Het Nederlandse pensioenstelsel

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Agenda Presentaties 1. Overgang van Stichting Pensioenfonds Océ naar PME Door: Leen Streng – bestuurslid pensioenfonds Océ Presentatie nieuwe pensioenregeling.
Advertisements

Hoeveel pensioen krijg ik straks?
1 Philippe van Wersch, Eindhoven, 31 mei 2013 Maak het onderscheid.
Pensioenen in Nederland
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
WIA Wet Werk en Inkomen naar arbeidvermogen
Uitstellen of vervroegen van pensioen. Kan dat zomaar?
Een kijkje achter de schermen
“Pensioenen & de Kredietcrisis”
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
Bilanx Financial Planners B. V
Ontwikkelingen rond pensioen
1 PENSIOEN - INFOSESSIES - 7, 15 en 22 november 2011 Pensioen INFOSESSIES en 22 november 2011.
De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Alfred Hamelink, Diana Verschuren, Pensioenconsulenten.
Pensioen actualiteit Disclaimer: deze workshop bevat algemene informatie. U kunt hieraan geen rechten ontlenen.
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
Hoeveel pensioen krijg ik straks?
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
Vergrijzen en verzilveren Antwerpen, 16 november 2012 Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht.
Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro
Pensioenen in Nederland in 2014
Programma Opening Introductie Schets samenloop Emeritikas en PFZW
Pensioenregeling Stichting pensioenfonds Groothandel Vegro
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
College voor Arbeidszaken 23 april 2003
Inkomen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
NVP 2009 Werknemerspensioen Henriëtte de Lange. Agenda  Inleiding  Soorten pensioenregelingen  Partnerpensioen  Life-events: wanneer pensioen belangrijk.
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET PENSIOENRECHT 6 maart 2007 R.J.G. Veugelers Vereniging voor Pensioenrecht.
Alternatieven beperking Witteveenkader Eddy Haket Stichting van de Arbeid.
Leeftijdsonderscheid in het pensioenakkoord ? Inleiding op de bijeenkomst van de Vereniging voor Pensioenrecht 6 december 2011.
Wat nou, pensioencrisis?
Lezersbijeenkomst Brabants Dagblad 3 juni 2009 Pensioen Akkermans & Partners / Gommer & Partners mr. Theo Gommer MPLA (42)
Arbeidsparticipatie van oudere werknemers Discussiemiddag Leeftijd en Gezondheid op het Werk Utrecht, 27 oktober 2009 Dr. Rob Gründemann, Senior Onderzoeker/Adviseur.
Agenda Presentaties 1. Overgang van Stichting Pensioenfonds Océ naar PME Door: Leen Streng – bestuurslid pensioenfonds Océ Presentatie nieuwe pensioenregeling.
Jaarverslag 2011 KERNCIJFERS Vanuit V.O Pensioenfonds.
FISCAAL OVERGANGSRECHT Amsterdam, 21 maart 2012 Mr. C.A.H. Luijken Deloitte Pension Advisory.
HOSTA 2010, Vastgoedcongres 29 september september Horwath HTL.
Met FPU gaan.
Werknemerspresentatie Zwitserleven Pensioen versie
Toelichting Pensioen Akkoord Regeling 2015
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Ontwikkelingen in pensioenland
Zo zit dat met uw pensioen!
Zo zit dat met uw pensioen!
Dag voor de zorg Zaterdag 14 september 2013 Workshop Alfaconstructie.
Werknemerspresentatie i-Pensioen: Middelloon versie
Vereniging Gepensioneerden Farmaceutische Dienstverlening De toekomst van het pensioenstelsel.
De laatste nieuwstjes uit Den Haag
PRANGENDE VRAGEN VAN GEPENSIONEERDEN (een selectie) Bijdrage aan heidag dinsdag 31 maart 2015dinsdag 31 maart 2015dinsdag 31 maart 2015dinsdag 31 maart.
| Zo zit dat met het (ABP)pensioen! Zo zit dat met het (ABP)pensioen!
Informatiebijeenkomst
Cao Stand van zaken cao onderhandelingen Looptijd Pensioenregeling Salaris Functiewaardering Uitbesteding Duurzame Inzetbaarheid.
Oudedagsvoorziening in Nederland
Pensioenactualiteiten Buitenlandse Zaken Den Haag, S. Jongbloed, Bestuursbureau ABP.
Jouw partner in de school Wat hebben werkenden van het Pensioenakkoord te verwachten? VDBZ Willem Jelle Berg 22 November 2011.
Pensioenactualiteiten Buitenlandse Zaken Den Haag, S. Jongbloed, Bestuursbureau ABP.
Zwitserleven Pensioenavond
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Pensioen voor jong en oud
Agenda Presentatie: Marcel Dorren Pensioenen algemeen
Pensioenfonds Detailhandel Pensioen zo persoonlijk mogelijk maken
Impact van de pensioenveranderingen op het HR-beleid
De pensioenregeling SBZ Pensioen.
Pensioenakkoord en het nieuwe pensioencontract tijd om keuzes te maken Amsterdam, 10 oktober 2012 drs. N.M. Winter, KWPS.
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Transcript van de presentatie:

