Presentaties 12 juni 10 minuten per presentatie Powerpoint beschikbaar Van tevoren mailen naar R.C.Inklaar@rug.nl USB-stick/pendrive/memory-stick Inhoudelijk overzicht van het te schrijven paper Inhoudelijke feedback van mijn kant Deadline paper: 6 juli Zonder presentatie geen tentamen of paper.
Presentaties 12 juni: schema
Monetair beleid in de praktijk (H7) Europees Stelsel van Centrale Banken: 12 nationale centrale banken en de ECB Verantwoordelijkheden ESCB: Monetair beleid Faciliteren betalingsverkeer Bank der banken (incl. lender of last resort) Rol DNB: Stem binnen bestuur ECB Uitvoering monetair beleid Toezicht bankwezen
Schematisch economisch beleid Instrument => … => doel Meestal niet direct verband dus: Instrument => operationeel => intermediair => uiteindelijk doel Vergelijk: boogschutter met doel over een berg College vandaag: welke instrumenten heeft de ECB om inflatie in de eurozone te beïnvloeden en hoe werken ze?
Kasreserve Verplicht aan te houden middelen bij de Centrale Bank door de banken Eventuele vergoedingen liggen onder de marktrente => kasreserve is kostbaar Hierdoor beïnvloedt kasreserve gedrag van banken Het is een ‘bot’ instrument: Dosering kan lastig zijn Administratie is ingewikkeld Kasreserve ECB: 2% en vrij onveranderlijk Kasreserve Fed (Federal Reserve): 10%
Open markttransacties Centrale bank koopt of verkoopt liquide middelen Dit bepaalt de ruimte op de geldmarkt Ofwel: centrale bank beïnvloed korte rente (korte rente => inflatie: H10) ECB: banken hebben een structureel tekort en hebben dus elke week geld nodig Herfinanciering door ECB: wekelijkse veiling, twee-wekelijkse leningen Daarnaast langer lopende leningen (3-maands leningen) en marginale belening (lender of last resort) en fine-tuning Ook depositofaciliteit Deposito (2.75%) en marginale faciliteit (4.75%) vormen grenzen geldmarkt. Herfinanciering: 3.75%
Balans van de ECB
Theorie monetair beleid (H10) Hoe heeft de geldmarktrente effect op prijzen en productie? => Monetaire transmissiekanalen Substitutie: rente op een markt beïnvloedt rente op andere markten en zo investeringen en besparingen Vermogen: als netto vermogen verandert kunnen consumptie/investeringen veranderen (verdeling evt. ook) Rantsoenering: krappere geldmarkt kan rantsoenering van krediet vergroten
Stelling De Centrale Bank moet het nationaal inkomen stimuleren
Welke doelen kan monetair beleid bereiken? Inflatie houdt verband met de groei van de geldhoeveelheid, de centrale bank beïnvloedt de geldmarkt, dus prijsstabiliteit is een haalbaar doel Is productie te beïnvloeden? Lange termijn: geld is neutraal Korte termijn: hoe (im)perfect werkt de economie? Flexibele prijzen, snelle reactie => geld blijft neutraal (klassieke, monetaristische kijk) ‘sticky prices’, trage aanpassing: monetair beleid kan stimulerend zijn (Keynesiaans)
Instrumenten en doelen Tinbergen: Voor elk doel van economisch beleid is minimaal 1 instrument nodig => monetair beleid kan niet én inflatie laag houden én productie stabiliseren Zelfs met maar een doel zijn er problemen: Economische structuur is onzeker Economische structuur ligt niet vast Information lag Action lag Economic lag Intermediaire doelen: geldhoeveelheid, inflation targets Risico op procyclisch beleid
Moderne monetaire theorie Centrale bank is niet alwetend, en publiek niet onwetend => publiek vormt rationeel verwachtingen, gebruikt alle informatie Op korte termijn kan het publiek verrast worden: inflatie kan hoger worden gezet dan verwacht Publiek weet dat centrale bank wil afwijken van prijsstabiliteit in slechte tijden: (tijdelijk) beetje inflatie is minder erg dan (tijdelijk) veel minder productie Inflatie komt hoger uit dan iedereen zou willen! Oplossingen Onafhankelijke centrale bank Sterke inflatie-aversie bij centrale bank Hou houdt je inflatie stabiel? Taylor-regel: