3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Van Mohammed tot Karel de Grote Tijd van Monniken en Ridders (Vroege Middeleeuwen, 500 – 1000) Toelichting docent: Tijdvak (Monniken en Ridders) versus periode (Vroege Middeleeuwen) Miniatuur uit het Evangelarium van Egmond: Dirk I van Holland en zijn vrouw Hildegard schenken een boek aan het klooster van Egmond. De afbeelding staat symbool voor beide groepen waarnaar het tijdvak is vernoemd: Dirk voor de ridders/edelen; het klooster voor de monniken. De afbeelding symboliseert ook de onderlinge relaties tussen beide groepen (zie Oriëntatie, p. 70)
Kenmerkende aspecten Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Chaos en geweld Na het vertrek van de Romeinen gold lange tijd het recht van de sterkste. Krijgsbendes trokken plunderend rond. Van alle stammen bleken de Franken het sterkst. Kenmerkend aspect: Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur Toelichting: Links: Helm van een Germaanse krijger gevonden bij Sutton Hoo, Engeland (7e eeuw) Rechts: Frankische ruitertroep, Psalterium aureum (883). Stiftsbibliothek, Sankt Gallen De docent kan uitleggen dat de Frankische macht was gebaseerd op twee zaken: hun ruiterij (gebruik maliënkolder, stijfbeugel) en de overgang van Clovis tot het katholicisme (zie dia 9).
Het rijk van Karel de Grote Toelichting: de basis van de Frankische macht werd gelegd onder de Merovingen, m.n. onder Clovis (koning 481-511). Nadat de Merovingen werden overvleugeld door hun hofmeiers, die ten slotte de Karolingische dynastie vestigden, bereikte de Frankische macht haar hoogtepunt onder Karel de Grote (koning 768-814). Vragen: Welke bestuurlijke problemen zijn te voorzien bij een rijk van deze omvang, gezien de toenmalige infrastructuur en de afwezigheid van een echte geldeconomie? Om een dergelijk rijk te kunnen veroveren en te behouden, welke groep dient een heerser dan in de eerste plaats aan zich te binden? (antwoord (krijgers/ridders) vormt opstap naar volgende dia).
Trouw aan de leenheer? “Een leenman moet zijn leenheer bijstaan met raad en daad, wil hij zijn leen waardig zijn en trouw zijn aan zijn eed. De leenheer heeft op zijn beurt hetzelfde te doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman schuldig is aan mijneed en woordbreuk, wanneer hij zijn verplichtingen tegenover zijn heer niet nakomt of instemt met een schadelijke actie tegen hem” Bisschop Fulbert van Chartres in een brief aan de hertog van Aquitanië (1020) Toelichting: Feodalisme als oplossing voor de militaire en bestuurlijke problemen waarmee heersers als Karel de Grote zich zagen geconfronteerd. Vragen: Wat wordt bedoeld met raad en daad? Trouw gold binnen de feodale cultuur als een van de hoogste deugden. Toch lag in het feodale systeem zelf al de basis voor ongehoorzaamheid van de kant van de leenmannen en daarmee van het uiteindelijke falen van het systeem. Hoe is die af te leiden uit de tekst van Fulbert?(Antwoord: de trouw moet wederzijds zijn; bij, (veronderstelde) ‘ontrouw’ van de heer is de leenman hem niets meer verschuldigd) De eed van trouw vormde de basis van het feodalisme In ruil ontving de leenman een leen
Keizer tegen wil en dank? Kerstdag 800 “Door hem veel onrecht aan te doen – ze hadden hem de ogen uitgestoken en zijn tong afgesneden – brachten de Romeinen paus Leo ertoe Karels hulp in te roepen. Deze ging daarom naar Rome om orde op zaken te stellen in de Kerk, die in wanorde verkeerde. Hij bleef er de hele winter. Het was toen dat hij de titel ‘keizer en Augustus’ ontving. Hij had er aanvankelijk een bloedhekel aan en beweerde dat hij die dag, ook al was het een belangrijke kerkelijke feestdag, geen voet in de kerk zou hebben gezet, als hij had geweten wat de paus van plan was.” Einhard, Leven van Karel de Grote Toelichting: Afbeelding: reliekhouder uit de 14e eeuw. Uitleg docent: betekenis van de keizerskroning, 324 jaar na de afzetting van de laatste West-Romeinse keizer. Vraag: Einhard schreef zijn relaas circa 25 jaar naar de kroning en was een vertrouweling van de keizer. Hoe betrouwbaar is zijn relaas?
