Veredeling, inteelt, recombinant-technieken, biotechnologie, ethiek

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Dihybride kruisingen Met oefeningen.
Thema 4 DNA Ongeslachtelijke voortplanting.
DNA Technieken Hoofdstuk 8 VWO 4.
Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
Thema 3: Erfelijkheid Ken en Kan ik alles?.
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
DNA Technieken Hoofdstuk 4 Havo 4.
Organismen worden gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens
Organismen worden gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens
Begrippen erfelijkheid
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Monohybride kruisingen
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Twee genenparen Onafhankelijke overerving
Monohybride kruisingen
Schrijfregels bij genetica
Dihybride kruisingen Twee soorten; Niet-gekoppelde overerving,
Thema 4 DNA Basisstof 1 Van genotype tot fenotype
Erfelijkheid.
Genetica.
Quiz.
Erfelijkheid Thema 4.
DNA Technieken Klonen Recombinant DNA techniek Celfusie Knock out muis.
DNA Technieken Klonen Recombinant DNA techniek Knock out muis.
Moderne veredelingstechnieken door modificatie van het genotype
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Erfelijkheid 4 havo.
Kruising waarbij 2 genenparen betrokken zijn
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
Knutselen met DNA VWO.
ERFELIJKHEID.
X-Chromosomaal.
Thema 3 Organen en cellen
Er wordt gekeken naar de overerving van één eigenschap.
Dihybride kruising Kruising waarbij 2 genenparen betrokken zijn.
LES 1:Basis van Genetica
Erfelijkheid. mitose Mitose = gewone celdeling Hierbij ontstaan cellen met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel De mitose zorgt voor vervanging.
Klas 4 KGT Thema 4 Erfelijkheid
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
B1: Genotype en fenotype
Erfelijkheid Hoofdstuk 10 Kees van den Bergh.
Erfelijkheid genetica
ERFELIJKHEID.
Basisgenetica.
Biotechnologie. Veredeling : kruisingen en selectie planten gunstige eigenschappen combineren Weefselkweken: voor produceren van medicijnen, insecticiden.
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Basisgenetica Les 2.
Hoe organiseer ik de fokkerij
Genetische modificatie
Les 6 Replicatie: voortplanting en genomics
Fokkerij en voortplanting
Fokkerij en voortplanting
Hoe organiseer ik de fokkerij
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
DNA Technieken DNA Fingerprinting Klonen Recombinant DNA techniek
ERFELIJKHEID.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
ERFELIJKHEID.
DNA Technieken DNA Fingerprinting Klonen Recombinant DNA techniek
Chromosomale mechanismen van overerving
Transcript van de presentatie:

Veredeling, inteelt, recombinant-technieken, biotechnologie, ethiek H08 Werken met genen Veredeling, inteelt, recombinant-technieken, biotechnologie, ethiek

8.1 Melk, melk en nog eens melk Hoe door steeds de beste ouderdieren te selecteren een ras verbetert, veredelen, selectie, genotype

Veredelen Fokken met als doel het ras te verbeteren (voor de mens gunstige eigenschappen meer voor te laten komen). Dit gebeurt door steeds met een selctie te maken van de beste dieren en daarmee door te fokken/ de beste planten te kruisen. Een goede combinatie van erfelijke eigenschappen komt pas optimaal tot uiting onder gunstige omstandigheden (voeding, huisvesting, voorkomen van ziektes, welzijn, enz)

Dihybride- en monohybride kruisingen, kruisingsschema, inteelt 8.2 Mientje en Adelheid Dihybride- en monohybride kruisingen, kruisingsschema, inteelt

Monohybride kruising Er wordt gekeken naar de overerving van 1 erfelijke eigenschap. bv oogkleur.; twee ouders heterozygoot voor oogkleur P Bb x Bb F1 ¼ BB, ½ Bb, ¼ bb verhouding genotype ¾ Bruin, ¼ blauw verhouding Fenotype   B b BB Bb bb

Dihybride kruising Een combinatie van twee monohybride kruisingen. De kans op een bepaald type nakomeling kun je aflezen in een kruisingsschema. Bij voortplanting komen allelen door toeval in de geslachtscellen en dus bij de nakomelingen terecht. Je moet dus de kans berekenen op bepaalde genotypes en fenotypes. Bij een dyhybride kruising bekijk je de kansen van de twee monohybride kruisingen en combineert de gegevens (zie volgende dia)

