Hoofdstuk 6 Elektriciteit

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Welkom bij de workshop: “Geld besparen op elektriciteit !”
Advertisements

Energieborrel Klimaatwijken
Diagnostische toets Energie
Met energie kun je dingen doen.
Werkelijk en schijnbaar vermogen
Diagnostische toets Energie
3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit
Elektriciteit.
Energie: Grootheden en eenheden
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
Oefenvragen Hst. 3 paragraaf 1 t/m 3.
3.1 Energie omzetten..
Oefenen PW.
Samenvatting H 5 Energie.
Energie.
Hoe elektriciteit opwekken?
Hoofdstuk 5 Elektriciteit
Energieomzettingen in technische toepassingen
Neem onderstaande tabel over en vul hem in:
5.1 Definitie van vermogen
Herhaling Energie berekeningen
Newton - VWO Warmte en energie Samenvatting.
Samenvatting H 5 Nova klas 2
Newton - HAVO Warmte en energie Samenvatting.
Elektrische energie en vermogen
Energiestromen.
Energiesoorten bewegingsenergie elektrische energie
Gemaakt door: Josine Stremler & Simone ter Stege Klas: G2D
Bart van Wijngaarden Edwin Alblas
Hoofdstuk , Energie dus ook warmte
Lynsey Jordaans & Marie-Louise Alblas
Elektriciteit.
Energie.
Welke energiebronnen op aarde zijn beperkt?
Marc Bremer Natuurkunde Marc Bremer
Elektrische arbeid en vermogen
havo: hoofdstuk 4 (stevin deel 3) vwo: hoofdstuk 2 (stevin deel 2)
Elektrische stroom? Gemaakt door J. Luijten.
N4H_05 voorkennis.
Techniek Energie.
WAT IS ELEKTRICITEIT H 8 Elektriciteit De wet van Ohm.
Deel 2 Energie: bronnen en soorten
Samenvatting.
Met energie kun je dingen doen.
Elektriciteit.
Energieomzettingen Ida van Noord 2A Wat is energie? Iets dat een levend wezen of machine nodig heeft om iets te kunnen doen. Verschillende soorten.
Milieu & Ruimte Artcadia By: Britney, Lynn, Aida, Pien & Ilonka Het licht gaat branden (‘s avonds) omdat ook overdag de windmolentjes draaien. De windmolen.
Energieopwekking Charley, Quinten, Thomas, Suzie
Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
Hoofdstuk 2 - Elektriciteit
E = P × t.
H3 Energie Klas 3 mavo.
De elektrische stroomkring
Elektriciteit H 3 Elektriciteit De wet van Ohm Ing W.T.N.G. Tomassen.
Oefeningen Elektriciteit 2 AH
De elektrische stroomkring
§4.1 LEERDOELEN Uitleggen van de begrippen: stroomkring, stroommeter/-sterkte, geleiders, spanningsbron, spanningsmeter, weerstand, wet van Ohm, elektrisch.
H 8.6 Elektriciteit Elektriciteit opwekken
H3 §1 Energie uit brandstoffen
ONDERWERP 4 ENERGIEVERBRUIK
Energie in de toekomst Natuurkunde Overal 2HAVO/VW0
H 8.5 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH :22
Elektriciteit H 3 Elektrische stromen Natuurkunde Overal 2 AH
Elektriciteit Stroomkring Natuurkunde 2 AH :36
Oefeningen Elektriciteit 2 TH
Herhalingspowerpoint bs 2-4
5.2 De spanningsbron.
Hoofdstuk 4 - les 2 Elektrische energie.
Hoofdstuk 4- les 1 Stroomkringen.
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 6 Elektriciteit Energie Er zijn veel verschillende soorten energie, bijv.: elektrische energie bewegingsenergie licht warmte geluid Energie kan worden omgezet in een andere energiesoort, bijv.: licht + warmte lamp elektrische energie dynamo bewegingsenergie wiel Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Energiebronnen Energie zit opgeslagen in een energiebron. Een elektrische energiebron heet een spanningsbron, bijv.: batterij zonnecel dynamo Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Elektriciteits centrale In een elektriciteitscentrale maken draaiende dynamo’s elektriciteit. steenkool water dynamo warmte bewegingsenergie elektrische energie In een elektriciteitscentrale wordt steenkool, olie of aardgas als energiebron gebruikt. Elektrische energie kan ook worden gemaakt uit: windenergie ( bewegingsenergie ) zonne-energie ( licht ) Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Geleiding Elektriciteit gaat niet overal doorheen. Een stof waar de elektriciteit doorheen gaat, noemen we een geleider. Een stof die de elektriciteit tegenhoudt, noemen we een isolator. Voorbeelden: metaal water plastic hout  geleider  isolator Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Energiegebruik Niet elk apparaat gebruikt evenveel elektrische energie. Het vermogen ( = power ) geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat gebruikt. vermogen = 1000 Watt = 1000 W 1 kW = 1000 W x 1000 kW W : 1000 kW W Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

energiegebruik = vermogen x tijd Berekenen energiegebruik Het energiegebruik kan worden berekend met de formule: energiegebruik = vermogen x tijd Voorbeeld: Een wasmachine heeft een vermogen van 1300 Watt. De wasmachine doet 2 uur over een was. Bereken het energiegebruik. vermogen = 1300 W tijd = 2 h energiegebruik = ? energiegebruik = vermogen x tijd = 1,3 kW x 2 h = 2,6 kWh = 1,3 kW Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

energiekosten = energiegebruik x prijs per kWh Berekenen energiekosten De energiekosten kunnen worden berekend met de formule: energiekosten = energiegebruik x prijs per kWh Voorbeeld: Een gezin heeft 20 kWh energie gebruikt. Eén kWh kost € 0,15. Bereken de energiekosten. energiegebruik = 20 kWh prijs per kWh = € 0,15 energiekosten = ? energiekosten = energiegebruik x prijs per kWh = 20 kWh x € 0,15 = € 3,- Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Oefenopgaven (1) 1 kW = W ____ 2000 W = kW ____ 2,5 kW = W ____ Een gloeilamp heeft een vermogen van 75 Watt. De gloeilamp brandt 6 uur. Bereken het energiegebruik. ___________ = ___________ = ___________ ___________ = ___________ ___________ = ___________ ___________ = ________________________ = ________________________ Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Oefenopgaven (2) Een familie heeft 250 kWh energie gebruikt. Eén kWh kost € 0,15. Bereken de energiekosten. ___________ = ___________ ___________ = ___________ ___________ = ________________________ = ________________________ Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Oefenopgaven (1) 1 kW = W 1000 2000 W = kW 2 2,5 kW = W 2500 1,3 0,75 kW = W 750 650 W = kW 0,65 3,4 kW = W 3400 4350 W = kW 4,35 Een gloeilamp heeft een vermogen van 75 Watt. De gloeilamp brandt 6 uur. Bereken het energiegebruik. vermogen = 75 W tijd = 6 h energiegebruik = ? energiegebruik = vermogen x tijd = 0,075 kW x 6 h = 0,45 kWh = 0,075 kW Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6

Oefenopgaven (2) Een familie heeft 250 kWh energie gebruikt. Eén kWh kost € 0,15. Bereken de energiekosten. energiegebruik = 250 kWh prijs per kWh = € 0,15 energiekosten = ? energiekosten = energiegebruik x prijs per kWh = 250 kWh x € 0,15 = € 37,50 Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 1 hoofdstuk 6