Verval van het Karolingische rijk Oorzaken van het verval: De versnippering van het gezag door het feodale systeem; De delingen van het rijk volgens het Frankische erfrecht; Nieuwe invallers. Toelichting: Rechts: boegbeeld vikingschip Vraag: in hoeverre zijn contouren van latere staten al te herkennen?
Een ‘politieke’ doop Na het vertrek van de Romeinen werd een groot deel van West-Europa weer heidens De doop van de Frankische koning Clovis (496) bracht de ommekeer De doop van Clovis bracht zowel hemzelf als de Kerk voordeel Kenmerkend aspect: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Toelichting: De doop van Clovis, miniatuur Bibliothèque Municipale, Castres Vragen: welke voordelen zou Clovis hebben gehad bij de doop? (antw.: brug naar de Gallo-Romeinse élite en steun van de katholieke kerk; de docent kan hierbij uitleggen dat andere Germaanse stammen als de Goten en de Vandalen zich hadden bekeerd tot het arianisme) Clovis zou zich hebben laten dopen nadat hij voor een veldslag had gebeden tot de god van de christenen, waarna hij zegevierde. Aan welke andere bekering doet dit verhaal denken? (antw.: die van Constantijn)
Staat en Kerk Deze ontwikkeling werd gestimuleerd door de paus, die hiermee zijn eigen positie versterkte. Er ontstond een hechte band tussen de paus en de Frankische heersers, m.n. de Karolingen. De (her)kerstening van West-Europa vond plaats vanuit kloosters. Missionarissen: Bonifatius Toelichting: paus Gregoruis I de Grote, ivoren reliëf als omslag van een evangelarium uit het klooster Heiligenkreuz in Oostenrijk. (de schrijvende monniken onder kunnen een opstap vormen naar de volgende dia) Het was Gregorius I (590-604) die met het uitzenden van missionarissen naar Engeland de (her)kerstening West-Europa op gang bracht, waarmee hij de basis legde voor het pauselijke leiderschap binnen de christelijke kerk in West-Europa (daarvoor was de paus feitelijk de, weliswaar hoog in aanzien staande, bisschop van Rome). Het verbond tussen pausdom en Karolingen uitte zich m.n. in de legitimatie van Pepijn de Kortes ‘staatsgreep’ en de kroning van Karel de Grote.
De Karolingische Renaissance De kloosters waren niet alleen centra voor de missie, maar ook van wetenschap en cultuur. Karel de Grote stimuleerde dit: “Wij, in overleg met onze trouwe raadslieden, hebben het nuttig geacht dat de bisdommen en kloosters die door de goddelijke genade aan onze zorg zijn toevertrouwd zich niet alleen zullen wijden aan de levenswijze die wordt voorgeschreven door hun regel en heilige godsdienst, maar ook aan de studie van de wetenschappen en aan het onderwijs daarin” Zelf verzamelde hij geleerden aan zijn hof. Invoering zendgraven en markgraven Aken moest het ‘nieuwe Athene’ worden. Tip: de docent kan hier aandacht besteden aan de verschillende geleerden aan Karels hof: Alcuin van York, Paulus Diaconus, Einhard. Het citaat is uit een van Karels capitularia.
Feodale zielenherders Klooster Montecassino Lb vwo 1, p. 66, bron 1 Toelichting Links: Grot waarin Benedictus van Nursia in Subiaco zou hebben geleefd. Rechts: De Benedictijner abdij van Montecassino. Suggestie: de docent kan schetsen hoe de kloosters, die zich in navolging van Benedictus dienden te wijden aan een leven van bidden en werken, steeds meer rijkdom vergaarden. Dit had niet alleen belangrijke consequenties voor het moreel, maar plaatste de hoge geestelijkheid ook op één lijn met de adel, uit wier kringen zij ook werd gerekruteerd. Mogelijke vragen: Waarom schonken vorsten en edelen grond aan kloosters? (overigens niet alleen voor het zeilenheil: door de verwevenheid van adel en hoge geestelijkheid bleven veel schenkingen letterlijk ‘binnen de familie.’ Welke plichten/taken kregen hoge geestelijken door deel uit te maken van het feodale systeem? (raad en daad: bestuurlijke en militaire diensten). Doordat vorsten en edelen hun veel grond schonken, werden bisschoppen en kloosters onderdeel van het feodale systeem.
