Licht kunstlicht + daglicht

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dat wat de dingen zichtbaar maakt
Advertisements

Callewaert Donat Preventiedeskundige ergonomie
De Wonderlijke Wereld van het LICHT
§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Bouwfysica.
KOPLAMPEN AFSTELLEN.
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
Samenvatting Newton H2(elektr.)
Doorlichting voetbalveldverlichting Eendracht Hooglede
Bouwfysica Verlichting
Het elektromagnetisch spectrum
Warmte herhaling hfd 2 (dl. na1-2)
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Licht en schaduw Begrippen klas 1 t/m 3.
Als de som en het verschil gegeven zijn.
wiskunde als gereedschap voor fysica: in en rond onze atmosfeer
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 12
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Samenvatting Wet van Coulomb Elektrisch veld Wet van Gauss.
Bouwfysisch Ontwerpen 1
Kunstlicht door: Koert Ringelenberg
LED’s.
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Les 9 Gelijkstroomschakelingen
Beeldende Aspecten LICHT
Herhaling Energie berekeningen
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 5
Newton klas 4H H3 Lichtbeelden.
beeldaspect licht - toon
Standaard-bewerkingen
Energiesoorten bewegingsenergie elektrische energie
5.3 Schaduw en spiegelbeeld Marianne & Janine H2C
Dennis Bakker Kai Molendijk H2B
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
3.4 Rekenen met energie 4T Nask1 H3 Energie.
Installaties.
Vergelijkingen oplossen.
Uitwerkingen - GO Natuurkunde - Vwo5 SysNat V4B- Hfd.8 - Elektriciteit
Presentatie Soorten bijzondere driehoeken en Rekenen met hoeken
Duikboot Waarom brandt er ‘s nachts rood licht in een duikboot als er gevaar dreigt?
waarom plaatsen we onze verwarming onder het raam?
terug naar: de blauwe lucht
Centrummaten en Boxplot
Natuurkunde overal 3 HV Licht
Toets 1 Examen Reinder Reen.
2. Licht en zien pg. 13.
Maandag 18 november Licht & witbalans Avond fotografie – blauwe uurtje
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
Waarom zijn groene planten en bomen zo belangrijk voor ons en de natuur?
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Computer Vision Technische Informatica
Natuurkunde overal H2 Licht en geluid
Samenvatting CONCEPT.
OPTICA Deel 2 -lichtbreking.
Straling van Sterren Hoofdstuk 3 Stevin deel 3.
Eenheden van Licht Basisbegrippen
Verlichting TV Installatiemethoden. LICHTHOEVEELHEID: LUX OF LUMEN?
Frits van tol. invloed van licht op de mens v e r l i c h t i n g het lichtstappenplan kleurweergave van licht lichtbronnen soorten van lichtverspreiding.
informatieve avond over LED
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
Hoofdstuk 3 Licht en landschap
Hoofdstuk 3 Licht en landschap
Kleur….
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Voorbereiding gebruiksonderzoek
Licht en schaduw.
H8 Licht Nova Licht en kleur.
ONDERWERP 4 ENERGIEVERBRUIK
Indoor Comfort Index Validatie van het meetinstrument
Transcript van de presentatie:

Licht kunstlicht + daglicht Installaties Licht kunstlicht + daglicht Basisbegrippen van Licht

Installaties Agenda Gebouw en licht Zichtbaar licht Lichtstroom Φ Lichtopbrengst of rendement Lichtsterkte I Verlichtingssterkte E Luminantie (helderheid) L

Installaties Gebouw en licht Functie Vorm Sfeer

Installaties Elektromagnetische straling met een golflengte tussen de 380 nm en de 780 nm

