Pensioenen in Nederland in 2014 Alumnibijeenkomst Vrije Universiteit Amsterdam 24 januari 2014 Prof. mr. Herman M. Kappelle Hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht VU Amsterdam @HermanKappelle www.linkedin.com/in/hermankappelle
Agenda Drie pijler systeem Soorten regelingen Pensioenfonds of verzekeraar? Wat bepaalt de dekkingsgraad? Afstempelen Wet, voorstellen, proefbalonnen Conclusie
AOW Drie pijler systeem Lijfrenten Pensioen-regelingen Particulieren Kapitaaldekking Verzekeraars/ banken Pensioen-regelingen Werkgevers en werknemers Kapitaaldekking Pensioenfondsen/ Verzekeraars/PPI AOW Overheid omslagstelsel SVB
Soorten regelingen, eindloon Pensioen is een percentage van het laatste salaris. Aantal dienstjaren * opbouwpercentage * salaris. Bij salarisverhoging wordt pensioen verhoogd alsof voor alle jaren het hogere salaris geldt. Fiscaal maximaal 1,9% per dienstjaar. Hoogte pensioen staat vast, kosten zijn variabel.
Soorten regeling, middelloon Pensioen is een percentage van het gemiddelde salaris. Bij salarisverhogingen alleen toekomstige opbouw op basis van hogere salaris. Fiscaal maximaal 2,15% per dienstjaar. Hoogte pensioen staat vast, kosten zijn variabel.
Soorten regeling, beschikbare premie Jaarlijks beschikbaar gestelde premie plus daarop gemaakt rendement, wordt op pensioendatum omgezet in periodieke uitkering. Hoogte afhankelijk van: - hoogte kapitaal - rente op pensioendatum - tarieven op pensioendatum (sterftegrondslagen) Hoogte pensioen is variabel, kosten staan vooraf vast.
Verzekeraar vs pensioenfonds Totaal 8 pensioenverzekeraars - Delta Lloyd 22% - Nationale Nederlanden 21,6% - AEGON 21,3% - SRLEV 13,4% (cijfers 2011 Verbond van Verzekeraars) Totaal 388 pensioenfondsen - 63 verplicht BPF - 11 niet-verplicht BPF - 296 OPF - 12 Beroepspensioenfondsen - 5 Ondernemingspaarfondsen (cijfers 2013 DNB)
Aantallen regelingen Verzekeraars Pensioenfondsen
Aantallen actieve deelnemers Verzekeraars Pensioenfondsen
Pensioenfonds of verzekeraar Pensioenfonds: 97,5% zekerheid. D.w.z. dat een pensioenfonds over een vereist vermogen moet beschikken met een zodanige omvang dat met een zekerheid van 97,5 % wordt voorkomen dat het fonds binnen een jaar over minder beleggingen beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. M.a.w. pensioenfonds komt gemiddeld één keer in de 40 jaar in de problemen. Verzekeraar: 99,5% zekerheid. D.w.z. dat de verzekeraar voldoende kapitaal heeft om met 99,5% zekerheid een volledig jaar te overbruggen. M.a.w. verzekeraar komt gemiddeld één keer in de 200 jaar in de problemen.
Waarom dit verschil? Verzekeraar “verzekert” en moet dus altijd uitkeren. Pensioenfonds mag afstempelen als laatste redmiddel.
