Taaltheorie en Taalverwerking Week 3: Syntax van Natuurlijke Taal.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Week 9: Probabilistische Grammatica's Jurafsky & Martin (ed. 1), Hoofdstuk 12: Lexicalized and Probabilistic Parsing) Taaltheorie en Taalverwerking Remko.
Advertisements

Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Gerund = WW. gebruikt als zelfstandig Nw.
Let me tell you about... (De Voltooid Tegenwoordige Tijd)
The stock market will go up De beurswaarden zullen stijgen YESNO JA NEEN Is Jefken a good person ? Is Jefken een goed mens ? YES NO JA NEEN Is Lonny a.
Internet vriendschap Internet friendship
Conditional Clauses If-zinnen.
Taaltheorie en Taalverwerking Week 4: Parseer-algoritmes.
You do remember, don’t you?
Betrekkelijk vnw. = Relative Pronoun
All Right 1thv Unit 6 Grammar 2.1 en 2.2.
WIJ ZIJN ZELFBEDRUIPEND IN ONS HOME WIJ KWEKEN ONZE GROENTEN EN FRUIT WIJ GEBRUIKEN REGENWATER VOOR KOKEN EN BADEN ZONNEPANELEN GEVEN ONS WARMTE EN LICHT.
Instructie grammatica
Question Tags unit 6 gr 2.1.
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
Ofwel Oom Piet moet lekker poepen thuis
Instructie grammatica Word order II A comparison.
Interrogative sentences
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 2001 Marty Sampson / Hillsong Publishing 1/4 KING OF MAJESTY (Marty Sampson) 1. You know that.
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1995 Curious? Music. U.K. 1/7 THE HAPPY SONG (Martin Smith) Refrein: Oh, I could sing unending.
by Louis Armstrong and Kenny G from ENJOY De voorstelling loopt vanzelf De muziek start bij de volgende dia.
Definite Clause Grammar
Natuurlijke taalverwerking week 4
Probleem P 1 is reduceerbaar tot P 2 als  afbeelding  :P 1  P 2 zo dat: I yes-instantie van P 1   (I) yes-instantie van P 2 als ook:  polytime-algoritme,
Present Simple – Present Continuous
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1994 Shepherd's Heart Music 1/12 JOY! JOY TO THE WORLD (Dennis L. Jernigan) 1. And this is.
Adjectives and Adverbs
Word Order. Wie?DoetWat? wie?Waar?Wanneer? onderwerpWerkwoord(en)Meewerkend Lijdend voorwerp PlaatsbepalingTijdsbepaling SheGaveHim a kissIn the shoolyard.
zondag 3 augustus 2014 Sunday, 03 August 2014 LICHT LIGHT I never see what has been done, I only see what remains to be done. Ik zie nooit wat reeds.
From computer power and human reason. Joseph Weizenbaum.
Inleiding CIW Hoorcollege 3.
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Deltion College Engels B1 Gesprek voeren [Edu/001]
Deltion College Engels B1 Gesprekken voeren [Edu/005] thema: applying for a job can-do : kan een eenvoudig sollicitatiegesprek voeren © Anne Beeker Alle.
Deltion College Engels C1 Gesprekken voeren [Edu/004]/ thema: There are lies, damned lies and statistics... can-do : kan complexe informatie en adviezen.
Deltion College Engels C1 Luisteren [Edu/001] thema: It’s on tv can-do : kan zonder al te veel inspanning tv-programma’s begrijpen.
Deltion College Engels B2 Gesprekken voeren [Edu/006]/subvaardigheid schrijven notulen en kort voorstel thema: ‘What shall we do about non- active group.
Deltion College Engels En Projectopdracht [Edu/001] thema: research without borders can-do/gesprekken voeren : 1. kan eenvoudige feitelijke informatie.
Deltion College Engels C1 Spreken/Presentaties [Edu/006] thema ‘I hope to convince you of… ‘ can-do : kan een standpunt uiteenzetten voor een publiek van.
Deltion College Engels B1 Schrijven [Edu/004]/ subvaardigheid lezen thema: reporting a theft can-do : kan formulieren waarin meer informatie gevraagd wordt,
Deltion College Engels C1 Gesprekken voeren [Edu/006] thema: ‘I was wondering what you think of…’ can-do : kan deelnemen aan de conversatie bij zeer formele.
Meervouden one car – four cars one schoolbag – two schoolbags
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Writing exercise This one goes into your language portfolio!!! You have until the end of the week to hand it in… (So you have a little longer than it says.
Taaltheorie en Taalverwerking Week 5: – Natuurlijke Taal Syntax. (Uitbreiding op CFG: Features.) – Human Parsing: Center-Embedding.
Semantische Interpretatie Jurafsky & Martin (Ed. 1): Hoofdstuk 15
Een andere soort verleden tijd...
Future (toekomst) Je krijgt 2 verschillende vormen van Future.
Woorden als or, and, but, when, because, so en since gebruiken we om twee zinsdelen te koppelen. Voorbeeld in het Nederlands: De dvd was erg duur maar.
Last week I forgot my keys.
Definities: Present Simple en Past Simple
Grammar 4.1: Present Simple
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
 vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London.
All Right! 1 thv Unit 4 grammar 2.1 and 2.2.
All Right! 3hv Unit 6 grammar 4.1.
Betrekkelijke voornaamwoorden een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een mens, dier, of ding dat al genoemd is in de zin. who verwijst naar personen:
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Rational Unified Process RUP Jef Bergsma. Iterations –Inception –Elaboration –Construction –Transition De kernbegrippen (Phases)
Voornaamwoorden.
Taaltheorie en Taalverwerking Parsing Continued. Totnutoe: Top-Down-Parser.
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
Lesson 10. Today’s class  Check homework  Passive  Punctuation  Homework.
Deltion College Engels B2 Spreken [Edu/001] thema: What’s in the news? can-do : kan verslag doen van een gebeurtenis en daarbij meningen met argumenten.
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Deltion College Engels B2 Lezen[Edu/001] /subvaardigheid schrijven korte samenvattingen thema: Exotic news can-do : lezen om informatie op te doen - kan.
Syntaxis 1. Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4) Woorden als combinaties.
English 2E 10 November Programme for today Check homework Last class Some /any Have to Can I? Funny blonde woman at the library.
Dictionary Skills!?.
Transcript van de presentatie:

