Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve Hoofdstuk 8 Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
Inhoud hoofdstuk 8 8.1 Inflatie, verwachte inflatie en werkloosheid 8.2 De Phillipscurve 8.3 Samenvatting en bedenkingen
De Phillipscurve (F.8.1) De Relatie tussen Inflatie en Werkloosheid 1900-1960
De Phillipscurve- De Relatie tussen Inflatie en Werkloosheid Een omgekeerde (negatieve) relatie tussen inflatie en werkloosheid tot +/- 1970 Jaren 1970: Hoge inflatie zowel als werkloosheid = stagflatie, zie ook tabel 7.1 voor VS Is er nog een (negatieve) relatie tussen inflatie en werkloosheid ???
8.1. Inflatie, Verwachte inflatie en Werkloosheid Afleiding van de Phillipscurve P = Pe(1+µ)F(u,z) De relatie tussen prijsniveau (P), verwacht prijsniveau (Pe) en de werkloosheidsgraad: F(u,z) F(u,z): bepaalt het effect op het loon van werkloosheid (u) en andere factoren (z)
8.1. Inflatie, Verwachte inflatie en Werkloosheid F(u,z)=1-u+z -: hoe hoger u, hoe lager het loon / hoe groter , hoe sterker het negatief effect op de lonen z: hoe hoger z, hoe hoger het loon
8.1. Inflatie, Verwachte inflatie en Werkloosheid F(u,z) = 1-u+z P = Pe(1+µ)F(u,z) P = Pe(1+µ) (1-u+z) (8.1) = e + (µ+z)-u (8.2) = inflatiegraad e = verwachte inflatiegraad
8.1. Inflatie, Verwachte inflatie en Werkloosheid = e + (µ+z)-u Hogere verwachte inflatie leidt tot hogere inflatie Gegeven verwachte inflatie, hoe hoger µ of z, hoe hoger de inflatie Gegeven verwachte inflatie, hoe hoger werkloos- heid, hoe lager inflatie
Gemiddelde inflatie dicht bij nul t e = O t = (µ+z) - ut 8.2 De Phillipscurve De vroegere situatie / Circa 1960 Gemiddelde inflatie dicht bij nul t e = O t = (µ+z) - ut
Gegeven: t = (µ+z) - ut 8.2. De Phillipscurve Gegeven: t = (µ+z) - ut Lage werkloosheid leidt tot hoger nominaal loon Als antwoord op hogere lonen stijgen de prijzen van de producenten Hogere prijzen leiden tot hogere lonen Hogere lonen tot hogere prijzen…etc. De loon-prijs spiraal
8.2 De Phillipscurve (F.8.2) Voor 1970
8.2. De Phillipscurve (F.8.3) Na 1970
Vanaf 1970s: inflatie wordt persistent en positief 8.2. De Phillipscurve Verschuivingen – Waarom is de Phillipscurve verdwenen? Vanaf 1970s : meer inflatie door prijsstijgingen door hogere olieprijzen (hogere µ) Vanaf 1970s: inflatie wordt persistent en positief
8.2. De Phillipscurve (F.8.4)
Verschuivingen en Verwachtingen 8.2 De Phillipscurve Verschuivingen en Verwachtingen Stel : het effect van de inflatie vorig jaar op verwachte inflatie dit jaar hoe hoger de waarde van , hoe hoger de verwachte inflatie
t = (µ+z) – ut (normale Phillipscurve) 8.2. De Phillipscurve Verschuivingen en Verwachtingen 1900-1960: Inflatie laag en niet persistent = 0, te = t-1 = 0 en t = (µ+z) – ut (normale Phillipscurve)
t = t-1 + (µ+z) – ut Verschuivingen en Verwachtingen 8.2. De Phillipscurve Verschuivingen en Verwachtingen 1970s: Inflatie hoog en persistent waarde gaat naar 1 gevolg: te = t-1 t = t-1 + (µ+z) – ut Inflatie bepaald door : Werkloosheidsgraad (ut) Inflatie vorig jaar ( t-1)
Verschuivingen en Verwachtingen 8.2. De Phillipscurve Verschuivingen en Verwachtingen als: t = t-1 + (µ+z) – ut EN = 1 AANGEPASTE PHILLIPSCURVE t – t-1 = (µ+z) – ut Dus: De werkloosheidsgraad heeft effect op de WIJZIGING in de inflatie Hoge werkloosheid, DALENDE inflatie
Verschuivingen en Verwachtingen 8.2. De Phillipscurve (F.8.5) Verschuivingen en Verwachtingen
