o.v. “naakte” infrastructuur Slimme kilometerheffing (ook voor lokaal verkeer) en vrachtverbod R1 goed voor doorstroming op R1, maar veel verdringing naar lokale wegen ( negatief voor verkeersveiligheid/leefbaarheid) Gedifferentieerde tol in de Scheldetunnels meest performant qua mobiliteit (beste spreiding verkeer) met veel minder verdringing naar lokale wegen Ontwikkelingsscenario’s en exploitatievarianten beïnvloeden alle alternatieven in dezelfde zin en ongeveer dezelfde mate geen wezenlijke invloed op keuze voorkeursalternatief
Sterkten en zwakten per alternatief: cluster mobiliteit Oosterweel verkeerskundig meest performant: zowel op zich als in combinatie met ontwikkelingsscenario’s en/of exploitatievarianten, dankzij kortste traject en volledige aansluitingen op stad en haven (Oosterweel-knoop + Schijnpoort) >> grootste daling trajecttijden en verbetering bereikbaarheid en robuustheid Meccano en Oosterweel-Noord ook performant, maar beduidend minder dan Oosterweel, vanwege langer traject en minder goede aansluitingen op stad en haven gelijk beoordeeld (onderlinge verschillen kleiner dan die met andere alt.) Centrale tunnel minder performant vanwege geen aansluiting op R1 (enkel op E313) en daardoor enkel valabel alternatief voor O-W-verkeer 2de Kennedytunnel redelijk performant in combinatie met SRW/DRW, maar niet zinvol combineerbaar met andere ontwikkelingsscenario’s noch met exploitatievarianten
Sterkten en zwakten per alternatief: cluster ruimtelijke disciplines Oosterweel scoort gemiddeld tot matig voor alle disciplines specifieke aandachtsgebieden: Blokkersdijk/Sint-Annabos, Noordkasteel, historisch bouwkundig erfgoed oude haven Meccano scoort gemiddeld voor oppervlaktewater, fauna en flora, en mens-ruimte (algemeen) maar verhoudingsgewijs zwak voor bodem en grondwater, landschap en erfgoed, en landbouw, vooral vanwege impact op open ruimte-/landbouwgebied ten W van Zwijndrecht specifieke aandachtsgebieden: Fort van Zwijndrecht en Oude Landen Oosterweel-Noord scoort goed voor mens-ruimte en gemiddeld voor de andere disciplines specifieke aandachtsgebieden: Blokkersdijk/Sint-Annabos en Oude Landen Centrale tunnel scoort (zeer) goed voor alle disciplines vanwege diepe boortunnel specifieke aandachtsgebieden: Sint-Annabos/Middenvijver en Rivierenhof 2de Kennedytunnel scoort goed voor bodem en grondwater en gemiddeld tot matig voor andere disciplines specifieke aandachtsgebieden: groene bermen R1 en Rivierenhof
Sterkten en zwakten per alternatief: cluster leefbaarheid Algemeen De luchtkwaliteit zal in 2020 in alle scenario’s duidelijk beter zijn dan vandaag Enkel parameter NO2 is onderscheidend tussen de tracés; voor fijn stof en geluid zijn er geen significante verschillen tussen vergelijkbare scenario’s Belangrijke impact van exploitatievarianten t.o.v. ‘naakte’ scenario’s: negatief voor vrachtverbod KT + tol, positief voor slimme kilometerheffing, gedifferentieerde tol en vrachtverbod op de R1 (ongeacht alternatief) Per tracé (beoordeling t.o.v. referentiesituatie 2020) Oosterweel: grootste positief effect op zuidelijke ring, maar negatief effect op luchtkwaliteit in deelgebied Deurne N-Merksem-Luchtbal (niet voor geluid) Meccano: globaal beste score omdat tracé maximaal bewoonde gebieden ontwijkt; minder positief effect op zuidelijke ring dan Oosterweel Oosterweel-Noord: tussenpositie tussen Oosterweel en Meccano Centrale tunnel: beperkte positieve effecten in vergelijking met voorgaande alternatieven; negatief effect op deelgebied Linkeroever 2de Kennedytunnel: negatief effect vanwege bijkomend verkeer op R1, ondanks gedeeltelijke overkapping DRW-gedeelte