Twee ouders heterozygoot voor oogkleur en wel of geen oorlel Twee ouders heterozygoot voor oogkleur en wel of geen oorlel. Bruin oog dominant over blauw oog. Wel oorlel dominant over geen oorlel. P BbLl x BbLl ¼ BB, ½ Bb, ¼ bb ¼ LL, ½ Ll, ¼ ll Zie volgende dia voor de volgende stap   B b BB Bb bb   L l LL Ll ll

In een kruisingsschema de verhouding van het genotype bij de F1: Verhouding Fenotype: 9/16 Bruin met oorlel 3/16 Bruin zonder oorlel 3/16 blauw met oorlel 1/16 blauw zonder oorlel   1/4 BB 2/4 Bb 1/4 bb 1/4 LL 1/16 BBLL 2/16 BbLL 1/16 bbLL 2/4 Ll 2/16 BBLl 4/16 BbLl 2/16 bbLl 1/4 ll 1/16 BBll 2/16 Bbll 1/16 bbll

Inteelt Kruisingen tussen verwante dieren of mensen leiden tot inteelt De kans dat in de nakomelingen eigenschappen tevoorschijn komen die horen bij recessieve allelen is groter dan bij kruisingen tussen niet verwante individuen.

8.3 Runderen uit Glas44444444 Superovulatie, KI, draagkoeien, kloneren, embryotransplantatie, kerntransplantatie

Veredelen in het kwadraat Zaad (sperma) van topstieren komt door KI over de hele wereld bij topkoeien. Deze koeien produceren meerdere eicellen tegelijk door injecties met hormonen (superovulatie). Na bevruchting worden de embryo’s uit de baarmoeder gespoeld, over de heel wereld getransporteerd diepgevroren of in de baarmoeder van konijnen en in draagkoeien geïmplanteerd. Je krijgt zo veel nakomelingen van 1 ouderpaar. Meer dan op natuurlijke weg mogelijk is. Het gevaar hiervan is dat je fokbasis een stuk smaller wordt. Straks zijn alle koeien nakomelingen van dezelfde ouders. Als dan blijkt dat die ouders helaas ook een schadelijk gen hadden, heb je een probleem. Dan zijn er bijna geen koeien te vinden die deze slechte eigenschap niet hebben en kost het generaties om deze eigenschap uit je veestapel te krijgen.

Klonen Ontstaan door ongeslachtelijke voortplanting uit één voorouder. Bacteriën, schimmels en veel planten kloneren van nature. (bij een aantal primitievere dieren ook, bv bladluizen, kwallen, poliepen, enz) Bij dieren kunnen onderzoekers het embryo splitsen in vier a vijf embryo’s Kerntransplantatie: kern van een volwassen dier werd in een eicel zonder kern gebracht. Deze eicel groeit dan uit tot een volwassen dier. (schaap Dolly)

8.4 Runderen met een menselijk trekje Recombinatietechnieken, transgene organismen, celfusie, monoklonale antistof

Genetische manipulatie M.b.v. biotechnologie wordt de gensamenstelling van een organisme veranderd Recombinant DNA-techniek (zie volgende dia) Polyploïdie: (zie dia daarna) Mutatie: opgewekt door straling of bepaalde stoffen Celfusie: versmelten van twee cellen van verschillende soorten organismen tot een hybride (bastaard) cel. Gebruikt bij bv productie van antistof Maken nieuw soort organisme met genen van verschillende stoffen

Recombinant DNA-technieken Een stukje DNA of RNA met informatie voor een gewenste eigenschap wordt ingebracht in het DNA van een ander organisme. Dit is dan een transgeen individu. Hiermee kun je genen aan organismen toevoegen. Door celfusie bevat de nieuwe cel genen van beide cellen

Polyploïdie na behandeling van een plant met colchicine worden bij de kerndeling chromosomen niet meer naar de celpolen getrokken; cellen krijgen dan een veelvoud van het normale aantal chromosomen: bladeren, bloemen en vruchten worden groter

8.5 Biotechnologie ter discussie Ethische vragen, biotechnologie

Ethische vragen spelen een rol waar het gaat om bio-technologische technieken. Mag alles wat kan? Vragen over veiligheid en welzijn voor mens, dier en milieu spelen een rol bij de beoordeling van onderzoek en toepassing van moderne biotechnologische technieken