Op het domein van de heer De tijd van de volksverhuizingen: Steden raakten in verval en akkers kwamen braak te liggen. De agrarisch-urbane samenleving maakte plaats voor een landbouw- samenleving georganiseerd volgens het hofstelsel. Autarkie (zelfvoorziening) was het gevolg van het verdwijnen van de handel. Tip: Kenmerkende aspect: De vrijwel volledige vervanging in West_Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. Met behulp van deze dia kan het hofstelsel, ook buiten deze presentatie, aanschouwelijk worden gemaakt.
Drie standen “Gij zult bidden” “Gij zult beschermen” “Gij zult werken” Vragen: welke drie standen zijn hier afgebeeld. wie heeft deze indeling van de samenleving volgens de bron voorgeschreven? Welk ideeën gaan er schuil achter deze indeling? (harmonie en samenwerking; ieder zijn vaste plaats) Komt het idee van de drie standen overeen met de werkelijkheid? (Toelichting: de docent kan uitleggen dat het een ideaal betreft, uitgedragen door de geestelijkheid. De realiteit was veel complexer: hoge geestelijkheid en adel vormden min of meer samen de élite, terwijl dorpspastoors of lagere edelen zich soms nauwelijks onderscheidden van de boerenstand. Ook vormden de boeren geen homogene groep (zie volgende dia). “Gij zult werken”
Werken op het land Veel boeren waren horigen, maar er waren ook vrije boeren, lijfeigenen en coloni. De meeste boeren hadden veel plichten en weinig rechten. Afbeelding uit circa 1280 Tip: de docent kan het beeld van een homogene, onderdrukte boerenstand nuanceren. Recent onderzoek heeft aangetoond dat er veel regionale verschillen bestonden. In sommige streken handhaafde zich een sterke stand van vrije boeren; in andere streken hadden zelfs vrije boeren juist weer zoveel plichten dat ze nauwelijks waren te onderscheiden van horigen.
Mekka: geboorteplaats van een nieuwe godsdienst De islam werd gesticht door een koopman uit Mekka: Mohammed. Maar al vóór Mohammeds tijd was de stad een bedevaartsoord Kenmerkende aspect: Het ontstaan en de verspreiding van de Islam. Toelichting: Mekka tijdens de hadj, de jaarlijkse bedevaart. In het midden de Kaaba, waar voor Mohammeds tijd meerdere goden werden vereerd. Vraag: zal het aanvankelijke verzet in Mekka tegen Mohammeds nieuwe geloof (waardoor hij in 622 zelfs de stad moest ontvluchten) te maken hebben gehad met de status van de stad als bedevaartsoord?
Een razendsnelle opmars Tip: M.b.v. deze dia kan de verspreiding van de islam, ook buiten deze presentatie, goed worden uitgelegd. Zichtbaar wordt dat de vroege verspreiding van de islam vooral plaatsvond d.m.v. verovering, ook al gingen de moslims niet over tot de gedwongen bekering van joden en christenen. Verder kunnen op de kaart de verschillende kalifaten worden aangewezen. Vraag: hoe heeft de islam zich in latere tijden over grote delen van Azië en Afrika ten zuiden van de Sahara verspreid? (via handelaars) En in de 20ste eeuw over de rest van de wereld, o.a. NW-Europa? (migratie)
Arabische cultuur en wetenschap "In de schepping van de hemelen en de aarde en het verschil van nacht en dag zijn tekenen voor mensen die verstand hebben, die God staande, zittende en op hun zij liggende gedenken en die over de schepping van de hemelen en de aarde nadenken..." In de Arabische wereld kwamen wetenschap, filosofie, kunst en literatuur tot grote bloei. De Arabieren leerden veel van de Grieken via de Byzantijnen. Via Spanje kwam veel van de Arabische kennis in Europa terecht. Later reconquista Toelichting: citaat = Koran 3:190-191. Dit citaat wordt vaak aangehaald door islamisten die betogen dat wetenschap en islam elkaar geenszins uitsluiten, daar het citaat zou oproepen de schepping aan wetenschappelijk onderzoek te onderwerpen. Anderzijds dient dit doorgronden van de schepping te leiden tot een erkenning van Allah’s almacht: "God wordt slechts gevreesd door de geleerden onder Zijn dienaren. God is machtig en vergevend." (Koran 35:28) Onderwerp voor een klassendiscussie? Foto: Interieur van de Mezquita in Córdoba.