T6. Erfelijkheid en evolutie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Genetica Dhr. Haanstra.
H7 Erfelijkeheid Genen, Chromosomen, DNA, Genotype, Fenotype, Stamboomonderzoek, prenatale diagnostiek.
T3. Organen en cellen. 1. De Torso.
Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen
T1. Wat is biologie? B1. Levend – dood - levenloos
T7. Bloemen, vruchten, zaden.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
Thema 3: Erfelijkheid Ken en Kan ik alles?.
2D/E. T5: Stevigheid en beweging.
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Genetisch materiaal onder de loep
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Monohybride kruisingen
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Monohybride kruisingen
Schrijfregels bij genetica
Even opfrissen… In lichaamscel 46 chromosomen
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
T4. DNA B1. Van genotype tot fenotype B2. Mitose en celdeling
T2. Planten De levenscyclus van een plant Wortels Stengels Bladeren
Thema 4 DNA Basisstof 1 Van genotype tot fenotype
Genetica.
Quiz.
T1. Afval en milieu B1. Soorten afval B2. Stoffen in de natuur
2C. T5: Stevigheid en beweging.
Thema 7 Erfelijkheidswetten
Erfelijkheid Thema 4.
Vorige keer…. Fenotype: Het uiterlijk van een organisme (zichtbare eigenschappen/eigenschappen die tot uiting komen) Genotype: Informatie voor alle erfelijke.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Erfelijkheid.
Erfelijkheid 4 havo.
ERFELIJKHEID.
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
Meiose.
Erfelijkheid. mitose Mitose = gewone celdeling Hierbij ontstaan cellen met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel De mitose zorgt voor vervanging.
Klas 4 KGT Thema 4 Erfelijkheid
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
B1: Genotype en fenotype
Erfelijkheid Hoofdstuk 10 Kees van den Bergh.
Erfelijkheid genetica
ERFELIJKHEID.
Basisgenetica.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
H7 Erfelijkheid Genen, Chromosomen, DNA, Genotype, Fenotype, Stamboomonderzoek, prenatale diagnostiek.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
ERFELIJKHEID.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
ERFELIJKHEID.
H5 Erfelijkheid § 4. Genenparen.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Thema 3: Erfelijkheid Ken en Kan ik alles?.
Transcript van de presentatie:

T6. Erfelijkheid en evolutie B1. Genotypen en fenotypen B2. Chromosomen en genen B3. Geslachtelijke voortplanting B4. Erfelijkheidsonderzoek B5. De evolutietheorie B6. Argumenten voor de evolutietheorie B7. De geschiedenis van het leven op aarde EB. 8 Geslachtschromosomen EB. 9 Mutaties EB. 10 Biotechnologie V1. Het syndroom van Down V2. Voorbeelden van evolutie V3. Fossielen bekijken en tekenen V4. Leren en werken V5. Ideeën voor een onderzoek V6. Werken met de computer

B1. Genotypen en fenotypen Hoe krijg je nieuw DNA? Chromosomen Bouw DNA De wetten van Mendel Chromosomen van de mens

B1. Genotypen en fenotypen Genotype = erfelijke eigenschap van een kenmerk (bijv. AABBEE = rode ogen, beige lichaamskleur en lange vleugels) Fenotype: Uiterlijke verschijningsvorm. Bijv. bij fruitvliegen de rode ogen (AA), beige lichaamskleur (BB) en lange vleugels (EE)

B1. Genotype en fenotype Genotype = AABBCCEE Fenotype = “Wild-uiterlijk” Chromosomen De wetten van Mendel

B1. Genotype en fenotype Fenotype = Uiterlijke verschijningsvorm Enkele termen Fenotype = Uiterlijke verschijningsvorm Bijv. bij fruitvliegen de rode ogen. Genotype = Erfelijke eigenschappen deze van witte ogen. Bijv. RR (dit staat voor rode ogen) R R Fenotype = Genotype x Milieu Animatie inleiding erfelijkheidsleer

B2. Chromosomen en genen. Chromosomen Bioplek De werking en bouw van DNA Bioplek Hoe krijg je meer DNA?

B2. Chromosomen en genen. De lichaamscel. Blauw Bruin Heterozygoot Wit Homozygoot recessief GROOT GROOT Homozygoot dominant

B3. Geslachtelijke voortplanting Hoe ontstaat een één eïege tweeling Meïose Mitose Meïose Mitose

B3. Geslachtelijke voortplanting Verschil lichaamscel en voortplantingscel. Lichaamscel (voorbeelden) Voortplantingscel (voorbeelden) Huidcel Stuifmeelkorrel Bloedcel Zaadcel Bevruchte eicel Enz. Eicel Ontstaan door: Mitose Ontstaan door: Meïose = gewone celdeling = reductiedeling Mitose Bioplek Meiose Bioplek

B3. Geslachtelijke voortplanting Verschil tussen mitose en meiose Mitose = gewone celdeling Meiose = reductiedeling 46 chromosomen = 23 paren 46 chromosomen = 23 paren kopie Doel: Maken van voortplantingscellen Doel: Groei Herstel Mitose Meïose