Verschuivingen en Verwachtingen 8.2. De Phillipscurve Verschuivingen en Verwachtingen Phillipscurve: t = t-1 + (µ+z) – ut 1970-2000: t – t-1 = 6.0% – 1.0ut
8.2. De Phillipscurve – De natuurlijke werkloosheidsgraad Bij de natuurlijke werkloosheidsgraad (un): actuele inflatiegraad = verwachte inflatiegraad t = t e Gegeven: t = te + (µ+z) – un Dan is: 0 = (µ+z) – un
8.2. De Phillipscurve De natuurlijke werkloosheidsgraad Hoe hoger µ of z, hoe hoger un Hoe lager , hoe hoger un
8.2. De Phillipscurve De natuurlijke werkloosheidsgraad Gegeven: Dan: un = µ + z Gegeven: t = te + (µ+z) – ut Dus: t = te + un – ut t – te = -(ut – un)
8.2. De Phillipscurve De natuurlijke werkloosheidsgraad De “Nonaccelerating Inflation Rate of Unemployment” (NAIRU) Als te = t-1 is dan t – t-1 = -(ut – un) Inflatie daalt als de actuele werkloosheId (ut) groter is dan de natuurlijke werkloosheid (un) Inflatie stijgt als ut < un
8.2. De Phillipscurve De natuurlijke werkloosheidsgraad Schattingen un voor de 1970s Gegeven: t – t-1 = 6.0% - 1.0ut Als inflatie in VS niet wijzigt Dan : ut = un = 6.0% EU schattingen un hoger = 8 a 9 % Tot 2000 : zowel EU als VS: Inflatiegevaar 2001 bedwongen NU lage inflatie (rond de 2%)
8.2. De Phillipscurve Samenvatting en waarschuwing Samengevat: Phillipsrelatie: t – t-1 = -(ut – un) toont dat : Inflatie daalt als ut > un Inflatie stijgt als ut < un MAAR: de relatie kan verschuiven over de tijd of verschillen tussen landen
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Variaties Phillipsverband voor verschillende plaats of tijdstip Verschillen tussen landen Veranderingen doorheen de tijd Hoge inflatie en de Phillipscurve Deflatie en de Phillipscurve
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Herinner: un afhankelijk van: allerhande variabelen, z de mark up, µ het verband tussen inflatie en werkloosheid, Deze factoren verschillen tussen landen, dus verschilt ook un
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Vergelijk de “normale” werkloosheidsgraad tussen de V.S. and Japan 1960-2000 Gemiddelde werkloosheidsgraad: U.S. = 6.1% Japan = 2.1% Age Group 16-19 20-24 25-29 … 55-64 Aantal Jobs per Persoon Japan 0.72 2.06 2.71 … 4.91 United States 2.00 4.40 6.15 … 10.95 Gegevens Japan voor 1977, VS voor 1978.
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Wijzigingen of verschillen in µ en z Samenstelling beroepsbevolking Systeem loononderhandelingen (CAO ?) Werkloosheidsvergoedingen Scholing en bijscholing Sociale zekerheid Culturele verschillen (cfr Japan) Andere …?
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Europa - Figuur 8.6
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve (VS, p. 177) 2000 : « Nieuwe economie » u = 4 % en geen inflatiedruk Permanent lagere natuurlijke werkloosheid (5 %) ?? Ten dele mogelijk, redenen: …
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Aanpassing voor loonindexatie Stel : Economie met arbeidscontracten = Aandeel geïndexeerde contracten 1- = Aandeel niet-geïndexeerde contracten t = [ t +(1- ) t-1]- (ut – un)
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve t = [ t +(1- ) t-1]- (ut – un) Stel positief: Hoe meer indexatie () hoe groter het effect van de werkloosheidsgraad op de wijziging in inflatie = hoe hoger /(1- )
8.3 Bedenkingen bij de Phillipscurve Deflatie Maar als werknemers geen nominale looninleveringen aanvaarden is de omgekeerde Phillipsrelatie verbroken de neerwaartse prijs-loon spiraal verbroken
De Phillipscurve – Oefeningen HK 8 1 / 3 / 4 / 5 / 6