Wat doe je graag/niet graag?

Presentatie over: "Wat doe je graag/niet graag?"— Transcript van de presentatie:

1 Wat doe je graag/niet graag?

2 koken (1) (2) (3) Kook jij graag? Ja, ik kook graag. Neen, ik kook niet graag.

3 wassen (1) (2) (3) Was jij graag? Ja, ik was graag. Neen, ik was niet graag.

4 poetsen = kuisen (1) (2) (3) Poets jij graag? Ja, ik poets graag. Neen, ik poets niet graag.

5 strijken (1) (2) (3) Strijk jij graag? Ja, ik strijk graag. Neen, ik strijk niet graag.

6 stofzuigen (1) (2) (3) Stofzuig jij graag? Ja, ik stofzuig graag. Neen, ik stofzuig niet graag.

7 koken poetsen strijken wassen stofzuigen
het huishouden

8 lopen (1) (2) (3) Loop jij graag? Ja, ik loop graag. Neen, ik loop niet graag.

9 zwemmen (1) (2) (3) Zwem jij graag? Ja, ik zwem graag. Neen, ik zwem niet graag.

10 fietsen (1) (2) (3) Fiets jij graag? Ja, ik fiets graag. Neen, ik fiets niet graag.

11 voetballen (1) (2) (3) Voetbal jij graag? Ja, ik voetbal graag. Neen, ik voetbal niet graag.

12 Neen, ik tennis niet graag.
tennissen (1) (2) (3) Tennis jij graag? Ja, ik tennis graag. Neen, ik tennis niet graag.

13 lopen zwemmen voetballen tennissen fietsen
sport