artrose Els-Heidi Bakker-voetman, medisch trainer

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kanker gerelateerde vermoeidheid
Advertisements

Suïcide en schizofrenie, risicofactoren en implicaties voor behandeling M. De Hert & J. Peuskes.
Humira Even voorstellen: Reumaconsulente: Karina Noot
ReumaNetAmsterdam Multidisciplinaire behandeling reumatische aandoeningen Gerard Tijhuis, reumatoloog.
Bipolaire stoornissen
pathofysiologie van ontsteking
Plotse dood bij sporters
Maagperforatie Behandelingsopties
Artrose, Einde oefening?
Behandeling van doorbraakpijn
REUMA.
Galblaasproblemen Galstenen Galblaasontsteking Obstructies Trauma
15 november 2010 Judith Weiland & Geert Wichers
Obesitas Een teveel aan lichaamsvet en daarmee een (ernstige mate van) overgewicht.
Duikveiligheid Symposium Frank Tofield Duikerarts
Gezondheidseffecten van elektrisch fietsen
ARTROSE - REUMA- REUMATOIDE ARTRITIS
Steroiden bij acute dwarslesie
anatomie en fysiologie gewrichten
Bare Buttocks Sessie Maagbloedingen: de Dagelijkse Praktijk Resultaten Academisch Medisch Centrum, Amsterdam M.E. van Leerdam, H.I. Bax, E.A.J. Rauws,
Gecompliceerd Ulcuslijden Bloedingen en Perforaties Stichting BG Reinier de Graaf Groep Bare Buttocks Sessie Bare Buttocks Sessie Maagbloedingen: de Dagelijkse.
Stemrondes Ja = groene kaart Nee = rode kaart ? = gele kaart.
Dr. M.M.C. Hovens, internist-vasculair geneeskundige
Handartrose in Vogelvlucht
Pijnstilling bij artrose
Dr Jan Lenaerts Reumatoloog Jessa Ziekenhuis UZ Leuven
Daniëlle Bastiaansen, Eric Lammertsma, Anneke Sanders
Transmurale artrosezorg Sint Maartenskliniek Els van den Ende
CASUS PIJNLIJKE ENKEL.
Marjolein Riemersma Bart Schieveld Danny Kwee
Reuma Informatievaardigheden
Hoorcollege 3 Overgewicht Diabetes Jelle Wijma
Reumatoïde artritis - kenmerken
LPK 2 Reumatoïde artritis Les 2
Bewegen met RA Jef Van Rompay met dank aan Dieter Van Assche
[Ruimte om eigen naam, organisatie en evt. datum in te vullen]
Behandelmogelijkheden van Multiple Sclerose
1. Preventie van knieartrose bij vrouwen met overgewicht Effecten op MRI kenmerken MLA Landsmeer, J Runhaar, P van der Plas, M van Middelkoop, D Vroegindeweij,
Afdeling Trombose en Hemostase; Trombosedienst Leiden
Het bewegingsapparaat
Bewegen en gezondheid Bruno Reynders. Gezondheid  WHO 2011 : Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in.
Rode vlaggen voor wervelfracturen in ouderen met rugklachten
Revalidatie bij reumatoïde artritis
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
PICO Luuk Rijzewijk P: Patiënt met M. Bechterew en recidiverende darmbloeding  weigert NSAIDs I: NSAID C: Coxibs O: Coxibs vs NSAID en risico op laag.
Voeding net iets anders aan de slag Mieke Paleari
Wat is ( jeugd ) reuma ?? Daphne Veldman 4BA
De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,
Intramusculaire corticosteroïd-injectie versus placebo-injectie bij heupartrose: een 12 weken geblindeerde gerandomiseerde gecontroleerde trial DMJ Dorleijn,
Klinische kenmerken als voorspeller van vroege knie artrose
Recente ontwikkelingen in de reumatologie
Samenwerking tussen Podotherapeut en Pedicure “een kwalitatieve stap vooruit ”
Welkom Publiekslezing Gewrichtsslijtage 22 september 2016.
CANS Gemaakt door: Diane Krop Frenk Rikumahu Diane Schuitemaker R.S.I.
Disclosure belangen NHG spreker
Overgewicht, complexe materie!
SPAT Hoefkennis.
REUMA.
Dorine Hazelzet Samenwerkende apotheken
Artrose R.S. Gebel, huisarts.
Lage rugklachten en ongevallen
Reumatische Aandoeningen
Hoofdstuk 4. Pijnstillers
Van slijtage-concept naar complexe, multifactoriële, degeneratieve ziekte. Ontstaat op latere leeftijd.
Trauma extremiteiten.
Polyfarmacie.
Comorbiditeit Meerdere (chronische) aandoeningen tegelijkertijd hebben
Transcript van de presentatie:

artrose Els-Heidi Bakker-voetman, medisch trainer afdeling Medical Services, maart 2002

artrose wat is artrose? pathofysiologie epidemiologie risicofactoren diagnostiek behandeling

reumatische aandoeningen ! reumatische aandoeningen ‘reuma’ of ‘reumatische aandoeningen’: het geheel van aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat, omvattende spieren, pezen, gewrichten en botten, die niet door een trauma zijn veroorzaakt (definitie Nationaal Reumafonds)

artritis ! artritis = ontstoken gewricht arthron = gewricht itis = ontsteking indeling artritiden (oorzaak): infectieus bacterieel kristallen jicht auto-immuun reumatoïde artritis (RA) degeneratief ‘osteo-artritis’ (OA) = artrose

definite artrose (ACR) ! definite artrose (ACR) aandoeningen die leiden tot objectieve en subjectieve symptomen aan de gewrichten die gepaard gaan met structurele aantasting van het gewrichtskraakbeen en aanverwante veranderingen in het onderliggende bot tot aan de gewrichtsrand American College of Reumatology

artrose primair secundair

zonder onderliggende oorzaak primaire artrose zonder onderliggende oorzaak leeftijd-gerelateerd (ouder worden) erfelijke aanleg, raciale verschillen chronische aandoening met sluipend begin degeneratieve verandering gewrichtskraakbeen slechts één of enkele gewrichten aangedaan geen systemische symptomen

meest betrokken gewrichten bij primaire artrose ! meest betrokken gewrichten bij primaire artrose hand, vingers en duim DIP PIP MCP (MC 1 = duim) knie heup wervelkolom DIP = distale interphalangeaal gewricht PIP = proximale interphalangeaal gewricht MCP = metacarpophalangeaal gewircht phalanx = vinger ; os metacarpale = middenhandsbeentje DIP PIP MCP

onderliggende ziekte/aandoening is oorzaak secundaire artrose onderliggende ziekte/aandoening is oorzaak trauma, operatie metabole afwijkingen infectie anatomische afwijkingen geen specifieke voorkeurslocalisatie

artrose kenmerken en symptomen pathofysiologie epidemiologie risicofactoren diagnostiek behandeling

pathofysiologie (1) kraakbeenbeschadiging ! pathofysiologie (1) kraakbeenbeschadiging verstoring evenwicht afbraak en herstel verhoogde afbraak proliferatie chondrocyten afgifte lytische enzymen en cytokinen (interleukine-1, TNF-) ulceraties, scheurtjes verhoogde synthese, echter abnormale proteoglycanen gevolg afslijting gewrichtskraakbeen versmalling gewrichtsspleet

pathofysiologie (2) veranderingen bot ! pathofysiologie (2) veranderingen bot osteoblasten (botaanmaak) gestimuleerd nieuwe botformaties rond gewricht osteofyten Heberden noduli (DIP) Bouchard noduli (PIP) subarticulaire botcysten

pathofysiologie (3) synovitis ontsteking niet altijd aanwezig in vroeg stadium afbraakproducten kraakbeen in synoviaal vocht opname afbraakproducten in synovium immuunmechanisme wordt in gang gezet veroorzaakt chronische ontsteking synovium ontstoken synovium geeft proteasen en cytokinen af verdere afbraak gewrichtskraakbeen