Het Nederlandse pensioenstelsel Herman M. Kappelle Directeur AEGON Adfis Adviesgroep juridische en fiscale zaken www.aegonadfis.nl Bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam www.belastingrechtaandevu.nl

Agenda Het Nederlandse stelsel, drie pijler systeem Opbouwsystemen - eindloon - middelloon - beschikbare premie Uitvoerders - bedrijfstakpensioenfonds - ondernemingspensioenfonds - verzekeraar Effecten van de crisis Aanvullende maatregelen van het kabinet, AOW 67? Samenvatting en conclusies

Drie pijler systeem AOW Lijfrenten Pensioen-regelingen Particulieren Kapitaaldekking Verzekeraars/ banken Pensioen-regelingen Werkgevers en werknemers Kapitaaldekking Pensioenfondsen/Verzekeraars AOW Overheid omslagstelsel SVB

Omslagstelsel/Kapitaaldekking Omslagstelsel: actieven financieren de uitkeringen van de inactieven. Geen fondsvorming. Risico: vergrijzing. Kapitaaldekking: iedereen spaart voor zijn eigen pensioen. Wel fondsvorming. Risico: inflatie. Totaal belegd vermogen van pensioenfondsen in Nederland: ruim € 719 miljard (2007).

Opbouwsystemen, pensioengrondslag Pensioen in de tweede pijler wordt gebaseerd op de pensioengrondslag. Pensioengrondslag = pensioengevend salaris verminderd met een franchise. Franchise = het gedeelte van het pensioengevend salaris dat is gedekt door de AOW-uitkering. Franchise is minimaal 10/7 AOW-gehuwd (2009; € 12.466). Pensioen + AOW = 70% salaris.

Opbouwsystemen; eindloon Pensioen is percentage van het laatste salaris. PG * % p.dj. * dj. Maximaal percentage per dienstjaar 2. Salarisverhoging leidt ook tot hogere pensioenrechten over reeds verstreken dienstjaren. Voordeel: werknemer behoudt koopkracht. Nadeel: duur voor de werkgever, salarisverhoging leidt tot hoge backservicelast.

Eindloon, voorbeeld (1) Percentage per dienstjaar 2 Aantal dienstjaren 35 Franchise € 12.466 Startsalaris € 20.000 Salaris na verhoging in jaar 5 € 29.000 Salaris op pensioendatum € 40.000

Eindloon voorbeeld (2) Ouderdomspensioen = 35 x 2% x p.g. In jaar 1-4: 70% (€ 20.000 - € 12.466) = € 5.274 In jaar 5: 70% (€ 29.000 - € 12.466) = € 11.574 Backservice: 4 x 2% x € 9.000 = € 720 Op p.d.: 70% (€ 40.000 - € 12.466) = € 19.274 Stel salarisverhoging pas in laatste jaar; backservice: 34 x 2% x € 20.000 = € 13.600

Opbouwsystemen; middelloon Pensioen is percentage van het gemiddelde salaris. Per jaar: PG * % p.dj. Maximaal percentage per dienstjaar 2,25 Salarisverhogingen tellen voor pensioenopbouw alleen mee voor de toekomst. Bij normale salarisontwikkeling leiden 2% eindloon en 2,25 middelloon tot ongeveer hetzelfde resultaat. Geïndexeerd middelloon: opgebouwde aanspraken aanpassen aan inflatie. Meer gelijkmatige kosten voor werkgever, alleen bij volledige indexatie geen koopkrachtverlies werknemers.