Taaltheorie en Taalverwerking Week 3: Syntax van Natuurlijke Taal

Taaltheorie en Taalverwerking Vorige weken: Formele Talen & Formele Grammatica's

Taaltheorie en Taalverwerking Nu: Toepassing op Natuurlijke Taal

Natuurlijke Taal B.v.: Engels

Opmerking : – Niet alle talen lijken sprekend op 't Engels. – Sommige zijn “makkelijker”: Aboriginal-talen (b.v. Warlpiri), Papoea-talen, Amazone-gebied. – Sommige zijn “moeilijker” (b.v.: Nederlands, Züüritüütsch).

Engels Tamelijk unieke taal: nauwelijks morphologie (verbuigingen, vervoegingen, e.d.) vaste woordvolgorde

Woordvolgorde: Engels vs. Nederlands Jan gaf vanochtend Marie het geld. Jan gaf Marie vanochtend het geld. Jan gaf Marie het geld vanochtend. Vanochtend gaf Jan Marie het geld. * John gave Mary this morning the money. * John gave this morning Mary the money. John gave Mary the money this morning. This morning, John gave Mary the money.

Woordvolgorde: Engels vs. Nederlands Op het dak zag Jan een kat zitten. Jan zag op het dak een kat zitten. Jan zag een kat op het dak zitten. Jan zag een kat zitten op het dak. * On the roof, John saw a cat sitting. * John saw on the roof a cat sitting. * John saw a cat on the roof sitting. John saw a cat sitting on the roof.

