termen Sterke waardering= persoonlijke keuzes die iemand maakt en die zijn andere waardering richting geven (maatstaf) blz40 Hyperwaarde= cultureel bepaalde of door meerdere mensen gedeelde waarde een sterke waardering hoeft niet altijd onder een hyperwaarde te vallen
Kwalitatief contrast = referentiekader = onderscheidingen tussen waarden = onderscheidingen tussen hyper-waarden of sterke waarderingen
Hernieuwde vraag; Hoe zijn kwalitatieve contrasten of referentiekaders vervlochten met ons morele bestaan?
Dimensie 1 (ontologie) De basis waarop mensen respect verdienen, of bescherming krijgen ligt verankerd in een moreel contrast.
Dimensie 2 zinvol leven Het mogen leven naar eigen zingeving of persoonlijke keuzes is op zich al een kwalitatief contrast. De discussie gaat over naar welk kwalitatief contrast iemand mag leven, maar niet over het recht op zich.
Dimensie 3 attitudinaal respect Kwalitatieve onderscheidingen zijn nodig om te kunnen spreken van respect. Onze samenleving maakt deze onderscheidingen voortdurend en is alleen over de inhoudelijke verschillen in discussie (v.b.; nobelprijs voor Obama)
Narratief bestaan Verhaal over onszelf Waar komen we vandaan waar gaan we naar toe
Wisselwerking zelfervaring en verhaal
Verhaal als restverschijnsel? Onttovering Objectiviteit Eind van grote verhalen zelf in verhaal is niet los durven laten van de omvattende context
Verhaal als noodzaak voor identiteit Voor consistentie/continuïteit persoon voor verantwoordelijkheid Zonder verhaal ben je geen supermens die de moderniteit aankan maar een psychopaat of een persoon met een identiteitscrisis
Wie ben je? Vraag naar plaats in een context Oriëntatie op een verhaal dat gedeeld kan worden. Zelfs de referentiekaders kunnen ter discussie worden gesteld, maar niet dát ze er zijn
zelfbesef Dieren hebben het (niet) Het ego is het( niet) Zelfbeeld is het( niet) Zelfbesef van Taylor gaat over relaties relatie met het goede en met het zelf van anderen
Objectief zelf is zinloos Zelf los van context en betekenis is geen zelf van mensen Wie ben je? En wie ben ik? Zijn vragen vanuit een da-sein (Heidegger) Zelf is begrip in een taal gevormd taal=gemeenschap (Wittgenstein)
Losgemaakt zelf / autonoom mens Begint al bij Socrates die zich verzet (ideaal van autonomie is hier verlaten van ene gemeenschap voor andere.) Religie Moderniteit Allemaal kennen ze ideaal van echt jezelf zijn als je loskomt van je contextgebondenheid
etnocentrisme Ideaal van autonomie laat idee ontstaan van mensen in gemeenschap als nog niet zover gekomen dat ze vrij zijn (autonoom) Sterke persoonlijkheid is autonoom
Referentiekaders doen er toe Mensbeeld staat ter discussie Zinvolheid eigen leven is verhouding t.o.v. verhalen van je omgeving Respect heeft ook te maken met verhalen die gedeeld kunnen worden
Wie zijn we en waar gaan we naar toe? Beurtelings naar verleden en toekomst kijken Queeste Heidegger ; Verleden–----- heden--------toekomst Geworpen–---articulatie----ontwerp Ontvankelijk— spreken&-----creativiteit handelen
Puntvormig zelf Komt nog verder aan de orde Gaat over ‘zelf’ als object Zelf is geen neutraal object van onderzoek volgens Taylor
conclusie Wij ervaren een zelf verbonden met het goede (niet statisch) We leven tussen anderen wiens leven ook verbonden is met het goede (niet statisch) We geven ons leven gestalte in relatie tot het goede en die anderen Er is een verhaal (niet statisch)over het goede en mijn plaats daarin waardoor ik mijzelf als een eenheid kan presenteren en ervaren ook al ben ik (net als iedereen) in verandering.