pathofysiologie (3) synovitis ! pathofysiologie (3) synovitis ontsteking niet altijd aanwezig in vroeg stadium afbraakproducten kraakbeen in synoviaal vocht opname afbraakproducten in synovium immuunmechanisme wordt in gang gezet veroorzaakt chronische ontsteking synovium ontstoken synovium geeft proteasen en cytokinen af verdere afbraak gewrichtskraakbeen vicieuze cirkel

pathofysiologie (4) prostaglandinen ! pathofysiologie (4) prostaglandinen prostaglandinen (PGE2) productie geïnduceerd door IL-1 en TNF- effecten PGE2: remming collageensynthese pro-inflammatoir pijn

artrose kenmerken en symptomen pathofysiologie epidemiologie risicofactoren diagnostiek behandeling

epidemiologie artrose meest voorkomende vorm van ‘artritis’ 50% van alle gewrichtsaandoeningen frequenter bij vrouwen (> 55 jaar) m.n. hand en knie frequentie neemt toe met de leeftijd > 65 jaar circa 1/3 populatie symptomen artrose toename prevalentie (vergrijzing bevolking) betreft > 17 Mio mensen in West Europa

epidemiologie artrose Bewerkt naar Cooper, Rheumatology (chapter 2), 1998

artrose kenmerken en symptomen pathofysiologie epidemiologie risicofactoren diagnostiek behandeling

risicofactoren ! toenemende leeftijd vrouwelijk geslacht overgewicht (artrose knie) erfelijkheid trauma herhaalde belasting (beroep, sport)

artrose kenmerken en symptomen pathofysiologie epidemiologie risicofactoren diagnostiek behandeling

diagnose anamnese (symptomen) lichamelijk onderzoek radiologisch onderzoek laboratoriumonderzoek

symptomen ! pijn bij bewegen maar in later stadium soms ook in rust (start)stijfheid duurt zelden meer dan 30 minuten geen roodheid (ontstekingsverschijnselen) incidenteel zwelling gewrichtsmisvormingen functieverlies

lichamelijk onderzoek ! lichamelijk onderzoek benige zwellingen rond gewrichtsranden pijnlijkheid bij bewegen crepitaties bij bewegen (lichte) ontstekingsverschijnselen ‘koele effusie’ bewegingsbeperking instabiliteit Heberden noduli

radiologisch onderzoek ! radiologisch onderzoek röntgenfoto(s) van aangedane gewricht(en) versmalling gewrichtsspleet subchondrale sclerose osteofyten (pseudo)cysten subchondrale bot slechte correlatie ernst afwijkingen foto en klinische verschijnselen

röntgenfoto normale knie

röntgenfoto bij artrose knie osteofyten cysten smalle gewrichtsspleet

röntgenfoto normale knie + artrose

röntgenfoto bij artrose hand

laboratoriumonderzoek bloedonderzoek urine-onderzoek onderzoek synoviaal vocht geen afwijkingen bij artrose (normale BSE!) ter uitsluiting andere aandoeningen evt. in synoviaal vocht: lichte verhoging leucocyten kraakbeenfragmenten

artrose kenmerken en symptomen pathofysiologie epidemiologie risicofactoren diagnostiek behandeling

niet-farmacologische behandeling ! niet-farmacologische behandeling dieet bij overgewicht lichaamsbeweging instandhouden spierkracht houding evt. onder begeleiding fysiotherapeut ondersteunende hulpmiddelen stok, schoenaanpassing e.d. thermotherapie, hydrotherapie chirurgie knie-, heupprothese

farmacologische behandeling gewone pijnstillers paracetamol niet steroïdale anti-inflammoire drugs (NSAID’s) COXIBs corticosteroïden, per injectie (cremes, balsems)

paracetamol ! analgetisch en antipyretisch niet anti-inflammatoir eerste keus bij (poly)artrose dosering maximaal 3 (2?) gram per dag paracetamol is zwak, maar veilig analgeticum