Grammatica voor Engels Contextvrije grammatica's als verantwoording van intuïtieve ideeën over constituentenstructuur.

article the noun wumpus copula is S NPVP adjective dead S  NP VP NP  article noun VP  copula adjective VP  verb verb  walks article  the article  a noun  wumpus noun  boy copula  is copula  was adjective  dead adjective  happy

article the noun wumpus copula is S NPVP adjective dead Hoe verzin je zoiets?

article the noun wumpus copula is S NPVP adjective dead Hoe verzin je zoiets? (1) Teken de intuïtief correcte hiërarchische structuur.

article the noun wumpus copula is S NPVP adjective dead Hoe verzin je zoiets? (1) Teken de intuïtief correcte hiërarchische structuur. (2) Labelling: Constituenten met dezelfde categorie moeten intersubstitueerbaar zijn.

article the noun wumpus copula is S NPVP adjective dead Hoe verzin je zoiets? (1) Teken de intuïtief correcte hiërarchische structuur. (2) Labelling: Constituenten met dezelfde categorie moeten intersubstitueerbaar zijn. Cognitie: Categorie = klasse van intersubstitueerbare woorden.

article the noun wumpus copula is S NPVP adjective dead Hoe verzin je zoiets? (1) Teken de intuïtief correcte hiërarchische structuur. (2) Labelling: Constituenten met dezelfde categorie moeten intersubstitueerbaar zijn. (3) Linguïstische conventies. [Bestudeer Jurafsky & Martin, Russell & Norvig, ppt-slides van het hoorcollege, uitwerkingen van het werkcollege.]

article de noun man verb ziet S NPVP proper-noun Marie Linguïstische conventies: NP: analogie tussen "de man" en "Marie" VP:analogie tussen "ziet Marie" en "loopt" NP

article de noun man verb ziet S NPVP proper-noun Marie Fout. NP adverb niet

article de noun man verb ziet S NPVP proper-noun Marie Fout. Constituenten met hetzelfde label moeten intersubstitueerbaar zijn. NP adverb niet

article de noun man verb ziet S NPVP proper-noun Marie Beter. NP adverb niet

article de noun man verb ziet S NP VP proper-noun Marie Nog beter. NP adverb niet VP

Martin & Jurafsky 9.4 The Noun Phrase Lexicale NP's: Eigennamen: NP  ProperNoun Voornaamwoorden: NP  Pronoun Complexe NP's: bestaat typisch uit een Lidwoord (Determiner) gevolgd door een zelfstandig naamwoord (Noun). Daartussen en daarachter kunnen nog allerlei optionele constituenten staan. NP  DetP (Card) (Ord) (AP) Noun DetP  the | all | all the | many of the |  Card  1 | 2 | 3 Ord  first | second | last AP  Adj | Adv Adj Voorbeeld: "The 3 first very early flights"

M&J 9.4 The Noun Phrase Lexicale NP's: Eigennamen: NP  ProperNoun Voornaamwoorden: NP  Pronoun Complexe NP's: bestaat typisch uit een Lidwoord (Determiner) gevolgd door een zelfstandig naamwoord (Noun). Daartussen en daarachter kunnen nog allerlei optionele constituenten staan. NP  DetP (Card) (Ord) (AP) Nominal Nominal  Noun | Noun Nominal Voorbeeld: "The 3 first morning flights"

M&J 9.4 The Noun Phrase Lexicale NP's: Eigennamen: NP  ProperNoun Voornaamwoorden: NP  Pronoun Complexe NP's: bestaat typisch uit een Lidwoord (Determiner) gevolgd door een zelfstandig naamwoord (Noun). Daartussen en daarachter kunnen nog allerlei optionele constituenten staan. NP  DetP (Card) (Ord) (AP) Nominal Nominal  Noun | Noun Nominal | Nominal PP PP  Prep NP Prep  on | in | at | to | from Voorbeeld: "The 3 first morning flights to Dallas"