Het kunnen zien van licht Installaties Het kunnen zien van licht

Installaties Lichtstroom Φ

Lichtopbrengst of rendement Installaties Lichtopbrengst of rendement Dat is de opbrengst van de lamp bij het toegevoerde vermogen. Eenheid Lumen/Watt [lm/W] De maximale lichtopbrengst is 683 lm/W bij monochroom licht met een golflengte van 555nm. In de praktijk varieert de waarde tussen de 12 en 150 lm/W.

lichtrendementen van enkele lichtbronnen Installaties lichtrendementen van enkele lichtbronnen Soort lamp Lichtrendement Gloeilamp 20 W 12 lm/W Gloeilamp 60 W 15 lm/W Halogeenlamp 22 lm/W Spaarlamp 18 W 61 lm/W Fluoriscentielamp TL36W/830 93 lm/W Direct zonlicht 80 lm/W Diffuus zonlicht 115 lm/W

Installaties Lichtsterkte I

Installaties Ruimtehoek ω

Installaties De weg ρ = reflectiefactor α = absorptiefactor waarin: ρ = reflectiefactor α = absorptiefactor τ = doorlatingsfactor

Verlichtingssterkte E Installaties Verlichtingssterkte E

Installaties Rekenvoorbeeld gegeven: een lichtbron straalt in alle richtingen evenveel licht uit en geeft een verlichtingssterkte van 350 lux op een A4 blad (21*29 cm2). De lichtbron bevindt zich 1,45 m boven het A4 blad. Gevraagd: de lichtstroom van de lichtbron?

Installaties Antwoord De lichtstroom die op het blad valt kan als volgt berekend worden: Φ = A*E => 0,21*0,29*350 = 21,9 lumen De ruimtehoek die het A4 papier inneemt ten opzichte van de lichtbron is: ω=A/R2 =>(0,21*0,29)/1,45^2= 0,029 sr De lichtsterkte is nu: I = Φ/ω => 21,3/0,029= 735 cd Omdat het een bol is die in alle richtingen een even grote lichtsterkte heeft, geldt voor de lichtstroom van de bol het volgende: I=Φ/4π => Φ=735*4 π => 9236 lumen

Luminantie (helderheid) L Installaties Luminantie (helderheid) L

Installaties Schijnbaar oppervlak

verbanden van basisbegrippen licht & mens en licht Installaties verbanden van basisbegrippen licht & mens en licht

Lichtstroom Φ in relatie tot lichtsterkte I Installaties Lichtstroom Φ in relatie tot lichtsterkte I Lichtsterkte = de lichtstroom gedeeld door de ruimtehoek Is de lichtsterkte in alle richtingen gelijk dan is de ruimtehoek 4 π

Installaties Rekenvoorbeeld Gegeven: In een ruimte hangt een gloeilamp met een lichtstroom van 2000 lumen die wordt omgeven door een opalen bol met een doorlatingsfactor van 0,9. Gevraagd: de lichtsterkte van de bol?

Installaties Antwoord Hiertoe vermenigvuldigen we de uitgezonden lichtstroom Φ van de lichtbron met de transmissiecoefficient τ van de bol en delen dit getal door 4π. Dus 2000*0,9/4π= 143 cd. Let er wel op dat dit alleen geldt voor een lichtbron waarvan de lichtstroom in alle richtingen even groot is.

De lichtsterkte I in relatie tot de verlichtingssterkte E Installaties De lichtsterkte I in relatie tot de verlichtingssterkte E

De relatie tussen de lichtstroom Φ en de luminantie van de bron L Installaties De relatie tussen de lichtstroom Φ en de luminantie van de bron L Voor diffuus stralende en/of reflecterende vlakken geldt: Waarin: Φ lichtstroom [lm] L luminantie van vlak of lichtbron [cd/m2] A oppervlak [m2]

Verlichtingssterkte E in relatie tot de luminantie L Installaties Verlichtingssterkte E in relatie tot de luminantie L De luminantie is de verlichtingssterkte in het punt maal de reflectiefactor gedeeld door π L= luminantie [cd/m2] E= verlichtingssterkte in een punt van het oppervlak [lux] ρ = reflectiefactor van het vlak [-]

Installaties Rekenvoorbeeld gegeven: De luminantie van een vloer is op een plaats 24 cd/m2. Een stuk papier wordt op dezelfde plaats op de vloer gelegd. De luminantie van het papier is 52 cd/m2. De reflectiefactor van dit stuk papier is bekend n.l. ρ=0,85. Gevraagd: de reflectiefactor van de vloer?

