EHBO VERENIGING NEDSTAAL 20 oktober 2011 Willem van Hoogstraeten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wat zijn microben?.
Advertisements

Marokko. Marokko Welke vaccinaties worden er voor deze reis aanbevolen?
GMP and HACCP in restaurants
Hygiënebewustzijn voor medewerkers in de voedselketen
Nascholing Instructeurs Eerste Hulp 8 maart 2013
ORDENING THEMA 2.
Nefrotisch syndroom.
Welke soa’s zijn gevaarlijk en besmettelijk
Ordening: Indeling in de 4 rijken
VERSCHIL TUSSEN VIRUS EN BACTERIE.
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Schimmels.
BACTERIËN.
Basisstof 8: Seksueel overdraagbare aandoeningen
Vijfrijkensysteem volgens Whittaker.
Bacteriën Heil en onheil.
Wat zijn microben?.
Met het op de… huid Voorstellen van Stance en Christel.
Vwo 4 – Hoofdstuk 9 Afweer paragraaf 9. 1 t/m 9
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Responsiecollege 18 Nadine Wilczak.
Van: Carolien van den Berg, Mireille Lankheet, Jordy Hesselink
Gemaakt door: Nikki Simone Iris Ellen Jessica
Diarree Buikloop.
Par Planten Planten zijn: AUTOTROFE EUKARYOTEN
AFWEER/IMMUNITEIT Thema 29 Par. 29.1
AFWEER/IMMUNITEIT Thema 21 Par. 21
E. Flink & AG. van Oostveen 2015
Knutselen met DNA VWO.
§10.3 Ziek Bladzijde 99.
Thema 4 Seksualiteit & relaties Seksueel overdraagbare aandoeningen  soa’s.
Teken zien er uit als platte spinnetjes van 1 tot 3 millimeter groot Het zijn parasieten; ze leven van bloed Hun beet is meestal pijnloos.
Leskaart GFT Uitleg Schimmels
Ziekteleer Vandaag Laatste presentatie vorige week Huidparasieten / ringworm / psittacose Entingen (opdracht -> cijfer (1x)) Volgende week:
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Casus 1 Hygiëne - infectie.
Kinderen met koorts en vlekjes
Noorderpoort Medische Kennis
Micro-organismen.
ANW thema LEVEN 3. Wat is leven?.
Huisvesting en Hygiëne
Hoefzweer Pododermatitis.
Virussen NW 2015 Hygiene en Gezondheid.
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Inleiding Bijgesteld Infectieziekten Inleiding Bijgesteld
Noorderpoort Medische Kennis
Algemene ziekteleer (pathologie)
Inleiding Bijgesteld Infectieziekten Inleiding Bijgesteld
H10 Gezondheid.
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
VACCINATIE ZIEKTES.
Kinderen met koorts en vlekjes
Antibiotica Gezondheidzorg V4.2
Infectie en ontsteking
Medische kennis Infectieziekten.
Medisch - technisch handelen
Kinderen met koorts en vlekjes
Antibiotica Gezondheidzorg V4.2
Reizen Waarom gaat men op reis?.
Les 4 Gezondheid en gedrag.
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Transcript van de presentatie:

EHBO VERENIGING NEDSTAAL 20 oktober 2011 Willem van Hoogstraeten infectieziekten EHBO VERENIGING NEDSTAAL 20 oktober 2011 Willem van Hoogstraeten

Wat is een infectie ? Als een micro-organisme, virus of parasiet in een levend wezen is binnengedrongen en zich daar vermenigvuldigd heeft. Bij veel schade spreekt men van ziekte. Het micro-organisme of pathogeen of de ziekteverwekker. Een infectie heeft vaak een ontsteking tot gevolg.

Verspreiding Infecties kunnen worden onderscheiden in plaatselijke infecties (b.v. lokale huidontstekingen uitgaande van haarzakjes) en systemische infecties waarbij het hele organisme ziek wordt.