NSAID’s ! meest voorgeschreven bij artrose werkingsmechanisme: remming cyclo-oxygenase verminderde synthese prostaglandinen vermindering pijn vermindering ontstekingsverschijnselen anti-inflammatoire werking alleen in hoge doseringen bijwerkingen (dosis-afhankelijk) vormen beperking

voorbeelden NSAID’s

(bij)werkingsmechanisme: COX-remming oude theorie arachidonzuur cyclo-oxygenase (COX) prostaglandinen mediëren pijn, ontsteking, koorts gastro-intestinale bescherming, stolling

(bij)werkingsmechanisme: COX-remming nieuwe hypothese ! (bij)werkingsmechanisme: COX-remming nieuwe hypothese arachidonzuur COX-1 constitutief COX-2 induceerbaar prostaglandinen prostaglandinen mediëren gastro-intestinale bescherming, stolling, nierdoorbloeding mediëren pijn, ontsteking, koorts

(bij)werkingsmechanisme NSAID’s ! (bij)werkingsmechanisme NSAID’s oudere NSAID’s remmen zowel COX-1 als COX-2 remming COX-2: anti-inflammatoir antipyretisch pijnbestrijding echter ook remming COX-1: gastro-intestinale bijwerkingen plaatjesdysfunctie verminderde nierfunctie

NSAID’s en gastropathie ! NSAID’s en gastropathie hindersymptomen (20%): misselijkheid, dyspepsie complicaties gastropathie: PUB’s perforaties ulcera bloedingen 2-4% patienten in eerste jaar grootste risico eerste 3 maanden 16.500 doden jaarlijks in VS slechte correlatie hindersymptomen en PUB’s

NSAID geïnduceerde gastropathie morbiditeit, mortaliteit en kosten in VS Singh, Am J Med 1998;105(Sup 1B):325-385

NSAID mortaliteit vs andere doodsoorzaken VS # # # geschatte jaarlijks aantal doden * NSAID AIDS diabetes verkeer * Singh, Am J Med 1998;105(Sup 1B):325-385 # National Center for Health Statistics, based on 1991 data

NSAID’s en gastro-intestinale beschadiging gezonde vrijwilligers korte termijn gebruik aspirine 650 mg (1 dag) aanwijzing oppervakkige bloedingen bij 100% aspirine 650 mg 4 dd (1 dag) erosies bij 100% proefpersonen regelmatig gebruik (> 7 dagen) erosies bij 40-60% ulcera bij 15-30% Laine, Gastrointest Endosc Clin N Am 1996;6:489-504

erosie versus ulcus erosie ulcus perforatie mucosa spierlaag serosa m sp.l s sp.l s perforatie

duur NSAID-gebruik en risico GI complicaties meta-analyse odds ratio < 1 maand 1-3 maanden > 3 maanden Gabriel et al, Ann Inter Med 1991;115:787-796

dagelijks aspirine-gebruik en ziekenhuisopname voor ulcus Weil et al. BMJ 1995;310:827-830

locale versus systemische effecten parenterale en rectale toediening NSAID’s geven ook ulcera! prodrug sulindac geeft weinig acute beschadiging, maar geeft ook aanleiding tot ulcera en bloedingen

NSAID-gebruik en dyspepsie dyspepsie veel voorkomende bijwerking frequent endoscopische laesies slechte correlatie dyspepsie en endoscopische afwijkingen correlatie dyspepsie en PUB’s onduidelijk

strategie bij NSAID-geïnduceerde dyspepsie stop NSAID, gebruik alternatieve pijnstiller verlaag dosering NSAID neem NSAID in tijdens maaltijd gelijktijdig gebruik antacidum eradicatie Helicobacter Pylori endoscopie bij ernstige pijn of alarmsymptomen switch andere klasse ….

risicofactoren PUB (!) ! PUB in verleden hogere leeftijd vrouwelijk geslacht co-morbiditeit (RA > OA) co-medicatie (prednison, bloedverdunners) hogere dosering NSAIDs combinatie meerdere NSAIDs