Overheidsfinanciën College 3, 20 mei 2008 Robert Inklaar R.C.Inklaar@rug.nl www.rug.nl/staff/r.c.inklaar/teaching
Onderzoeksvragen tot nu toe: Astrid: Lokale groei of krimp in Emmen Bert: Betaalbaarheid van de AOW Danjel: Rekeningrijden Femmie: Economische effecten van aardgasbaten Jeroen: Overheid & inflatie Leonie: Regulier vs privaat onderwijs: verschillen in opzet en resultaten Natascha: Kinderopvang, ontwikkeling en arbeidsmarkt effecten Ruben: Hypotheekrenteaftrek Sietse: Staatsschuld en groei
College van vandaag Hoofdstuk 9 Belastingen => structuur & invloed op gedrag Overheidsschuld
Belastingopbrengsten Inkomsten=Tarief*Grondslag Voorbeelden grondslag: Inkomen => Inkomstenbelasting Verkopen => BTW Winst => Vennootschapsbelasting Aftrekposten Vermindering grondslag Voorbeeld: belastbaar inkomen Impliciete subsidie: belastinguitgaven Sociale premies: heffing zonder directe tegenprestatie => belasting
Tarieven Belastingtarieven: Constant Progressief/regressief (inkomstenbelasting vs sociale premies) Afhankelijk van product (BTW, accijnzen)
Economische effecten Afwenteling (door gedragsverandering) Hogere prijs via BTW => lagere vraag => last gedragen door kopers én verkopers Winstbelasting => internationaal mobiel kapitaal => ook last voor werknemers Kosten van belastingen Administratief (door de overheid) Inachtneming (compliance), administratief door belaste personen Efficiëntiekosten/excess-burden => belasting beïnvloedt gedrag
Hoeveel en welke belastingen? Efficiëntie vs. rechtvaardigheid Profijt- en draagkrachtbeginsel Veranderend gedrag erg belangrijk! Verschuiving tussen goederen Verschuiving tussen werk & vrije tijd Verschuiving tussen arbeid en kapitaal Dubbel dividend van milieubelastingen Belastingontduiking, informele economie Belastingconcurrentie Ontwijken van belastingen ‘Mobiel’ inkomen minder belasten
Ontwikkeling overheidstekort en -schuld
Staatsschuld Financieringstekort => toename schuld Schuld nu 218mld, +/- 45% BBP Groei economie ook van belang (noemereffect) Tekorten sterk verlaagd door EMU criteria Maximaal 3% tekort Maximaal 60% staatsschuld Domar-formule d=a/g Relatie tussen tekort, schuld en economische groei
Effecten van tekorten/staatsschuld Extra bestedingen/lagere belastingen => extra schuld Hoe reageren de consumenten? Extra bestedingen Extra besparingen Extra bestedingen want meer inkomen => Keynesiaans Extra besparingen want hogere toekomstige belastingen => Klassiek/Ricardiaans Amerikaanse belastingverlaging van 2001 => +/- 2/3 van de teruggave is uitgegeven
Hoeveel tekort? Overheidsinvesteringen => rendement >= rente Wat zijn investeringen? Infrastructuur? Onderwijs?? Sociale cohesie??? Extra uitgaven electoraal nuttig Verdeling van baten en kosten over generaties Klassiek/Ricardiaans perspectief