M&J 9.2 Context-Free Rules and Trees VP-regels: zie voorbeeldgrammatica L 0 : Lexicon:Structurele regels:

M&J 9.3 Sentence-Level Constructions declarative sentences S  NP VP B.v.: "I prefer a morning flight" "They list all flights from Burbank to Denver" imperative sentences (bevelen, opdrachten, suggesties) S  VP B.v.: "Show me the lowest fare" "List all flights from Burbank to Denver"

yes-no questions S  Aux NP VP ? Voorbeelden: "Do these flights go to Denver?" "Can you give me the same information for KLM?" wh-questions S  WhNP VP ? Voorbeelden: "What airlines fly from Burbank to Denver?" "Which flights serve breakfast?" S  WhNP Aux NP VP ? Voorbeeld: "What flights to Denver do you have tomorrow?" M&J 9.3 Sentence-Level Constructions

yes-no questions S  Aux NP VP ? Voorbeelden: "Do these flights go to Denver?" "Can you give me the same information for KLM?" wh-questions S  WhNP VP ? Voorbeelden: "What airlines fly from Burbank to Denver?" "Which flights serve breakfast?" S  WhNP Aux NP VP ? [Nog niet helemaal goed: incomplete VP!] Voorbeeld: "What flights to Denver do you have tomorrow?" M&J 9.3 Sentence-Level Constructions

Uitbreiding op CFG: Features.

S  NP VP NP  proper-noun NP  article noun VP  verb verb  loopt | lopen noun  hond | honden article  alle | elke | vier Jan loopt de honden lopen

S  NP VP NP  proper-noun NP  article noun VP  verb verb  loopt | lopen noun  hond | honden article  alle | elke | vier Jan loopt de honden lopen Jan lopen de honden loopt

S  NP VP NP  proper-noun NP  article noun VP  verb verb  loopt | lopen noun  hond | honden article  alle | elke | vier Jan loopt de honden lopen Jan lopen de honden loopt NP's: elke honden alle hond vier hond

S  NP sing VP sing S  NP plur VP plur NP sing  proper-noun NP sing  article sing noun sing NP plur  article plur noun plur VP sing  verb sing VP plur  verb plur verb sing  loopt verb plur  lopen noun sing  hond noun plur  honden article sing  elke article plur  alle | vier Jan loopt de honden lopen Jan lopen de honden loopt NP's: elke honden alle hond vier hond elke hond loopt alle honden lopen

S  NP sing VP sing S  NP plur VP plur NP sing  proper-noun NP sing  article sing noun sing NP plur  article plur noun plur VP sing  verb sing VP plur  verb plur Jan loopt de honden lopen Jan lopen de honden loopt NP's: elke honden alle hond vier hond elke hond loopt alle honden lopen Nadeel: Duplicatie van regels.

S  NP sing VP sing S  NP plur VP plur NP sing  proper-noun NP sing  article sing noun sing NP plur  article plur noun plur VP sing  verb sing VP plur  verb plur Nadeel: Duplicatie van regels. Nog meer zulke syntactische attributen: 1 e, 2 e, 3 e persoon: "ik loop" vs. "Jan loopt" onzijdig vs. mannelijk/vrouwelijk: "elk kind" vs. "elke hond" telbaar vs. niet-telbaar: "veel wijn" vs. "veel hond"

S  NP sing VP sing S  NP plur VP plur NP sing  proper-noun NP sing  article sing noun sing NP plur  article plur noun plur VP sing  verb sing VP plur  verb plur Nadeel: Duplicatie van regels. Nog meer zulke syntactische attributen: 1 e, 2 e, 3 e persoon: "ik loop" vs. "Jan loopt" onzijdig vs. mannelijk/vrouwelijk: "elk kind" vs. "elke hond" telbaar vs. niet-telbaar: "veel wijn" vs. "veel hond" Naarmate we meer zulke onderscheiden introduceren, neemt het aantal regels exponentieel toe.