B3. Geslachtelijke voortplanting Cel van mens/dier/plant Lichaamscel * 23 paar chromosomen * 2n chromosomen = diploïde cel n = soort chromosoom (staafvormig, hoekig enz.) Van elke soort zijn er twee ♀ XX * 22 paren lichaamschromosomen 1 paar geslachtchromosomen ♂ XY

B3. Geslachtelijke voortplanting Cel van mens/dier/plant Voortplantingscel * 23 enkele chromosomen * n chromosomen = haploïde cel = soort chromosoom (staafvorm/hoekig) Van elk soort is er één * 22 lichaamschromosomen 1 geslachtchromosoom ♂ ♀ 1 maal X of 1 maal Y 1 maal X

B3. Geslachtelijke voortplanting • • X • • ♀ ♂ • • • • Kruisingsschema F1 • • • ♂ ♀ 25% 75% Fenotype 1 : 3 Genotype • • X • • ♀ ♂ • • • • F2 = F1 x F1 • • • ♂ 25% 50 % 25% Fenotype 1 : 2 : 1 Genotype ♀ De wetten van Mendel Bioplek

B3. Geslachtelijke voortplanting • • X • • ♀ ♂ • • • • Fenotype Genotype F1 • • • ♂ ♀ • • X • • ♀ ♂ • • • • F2 = F1 x F1 Invullen op kladpapier • • • ♂ Fenotype Genotype ♀ Hulp bij erfelijkheid en DNA

B4. Erfelijkheidsonderzoek Mond Hand Echoscopie 3D, 17 weken. De nieuwste ontwikkeling. Echoscopie 2D, 25 weken.

B4. Erfelijkheidsonderzoek = ………………. Stambomen P F1

B5. De evolutietheorie Charles Darwin Natuurlijke selectie Berkenspanner Bioplek Evolutietheorieën

B6. Argumenten voor de evolutietheorie De vinken van de Galapagoseilanden vormen het opvallendste bewijs voor de evolutietheorie. Ze stammen af van eenzelfde voorouder en lijken sterk op elkaar. De verschillende soorten zijn te onderscheiden aan hun snavels. De snavelvorm is een aanpassing aan het soort voedsel. Bovenaan staan twee zaden etende soorten, met grote sterke snavels. Onderaan staan insectenetende soorten met puntige snavels. Charles Darwin door Midas Dekker

B6. Argumenten voor de evolutietheorie

B6. Argumenten voor de evolutietheorie

B6. Argumenten voor de evolutietheorie

B6. Argumenten voor de evolutietheorie

B6. Argumenten voor de evolutietheorie

B7. De geschiedenis van het leven op aarde Perm Krijt Jura http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/1526 Carboon Evolutietijdbalk in beeld Onstaan van een fossiel Tip! DVD. Walking with dinosaurs

B7. De geschiedenis van het leven op aarde Fossielen http://www.bbc.co.uk/sn/prehistoric_life/dinosaurs/making_fossils/ Hoe ontstaat een één eïege tweeling Ontstaan fossielen op verschilende plaatsen (engelse site) Ontstaan fossielen (engelse animatie)

B7. De geschiedenis van het leven op aarde http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/1526

B7. De geschiedenis van het leven op aarde http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/1526

B7. De geschiedenis van het leven op aarde http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/1526

B7. De geschiedenis van het leven op aarde http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/1526

EB. 8 Geslachtschromosomen Mitose Mitose Bioplek Meïose Meiose Bioplek

EB. 8 Geslachtschromosomen Het geslacht wordt op een verschillende manier bepaald bij diverse diersoorten. XY chromosoom

Ontstaan van mutaties door UV-straling. EB. 9 Mutaties Kanker. De aan en uitknop va een cel Teleblik Veroudering kent vele aspecten. Progeriapatiënten komen dicht in de buurt van versnelde normale veroudering, maar niet in alle opzichten. Veroudering is voor delende cellen een ander fenomeen dan voor niet-delende cellen. Progeriapatiënten lijden in principe onder de veroudering van delende cellen. http://web.teleblik.kennisnet.nl/tsr/player/vo/fid/1320913 Ontstaan van mutaties door UV-straling.

EB. 10 Biotechnologie Biotechnologie houdt zich bezig met de technieken om biologie te gebruiken voor praktische doeleinden en is een heel breed terrein dat zich uitstrekt van kaasmaken tot hightech laboratoriumwerk. http://www.ditisbiotechnologie.nl/ Genetische manipulatie klokhuis Dit is biotechnologie

V1. Het syndroom van Down Het syndroom van Down of Downsyndroom is een aangeboren afwijking die gepaard gaat met een verstandelijke beperking, typerende uitwendige kenmerken en bepaalde medische problemen, en die veroorzaakt wordt, doordat het erfelijk materiaal van chromosoom 21 in drievoud voorkomt (in plaats van in tweevoud).

V2. Voorbeelden van evolutie

V3. Fossielen bekijken en tekenen

V4. Leren en werken

V5. Ideeeën voor onderzoek

V6. Werken met de computer