Installaties Antwoord L=(E*ρ)/π. E is in beide gevallen even groot. Dus Lvloer / Lpapier = ρvloer / ρpapier Ρvloer = 24 / 52 * 0,85 = 0,39

Installaties Samenvatting

Installaties

Installaties Mens en licht Licht maakt het mogelijk dat wij kunnen zien

Installaties Oog gevoeligheid Het vermogensspectrum wordt gecorrigeerde voor de ooggevoeligheid en vervolgens houden we het lichtspectrum over.

Installaties Adaptatie Het oog kan grote helderheden waarnemen maar is maar beperkt instaat om snel te adapteren. 1:10 fractie van seconde Donker naar stralende zon 10 tot 12 minuten Van fel licht naar donker circa 60 minuten

Installaties Contrast Het waarnemen van contrast neemt toe bij toename van de luminantie

Installaties Verblinding Directe verblinding door het kijken naar de lichtbron Indirecte verblinding door de spiegeling van een lichtbron (lamp in beeldscherm).

Minder duidelijk aspecten Installaties Minder duidelijk aspecten Oogbewegingen Door wisseling van de omgeving worden dingen waargenomen Kleur De kleur geeft aanvullende informatie zoals toestand of sfeer. Tevens is lichtkleuren mengen additieve menging. Gezichtsscherpte Scherpte bepaald behoefte aan luminantie en lichtsterkte.

Ontwerpen met licht & daglicht Installaties Ontwerpen met licht & daglicht Ontwerpen met licht Bouwkundige middelen Berekenen hoeveelheid daglicht

Installaties Ontwerpen met licht Dagsituatie (gebruik daglicht) Nachtsituatie (gebruik kunstlicht) Effect gebruik daglicht op interne warmte

Installaties Bouwkundige middelen Raamgrootte Oriëntatie raam Soort glas Positie en vorm van ramen Raamafscherming Luifels Reflecties en obstructies buiten Afmetingen van de ruimte Kleurgebruik en afwerking van de ruimte

Installaties Oriëntatie raam Oriëntatie geeft met name kleur licht (noord blauw licht) Oriëntatie behorende bij dagtaak (slaapkamer op oosten) Warmtestraling vaak meer van belang dan licht

Installaties Soort glas Licht doorlatendheid LTA Regelbare beglazing; helderheidswering 1:3:10

Installaties Raam positie en vorm Lage, brede ramen Standaardraam verschillende posities Smalle hoge ramen

Daglicht bepaalt de perceptie Installaties Daglicht bepaalt de perceptie

Installaties Raamafscherming Helderheidswering en warmtewering Bij onvoldoende helderheidswering alleen contouren zichtbaar Oplossingen: Luifels Lamelen Screens

Reflecties en obstructies buiten Installaties Reflecties en obstructies buiten Verblinding door reflecties Gebruik reflecties voor verlichting dieper in de steeg of gebouw

Afmetingen van de ruimte Installaties Afmetingen van de ruimte De afmetingen van de ruimte bepalen ook de verlichtingssterkte E en de luminanties L in de ruimte. Vuistregel diepte ruimte nooit meer dan 2,5 keer hoogte van het raam.

Kleurgebruik en afwerking Installaties Kleurgebruik en afwerking Afwerking bepaald de reflectiefactor van de ruimte Hieronder het verschil van links 0,7 en rechts 0,1 aan reflectiefactor voor de omhulling