S  NP sing VP sing S  NP plur VP plur NP sing  proper-noun NP sing  article sing noun sing NP plur  article plur noun plur VP sing  verb sing VP plur  verb plur Daarom: feature-grammatica's (unification grammars, augmented CFG's, Definite Clause Grammars (DCG's)) S  NP (x) VP (x) NP (sing)  proper-noun NP (x)  article (x) noun (x) VP (x)  verb (x)  Cf. Prolog-unificatie: Feature-agreement ("congruentie") & feature-percolation (inheritance)

S  NP [nr:x, person:y] VP [nr: x, person: y] NP [nr: sing]  proper-noun NP [nr: x]  article [nr: x, count:y] noun [nr: x, count:y] VP [nr: x, person: y]  V1 [nr: x, person: y] article [nr: sing, count: +]  a | one | some article [nr: plural, count: +]  3 | many article [nr: x, count: +]  some article [nr: sing, count: x]  some article [nr: sing, count: -]  much article [nr: plural, count: -]  3 liters of N [nr: sing, count: +]  boy N [nr: plural, count: +]  boys N [nr: x, count: -]  wine

The Verb Phrase and Subcategorization Subcategorization frame: list of complements that the verb selects for. Voorbeelden: vp --> verb. disappear * want vp --> verb, np. prefer a morning flight * disappear a morning flight vp --> verb, np, pp. put a book on the table * disappear a book on the table vp --> verb, vp. want to fly to Orlando * find to fly to Orlando

Implementing subcategorization: just like the agreement feature –encode subcategorization form in non-terminal name (larger grammar) –encode subcategorization in extra argument (smaller grammar)

Slechts één "regel" voor VP: VP  V[subcat: (X1,..., Xn)] X1... Xn N.B.: Regelschema!

S  NP VP VP  V1  V2 NP  V3 NP PP NP  DET N PP  PREP N DET  every | a N  man | table PREP  on | under V1  walks | talks V2  loves |  sees V3  puts B.v.:

S  NP VP VP  V1  V2 NP  V3 NP PP NP  DET N PP  PREP N DET  every | a N  man | table PREP  on | under V1  walks | talks V2  loves |  sees V3  puts S  NP VP VP  V[subcat: (X1,..., Xn)] X1... Xn NP  DET N PP  PREP N DET  every | a N  man | table PREP  on | under V [subcat: ()]  walks | talks V [subcat: (NP)]  loves |  sees V [subcat: (NP PP)]  puts wordt:

Wh-Questions Revisited Transformationele Grammatica

Wh-Questions "Which boys does Mary see?"

yes-no questions S  Aux NP VP ? Voorbeelden: "Do these flights go to Denver?" "Can you give me the same information for KLM?" wh-questions S  WhNP VP ? Voorbeelden: "What airlines fly from Burbank to Denver?" "Which flights serve breakfast?" S  WhNP Aux NP VP ? [Nog niet goed: VP moet incompleet zijn!] Voorbeeld: ”What flights do these flights go to Denver?" "What flights to Denver do you have some flights tomorrow?" M&J 9.3 Sentence-Level Constructions

Which boys does Mary see?

Which boys does Mary see [ ]? Does Mary see John?

Which boys does Mary see? Which boys does Mary see [ ]? Which boys does Peter think Mary sees [ ]? Does Peter think Mary sees John? Does Peter think Mary sees which boys?

Which boys does Mary see [ ]? Which boys does Peter think Mary sees [ ]? Noam Chomsky: Transformationele Grammatica. CFG genereert “diepte-structuur”: “Does Mary see which boys?” Transformatie-regel sleept “which boys” naar voren.

YNQ  does NP VP; YNQ[–t]  does NP VP[–t]; YNQ[+t]  does NP VP[+t]; WHQ  WHNP YNQ[+t]; VP[+t]  V2 NP[+t]; NP[+t]  e; Noam Chomsky: Transformationele Grammatica. Kun je nabouwen d.m.v. een contextvrije grammatica met features (Definite Clause Grammar).