Vrijzinnig Hoofdvraag: 'Hoe moet GroenLinks zich verhouden tot de afnemende populariteit van het gedoogbeleid, specifiek op het gebied van softdrugs?'
Gestelde doelen Een helder, polemisch stuk schrijven Het gedoogbeleid en softdrugs duidelijker in het verkiezingsprogramma van GL Amsterdam Persoonlijke ervaring en kennis over politiek debat door het ontmoeten van experts en mensen uit de partij [evt. debat over gedogen?] [een officiele argumentenkaart laten maken?]
Hoe? Leesdossier aangelegd, werkgroep opgedeeld in verschillende expertise gebieden 1)EU/VN regelgeving 2) gedogen als maatschappelijk fenomeen 3)softdrugs en gezondheid 4)vergelijking standpunten Nederlandse partijen 5)beeldvorming en debat op gebied van gedogen 6) gedoogbeleid vs. gedoogcultuur Gesprekken met Marieke van Doorninck, Tim Boekhout van Sollinge, Jelmer Uitentuis, Unity en allerlei experts tijdens het politiek cafe op 12 februari, bezoek fractie centrum, etc. etc.
Zolang het legaliseren van softdrugs niet kan rekenen op de steun van de meerderheid in de Nederlandse politiek, moet GroenLinks zich richten op de verdediging van he gedoogbeleid (een pragmatische aanpak gaat dus boven een ideologische aanpak). Deze opdracht is lastig genoeg, omdat het gedoogbeleid in een negatief daglicht staat. Stelling 1
Stelling 2 Rationele argumenten ter verdediging van het gedoogbeleid helpen niet langer. Het gedoogbeleid lijkt in verband gebracht worden met de erfenis uit zestig, waar een negatieve sfeer vanuit lijkt te gaan. GroenLinks zou na moeten denken over een manier om het gedoogbeleid als een modern fenomeen neer te zetten.
Stelling 3 Nationaliseer het drugsbeleid, wat Wouter Bos kan, kan Ab Klink ook! Door van coffeeshops staatsloketten te maken houd je criminaliteit buiten de deur, kun je gericht voorlichting geven en ben je als overheid uitstekend in staat om de markt te reguleren. Deze maatregel kan de volksgezondheid ten goede komen omdat je op een restrictieve (en vrijzinnige) manier de markt controleert. Bovendien worden internationale regels ook niet helemaal overtreden. (Het is dus niet zo dat de overheid drugs uitdeelt voor medicinaal gebruik; het is meer dat de overheid op deze manier de markt optimaal kan reguleren zodat mensen softdrugs bij het juiste loket kunnen krijgen en op die manier niet met harddrugs in aanraking komen)
Stelling 4 Het internationale (lees: Amerikaanse) drugsbeleid houdt geen rekening met culturele en nationale verschillen bij de aanpak van drugs. De rest van de wereld wordt op dit moment gedwongen de ‘idealistische’ Amerikaanse visie te volgen, namelijk dat drugs uitgebannen kunnen worden. Nu de Amerikaanse suprematie wankelt is het moment aangebroken om in ieder geval een helder Europees standpunt te formuleren die meer recht doet aan de realiteit. De Europese verkiezingen zijn voor de Groenen een uitgelezen kans om jonge mensen voor een ander (en helder Europees) drugsbeleid te mobiliseren.
Stelling 5 GroenLinks moet zich samen met andere internationale progressieve organisaties sterk maken voor een drugsboot in internationale wateren. Een soort Cannabis Warrior die voorlichting geeft over cannabis, drugs uitdeelt en misschien zelfs op het dek hennep teelt. Op die manier komt er ruimte voor een actief geinstitutionaliseerd tegengeluid en ontstaat er mogelijk rondom dit thema hetzelfde engagement als bij andere ethische kwesties.