Middelloon voorbeeld (1) In jaar 1-5: salaris € 20.000 In jaar 6-10: salaris € 25.000 In jaar 11-15: salaris € 30.000 In jaar 15-20: salaris € 35.000 In jaar 21-25: salaris € 40.000 In jaar 26-30: salaris € 45.000 In jaar 31-35: salaris € 50.000 Opbouwpercentage per dienstjaar 2,25 Franchise € 12.466

Middelloon voorbeeld (2) In jaar 1-5: opbouw 5 * 2,25% * 7.534 = 848 In jaar 6-10: opbouw 5 * 2,25% * 12.534 = 1.410 In jaar 11-15: opbouw 5 * 2,25% * 17.534 = 1.973 In jaar 15-20: opbouw 5 * 2,25% * 22.534 = 2.535 In jaar 21-25: opbouw 5 * 2,25% * 27.534 = 3.098 In jaar 26-30: opbouw 5 * 2,25% * 32.534 = 3.660 In jaar 31-35: opbouw 5 * 2,25% * 37.534 = 4.223 Totaal ouderdomspensioen 17.747 = 47,3% laatste pensioengrondslag = 78,75% gemiddelde pensioengrondslag

Opbouwsystemen: beschikbare premie Ouderdompensioen wordt bepaald door hetgeen op pensioendatum kan worden aangekocht uit de beschikbare premies en het daarop gegenereerde rendement. Geen directe verband met (laatste) salaris. Uitkomst onzeker: rendement en marktrente op pensioendatum. Fiscale maximum via staffelbesluit Financiën. Voorspelbare kosten voor werkgever. Onzekere uitkomst voor werknemers.

Opbouwsystemen: aantallen regelingen (± 21 Opbouwsystemen: aantallen regelingen (± 21.000) (Bron: Verbond van Verzekeraars; “Verzekerd van cijfers 2009”).

Opbouwsystemen: aantallen deelnemers (± 6,3 mio) (Bron: Verbond van Verzekeraars; “Verzekerd van cijfers 2009”).

Uitvoerders Bedrijfstakpensioenfonds Verplicht op basis van Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds Ondernemingspensioenfonds (Shell, AKZO, Philips) Verzekeraars

Verschil fonds/verzekeraar Bestuur van pensioenfonds bestaat uit werknemers en werkgevers(-vertegenwoordigers). Bestuur kan invloed hebben op inhoud regeling. Pensioenfonds mag als uiterste middel pensioenaanspraken en pensioenrechten korten bij onderdekking. Onderdekking = reserves < verplichtingen. Verzekeraar voert slechts uit, heeft geen invloed op de inhoud van de regeling. Verzekeraar keert altijd uit wat verzekerd is. Voorzieningen en garanties.

Effect van de crisis bron: Brief van minister van SoZaWe aan Tweede Kamer, 23 juni 2009, (AV/PB/09/14230) Vrijwel alle fondsen hebben indexatie voor komende jaren geschrapt. 342 van 650 pensioenfondsen moesten wegens onderdekking voor 1 april 2009 een herstelplan indienen. 20 (met name kleinere) pensioenfondsen hebben aangegeven korting op de pensioenen (afstempeling) te overwegen. 60 fondsen hebben extra storting gekregen van de werkgever. 10 fondsen hebben een achtergestelde lening gekregen van de werkgever.

Pensioenknip Bij kapitaalovereenkomsten en premieovereen-komsten is de hoogte van het uiteindelijke pensioen afhankelijk van het gemaakte rendement en de marktrente op pensioendatum. Rendement is laag (of zelfs negatief), rente is ook laag. Gevolg: levenslang laag pensioen, geen mogelijkheid om te profiteren van herstel van de beurs of rentestijging. Tijdelijke maatregel; knip in kapitaal. Als beurs en/of rente niet stijgt, na vijf jaar lager pensioen!

Aanvullend beleidsakkoord “Werken aan de toekomst” Ingangsleeftijd AOW-uitkering naar 67 jaar Doelstellingen kabinet; - verbeteren overheidsfinanciën - verbeteren positie pensioenfondsen - leveren bijdrage oplossen vergrijzingsproblematiek Doelstellingen haalbaar?

