Doe-woorden of … Werkwoorden
Som een aantal voorbeelden van doe-woorden op uit het voorgaande dictee
Doe-woorden zijn bijvoorbeeld : Dammen Zeilen Kegelen Lopen Betalen Telefoneren Kamperen Zagen Dragen Zingen Klappen Koken Dansen Tekenen
Al deze doe-woorden drukken een handeling uit die jij kan uitvoeren. Daarom noemen we ze …….
WERKWOORDEN
Wat weet jij over werkwoorden? Antwoord met Juist of Fout
Juist of fout? Praten is een werkwoord. Kasten is een werkwoord. Voor een werkwoord kan je “de”of “het” plaatsen. Een werkwoord eindigt op –en/-n als je er “wij” voor plaatst. Een ww. verandert naargelang de persoon die erbij hoort. De vorm van het werkwoord op –en vind je in het woordenboek
Juist of fout? Juist Fout Praten is een ww. Kasten is een ww. Voor een ww kan je “de” of “het” plaatsen. Een ww. eindigt op –en/-n als je er “wij” voor plaatst. Een ww. verandert naargelang de persoon die erbij hoort Juist Fout
Onthoud Werkwoorden zijn doe-woorden, woorden die een vervoeging hebben Dat betekent dat werkwoorden vormen kunnen hebben die verschillen naar gelang van : a) de tijd b) de persoon c) het getal
A. De tijd Ik babbel nu Ik babbelde gisteren
B. De persoon Ik babbel Jij babbelt Wim babbelt Jullie babbelen Jan en Wim babbelen De kinderen
C. Het getal Ik chat : enkelvoud Wij chatten : meervoud Jij chat : Jullie chatten : meervoud
Zoek het eens op ! In het woordenboek zoek je een werkwoord op onder de niet –vervoegde vorm
Deze vorm eindigt op –n/-en en je kan er “ik kan”of “ik wil” voorzetten Ik wil studeren Ik kan fietsen Ik kan zwemmen Ik wil zwijgen Ik kan chatten
De vorm heet Infinitief
Infinitief -en Studeren Fietsen Zwemmen Zwijgen Chatten Ik studeer nu Ik fiets nu Ik zwem nu Ik zwijg nu Ik chat nu
Deze vorm heet stam
Een werkwoord vervoegen in de tegenwoordige tijd Infinitief babbelen Ik babbel Stam Jij/je/u babbelt Stam+t Hij/zij/ze/men/het Wij/we Jullie Zij/ze
Over woorden die werken Oefeningen op blz. 51 Over woorden die werken