 Paragraaf 4. Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

H3 Industralisatie en Ismen.
Nederland in de 20ste eeuw
Hoofdstuk 6 Democratisering
Industriële revolutie
Vrij en onvrij Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
Een massapers ontstaat
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
Het socialisme Paragraaf 7..
De Christelijke Kerk in West Europa valt uiteen
Het cultuurstelsel verdwijnt
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Paragraaf 3 Honger en ellende.
Hierdoor kon er efficiënter gewerkt worden en groeide de opbrengst
Pruiken en revoluties – 1700 tot Aanloop naar de Franse Revolutie - De Franse revolutie - Napoleon grijpt de macht - Bataafse revolutie in de.
1.5 De christelijke kerk in West-Europa valt uiteen
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
Hofstelsel en horigheid
Paragraaf 2 Het cultuurstelsel.
Hoofdstuk 2.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Machtige heren, halfvrije boeren
4.2 de sociale kwestie..
De burgemeester van Delft en zijn dochter
De Romeinen en het christendom
Absolutisme vs Regenten
de tijd van burgers en stoommachines
Geschiedenis hoofdstuk 1
Hoofdstuk 3.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
3 Industrialisatie en Ismen
Historisch Overzicht Paragraaf 1.
Hoofdstuk 1: Nederland Historisch Overzicht Hoofdstuk 1: Nederland
Industriële Revolutie
3 Industrialisatie en Ismen
Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
Pruiken en revoluties – 1700 tot Aanloop naar de Franse Revolutie - De Franse revolutie - Napoleon grijpt de macht - Bataafse revolutie in de.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
3 Industrialisatie en Ismen
Wat moet je weten aan het eind van de les?
M. GIMBRERE Tijd van burgers en stoommachines,
Wat moet je weten aan het eind van de les?
de tijd van burgers en stoommachines
Een Christelijke samenleving
Tijd van de burgers en stoommachines ( )
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Het Kapitalisme Handelskapitalisme Oostzeevaart VOC/WIC
De industrialisatie van het westen
H1 De tijd van jagers en boeren
Pruiken en revoluties – 1700 tot 1800
Groep 8, Hoofdstuk 6: Samenwerking in de wereld. In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland? En in welk jaar eindigde hij ?
Revoluties in Europa. Les 3 Naar de fabriek Doelen van les 3 Je kunt het begrip Industriële Revolutie uitleggen. Je kunt beschrijven welke rol de stoommachine.
K.A. 3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
De industriële revolutie
Burgers en stoommachines 4.2 De sociale kwestie
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie
Industrie en samenleving
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
Cursus 2.3 Het Leven van de Eerste Boeren Klas 1 BK Lesweek 4
Hoofdstuk 2 Het oude Egypte.
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 BK Lesweek 2
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
§3.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
§3.1 Industrie en samenleving
§2.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
§2.1 Industrie en samenleving
Blok 2 Aantekening: Stoommachines Gevolgen voor de samenleving
Transcript van de presentatie:

 Paragraaf 4

Sterke uitbreiding van het personeel in de dienstensector  Personeel in de dienstensector nam sterk toe. De mensen in de dienstensector 'maken' niets. Zij verrichten diensten voor andere mensen. Het zijn mensen als doktoren, verpleegsters, leraren, ambtenaren. Sterke uitbreiding van de middelste laag van de bevolking  Er kwamen steeds meer arbeiders werken in de fabrieken die steeds groter werden. Fabrikanten konden het werk nu niet meer alleen af. Men nam toen mensen in dienst die meer verdienden dan de arbeiders, maar minder dan de rijke bovenlaag. Ook in de dienstensector nam het aantal beter betaalde werknemers toe.

Rond 1800 was de bevolking in West Europa in drie lagen verdeeld: Een kleine bovenlaag van zeer rijke mensen, de bourgeoisie en de adel. Een kleine middenlaag van mensen met enig bezit, de kleine burgerij. De onderste laag van arme boeren, landarbeiders en arbeiders in de steden. Opkomst van de fabrikanten Zij werden de belangrijkste groep van de bovenlaag. Minder landarbeiders, meer fabrieksarbeiders Door de opkomst van de industrie konden de landarbeiders en zij die afkomstig waren van de huisnijverheid naar de industrie.

 Grotere mogelijkheden om van de ene laag in de andere laag terecht te komen Tijdens de Industriële revolutie kwamen er veel nieuwe beroepen bij. De indeling van de samenleving in bevolkingslagen werd minder duidelijk. Het ging nu niet meer om afkomst en bezit, maar ook om wat men presteerde. Men begon arbeiders en werknemers naar prestatie te belonen. Veel hardwerkende mensen uit de benedenlaag slaagden erin zich op te werken naar de middenlaag. Omgekeerd kon het nu ook. Men maakte veel meer kans dan vroeger om in een lagere bevolkingsgroep terecht te komen.