Bacteriën

Bacteriën eencellig soms in kolonies geen celkern erfelijke materiaal zweeft rond in het cytoplasma DNA bestaat meestal uit één enkel ringvormig chromosoom een of meer plasmiden (bevat ook genetische informatie) kunnen onderling plasmiden uitwisselen (conjugatie), waardoor zij recombineren (nieuwe bacterievariëteiten) Bacteriën zijn zo klein dat zij alleen onder een microscoop zichtbaar zijn. kunnen zich snel vermeerderen.

Virussen

Virussen Bevat DNA of RNA ingesloten in een omhulsel van eiwit. Soms een enveloppe, een membraan Afhankelijk van een andere cel (stofwisseling, voorplanting) leidt in veel gevallen tot de dood van de gastheercel Humane virussen zijn bijna zonder uitzondering gemuteerd uit dierlijke virussen Typische diameter van een virus ligt tussen de 20 en 300 nm Antibiotica zijn niet effectief tegen virale infecties.

Wormen

Wormen Dieren die meer dan 25.000 soorten telt. Bekende stammen van wormen zijn de ringwormen (Annelida), de platwormen (Platyhelminthes) en de snoerwormen (Nemertea). Ongewervelde dieren met een enigszins gelijkend uiterlijk, maar sterk afwijkende afstamming en/of ontwikkeling Gemeenschappelijke kenmerken zijn het weke, langwerpige lichaam en de meestal geringe lengte van enkele millimeters tot centimeters. Er zijn echter ook uitzonderingen die meer dan 10 meter lang kunnen worden, zoals de runderlintworm (Taenia saginata).

Schimmels

Schimmels Bestaan uit cellen met een celkern Tot de schimmels behoren zowel meercellige organismen zoals paddenstoelen maar ook eencellige organismen zoals gisten. Schimmels planten zich zowel geslachtelijk (sporen)als ongeslachtelijk (schimmeldraden en zwamvlokken) voort..

Ricketsia

Ricketsia niet sporevormende, zeer veelvormige micro-organismen die kunnen worden waargenomen als kokken (0,1 μm), staafjes (1-4 μm) of draden (10 μm). intracellulaire parasieten die zich alleen in het cytoplasma van gastheercellen kunnen handhaven en vermenigvuldigen. Ze veroorzaken bij mensen een groot aantal ziekten waaronder vlektyfus. De meeste Rickettsiae zijn gevoelig voor tetracycline-antibiotica.

Prion-eiwitten

Prion-eiwitten Prionen (Proteinaceous infectious particles) zijn deeltjes die ontstaan uit bepaalde eiwitten in de hersenen Prionen zijn op een abnormale manier opgevouwen versies hiervan aangetaste neuronen uiteindelijk dood, waardoor zieke dieren neurologische verschijnselen gaan vertonen en uiteindelijk ook doodgaan.

Mens Kuru, ontdekt bij kannibalen in Nieuw-Guinea, waarbij hersenweefsel wordt gegeten Ziekte van Creutzfeldt-Jacob Gerstmann Straussler Schenker Syndroom (GSS) Fatale Familiale Insomnia Groeihormoon-deficiëntie werd ooit behandeld met groeihormoon afkomstig uit menselijke hypofyses van (zeer veel) overledenen. Ook hier viel het op dat veel vroegere patiënten een BSE-achtige ziekte kregen. Tegenwoordig wordt groeihormoon gemaakt via recombinant-DNA-technieken.