Vergrijzing (1) Met name probleem voor omslag gefinancierde stelsels. Steeds minder actieven moeten uitkeringen voor steeds meer inactieven opbrengen. Bij invoering AOW (1957): 6:1 Momenteel: 4:1 Bij ongewijzigd beleid in 2040:2:1

Bron: Statisisch Zakboek 1900 1950 1998 2050 Bron: Statisisch Zakboek

Vergrijzing (3) Verhoging van de AOW-leeftijd leidt niet direct tot een wezenlijke bijdrage in de oplossing voor de vergrijzingsproblematiek. Arbeidsparticipatie in groep 60-65 is 28% (2007). Wel stijgende lijn; - 2000; 16% - 2007; 28% - 2011; 43%. Gemiddelde pensioenleeftijd is 62+ Conclusie: binnen de groep 60-65 valt nog een wereld te winnen; verhoging pensioenleeftijd tot 67 is vooralsnog niet nodig.

Feitelijke pensioenleeftijd stijgt Bron: CBS

Positie pensioenfondsen (1) Verhoging AOW-leeftijd heeft geen direct gevolg voor positie pensioenfondsen. Dekkingsgraad wordt daardoor niet verbeterd. Dekkingsgraad = reserves : verplichtingen Dekkingsgraad wordt alleen verbeterd indien pensioenleeftijd in tweede pijler ook wordt verhoogd. Verplichtingen dalen, reserves blijven gelijk  dekkingsgraad stijgt. Bij gelijkblijvende nominale pensioenen twee jaar later uitkeren, de facto 20% afstempeling.

Positie pensioenfondsen (2) Hogere AOW-leeftijd leidt niet automatisch tot hogere pensioenleeftijd in de tweede pijler. Overheid stelt pensioenleeftijd in eerste pijler vast. Pensioen in tweede pijler is onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, inhoud wordt bepaald door sociale partners. Overheid kan (en zal!) sturen via fiscale wetgeving. “Lessons learned” uit het verleden (VPL) - uitvoeringsproblemen; alle regelingen aanpassen en via vervroeging geen materieel effect; - lagere pensioenen? - maatschappelijke onrust!

Overheidsfinanciën Uitstel AOW-leeftijd heeft een direct positief effect op de overheidsfinanciën. Uitgaven momenteel ruim € 25 miljard per jaar. Bij ongewijzigd beleid in 2040 bijna € 50 miljard. CPB: besparing 0,5% BBP. Kabinet: “taakstellende opbrengst” 0,7% BBP. BBP 2009 € 580 miljard. Verhoging AOW-leeftijd levert dus € 3 à 4 miljard op. Negatief effect i.v.m. langer doorlopen van uitkeringen zoals WW en WIA.

Gaat het werken? (1) We leven langer omdat we in staat zijn mensen langer te laten leven. Maar dat betekent niet automatisch dat we ook in staat zijn om langer te werken. We leven langer ondanks dat we ongezonder leven. We leven langer ondanks meer ziekten en beperkingen. (Bron: prof. dr. D.J.H. Deeg: “Nieuwe mythen over ouder worden”, http://www.federa.org/?s=18m=200&p=&v=4)

Gaat het werken? (2) Toekomstige generaties zijn naar verwachting niet gezonder (aantal ziekenhuisopnamen in groep 55-64 is in de periode 1992-2004 gestegen). De oudere bevolking is zeer heterogeen in het optreden van functionele beperkingen. Een algemene benadering en algemene conclusies zijn dus niet mogelijk. Mensen die langer doorwerken voelen zich na pensionering ongezonder dan mensen met vergelijkbaar opleidings- en welstandsniveau die eerder zijn gepensioneerd. (Bron: Rijs, Cozijnsen, Deeg: The influende of age at retirement ons self-perceived health)

Conclusie (1) Doelstellingen: - verbetering overheidsfinanciën  - verbetering positie pensioenfondsen  - bijdrage aan oplossing vergrijzing 

Conclusie (2) Termijn waarop afhankelijk van overgangsrecht. Verbeteren overheidsfinanciën is ook mogelijk via andere maatregelen buiten pensioensfeer. Verhogen belastingen, schrappen uitgaven, bezuinigingen op andere terreinen. Politieke keuze. Mijn suggestie: - verhoog arbeidsparticipatie in groep 60-65 - geen dwang, maar maak het aantrekkelijk (deeltijdpensioen) - geen verhoging van richtleeftijd naar 67 om feitelijke naar 65 te gaan - psychologisch effect dat leidt tot een heleboel administratieve en uitvoeringstechnische complicaties teneinde een situatie te bereiken die nu ook al mogelijk is.

…. Vragen ???