Dekkingsgraad Bezittingen : Verplichtingen Bepalende factoren: - rendement op beleggingen (totaal belegd vermogen € 1.000 miljard) - rente - levensverwachting Bij gemiddelde bestand en portefeuille: - 1% lagere rente kost 14% dekkingsgraad - 1 jaar langer leven kost 1,5% dekkingsgraad Door nieuwe sterftetafels gemiddeld 7% lagere dekkingsgraad < 130% lange termijn herstelplan < 105% korte termijn herstelplan
Beleggingsrendementen gemiddeld 4,8%
Bron: Statisisch Zakboek Levensverwachting 1900 1950 1998 2050 Bron: Statisisch Zakboek
Lange termijn rente
Rendement : verplichtingen Rendement is onvoldoende om stijging verplichtingen te dekken. Onderzoek First Pensions over periode 2007-2012. Vijftig grootste pensioenfondsen haalde gemiddeld rendement van 5,4% per jaar. Geen enkel pensioenfonds haalde voldoende rendement om toekomstige pensioenverplichtingen volledig te kunnen dekken. Top 5 - ABN AMRO -2% - Hoogovens -2,1% - Zorgverzekeraars -3% - TNO -3% - Unilever -3,2%
Dekkingsgraad verbeteren premie verhogen; macro economische effecten alleen voor actieven (actief/inactief = 3/1) meer risicovol beleggen hogere rekenrente voor contant maken verplichtingen niet indexeren afstempelen
Gemiddelde dekkingsgraad
Verdeling dekkingsgraad
Wet, voorstel, proefballon? Witteveenkader, stand van zaken Kunduz akkoord Regeerakkoord Sociaal akkoord
Witteveenkader Kunduz akkoord Regeerakkoord Sociaal akkoord
Kunduz akkoord Maximum opbouw percentage middelloon 2,15 Pensioenrichtleeftijd naar 67 “Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd” Status: aangenomen in Tweede en Eerste Kamer, per 1 januari 2014 in werking getreden
Regeerakkoord Maximum opbouwpercentage middelloon 1,75 Maximum pensioengevend salaris € 100.000 “Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen” Beoogde ingangsdatum 1 januari 2015 Status: aangenomen in Tweede Kamer aangehouden in Eerste Kamer
Sociaal Akkoord Netto sparen op basis van 0,1% opbouw bij pensioengevend inkomen tot € 100.000 en 1,85% bij pensioengevend inkomen daarboven “Wet pensioenaanvullingsregelingen” Beoogde ingangsdatum 1 januari 2015 Status: aangenomen in Tweede Kamer aangehouden in Eerste Kamer
Niet het budget, maar de inhoud moet leidend zijn.” En hoe nu verder? “Als je binnen het meerjarig financieel kader het budgettaire effect van dit wetsvoorstel niet kunt inboeken omdat je vind dat dit wetsvoorstel anders moet worden vormgegeven, waardoor de budgettaire ruimte anders is, dan zullen we uiteraard ook met elkaar moeten uitzoeken op welke andere manier wij het huishoudboekje van de overheid op orde krijgen.” “Natuurlijk moet de inhoud leidend zijn als we hier spreken over het fiscale kader van het pensioen. Niet het budget, maar de inhoud moet leidend zijn.”
En hoe nu verder? “Als je zou uitgaan van wat goed is voor de gepensioneerden van straks, kom je op een geheel ander percentage uit. Dan kom je, denk ik, op of om de 2,0% uit.”
En hoe nu verder? “Als het een wens is van de meerderheid van deze Kamer om bijvoorbeeld dat opbouwpercentage toch hoger te leggen dan die 1,75%, met uiteindelijk die budgettaire resultante, moeten wij daar oog voor hebben en moeten wij daar met elkaar een oplossing voor zien te vinden. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs uit hetzelfde dossier. Dat spreekt voor zich.”
Pensioenakkoord, 18 december 2013 Maximum opbouwpercentage 1,875 per jaar. Maximum pensioengevend salaris €100.000. Vrijwillige bijspaar mogelijkheid voor inkomens van boven € 100.000 in de vorm van netto lijfrente met vrijstelling in Box 3. “Pensioenfonds” voor ZZP-ers, vermogen tot max 2x AOW telt niet mee bij bijstandstoets. Onderzoek naar mogelijkheid om werknemersbijdrage pensioenpremie te gebruiken voor aflossing hypotheek.
Conclusie Eind Q2 2013 zijn er 168 fondsen met een dekkingsgraad < 105%. Met name veroorzaakt door lage rente; in 2009 ongeveer 50%. Beleggingsresultaat in 2000-2010 gemiddeld 4,8%. M.a.w. de fondsen hebben ruim voldoende middelen in kas om de pensioenen nog jaren uit te betalen. Fiscaal: verdere versobering ligt in het verschiet.
….. Vragen???