Parasieten

Parasieten Bij mens, dier en plant zijn vele parasieten beschreven. eencelligen of meercelligen), bloedparasieten, darmparasieten, huidparasieten

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Groep waar/hoe Opm mensenvlo Pulex irritans insecten (siphonaptera) Zuigt bloed niet (meer) in nl hoofdluis Pediculus capitis insecten zuigt bloed ook veel in NL kleerluis Pediculus humanus zelden in NL trichinose Trichinella spiralis in ongekookt vlees (wild zwijn) zeer zeldzaam in NL filariasis, olifantsziekte Wuchereria bancrofti alleen import in NL malaria Plasmodium falciparum, P. vivax, P. ovale en P. malariae importziekte in NL schistosoma Schistosoma haematobium en S. japonicum leeft in bloedvaten schurftmijt Sarcoptes scabiei mijten (acari) leeft in de huid jeuk, zeldzaam in NL schaamluis Phthirus pubis ook wel in NL toxoplasmose Toxoplasma gondii eencellige ongewassen groente, jonge katten niet zeldzaam, maar vaak onopgemerkt

Symbiose of commensaal Elk eencellig of meercellig organisme wordt in meer of mindere mate door andere organismen bevolkt. Meestal zijn het symbiotische of commensale relaties die geen schade aanrichten (vb. darm- en huidflora).

Een infectie ontstaat als een pathogeen invasief wordt (d.i. binnendringt in bloed of weefsels). Een toxi-infectie is een infectie waarbij de pathogenen gifstoffen afscheiden, zelfs als de pathogenen zelf niet binnendringen in het lichaam. Bij een virale infectie stelt men meestal een sluipend verloop vast, bij bacteriële infecties is het verloop eerder acuut.

De gevolgen van een infectie hangen af van: de infectieweg de virulentie van het pathogeen de besmettingsdruk (aantal pathogenen bij de eerste infectie) de immuunstatus van de gastheer.

Mogelijke symptomen: - Plaatselijke (lokale) infecties: roodheid, zwelling, (druk)pijn, pusvorming - Lichamelijke (systemische) infecties: koorts, koude rillingen, zweten, ziek gevoel, uitputting

Rubor, calor, tumor en functio laesa

Infectieziekten ( A-Z ) Met behulp van deze autocomplete zoekveld kunt u gedetailleerde informatie vinden van alle infectieziekten in onze database. zie: www.kiza.nl

Dit zijn de in Nederland voorkomende besmettelijke ziekten - Amoebendysenterie (amoebiasis) - Bacillaire dysenterie (shigellose) - Buiktyfus - Difterie - Gele koorts (febris flava) - Hepatitis (A/B/C) - Hondsdolheid (rabies) - Kinderverlamming (polio, poliomyelitis) - Kinkhoest (pertussis) - Leptospirose (carnicola-koorts en modderkoorts) - Malaria (moeraskoorts) - Mazelen (morbilli) - Meningokokkose (hersenvliesontsteking door menigokokken) - Miltvuur (anthrax) - Paratyfus (salmonenella - Pest - Papegaaienziekte (psittacose) - Rode hond (rubella) - Roodvonk (scarlatina) - SARS - Trichinose - Tuberculose (tb, tbc) - Veteranenziekte (legionellose) - Vlektyfus - Voedselvergiftigingen/-infecties - Weil-syndroom

Soorten Besmetting kan plaatsvinden door direct contact, indirect contact en er kan sprake zijn van een commensale infectie

Infectie door direct contact Praten, zoenen, niezen, hoesten; hierbij ontstaan aerosolen met pathogenen die een volgende gastheer bereiken Handen schudden Opwervelend stof Seksueel contact van moeder op ongeboren kind.

Infectie door indirect contact Stofdeeltjes Besmette materialen zoals beddengoed, eetgerei, kleding en toiletten Besmette voedingsmiddelen zoals rauw of slecht bereid vlees en kip, melk en eieren Besmet water Bloed van besmette mensen dat wordt gebruikt voor bloedtransfusie Ontlasting en urine van besmette mensen Insecten die steken en bijten

Behandeling van infectieziekten

antibiotica

Vaccinatie

symptomatisch

Operatieve ingreep: o.a. verwijdering van abcessen

Let op! De behandeling van infectieziekten is o.a. afhankelijk van de aard (bacterie, virus, schimmel, parasiet, worm), de plaats (inwendig of uitwendig), duur (acuut of chronisch) en ernst (levensbedreigend?) van de infectie-ziekte en de kans op complicaties.