d oude klassieke stijlen worden geimiteerd: neo-stijlen g Bouwkunst en Vormgeving Eind 18de tot eind 19de eeuw d oude klassieke stijlen worden geimiteerd: neo-stijlen d scheiding tussen de architect (kunstenaar) en de ingenieur (technicus) d rijke burger houdt van bouwwerken met veel stijlen (eclecticisme) Eind 19de eeuw – begin 20ste eeuw g veel mogelijkheden door nieuwe materialen: ijzer / staal / gewapend beton / glas g vorm volgt functie g constructie mag zichtbaar zijn: ijzer / staal verbindingen g sociale woningbouw g veel nieuwe openbare gebouwen
nieuwe zakelijkheid vanaf 1920 g geen19de eeuwse stijlimitaties meer g veel baksteen, beton g zakelijke vormgeving g schilder- beeldhouw- bouwkunst en toegepaste kunst gaan samen Berlage (1856-1934) g terug naar het echte bouwen - Romaanse tijd g eerlijkheid wat betreft materiaal en constructie g de versiering is ondergeschikt aan het geheel Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
vorm volgt functie zichtbaar functie van een ontwerp, dan de vorm Warenhuis 1899 Chicago g skeletbouw g de bouwconstructie is zichtbaar g eerst kijken naar de functie van een ontwerp, dan de vorm Sullivan 1856 - 1924 g voorloper functionalisme g aanzet 1ste wolkenkrabber g de versiering is ondergeschikt aan geheel Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
functionalisme 1923 - 1935 Behrens (1868-1940) De AEG Turbinefabriek 1909 Berlijn g de functie van het gebouw of voorwerp staat centraal g toepassen van wiskundige vormen g gebruik nieuwe materialen gewapend beton, glas, staalconstructies g gebruik van lichte kleuren (veel wit) g van standaard constructies naar massaproductie Behrens (1868-1940) g staal en glas g licht en lucht voor de arbeiders Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
De stijl 1917 - 1927 Rietveld (1888 / 1964) regels van een aantal Schröderhuis 1924 Utrecht g tijdschrift met ideeën en regels van een aantal Nederlandse kunstenaars g beeldaspecten: de primaire kleuren, zwart en wit g de vierhoek als basisvorm voor gebouwen g ruimte: open vormen g het interieur en exterieur hebben een relatie Rietveld (1888 / 1964) g Nieuwe ruimtelijke verhoudingen Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
Mondriaan 1872 - 1944 werkelijkheid naar nieuwe g ontwikkeling van zichtbare werkelijkheid naar nieuwe beelden – van figuratieve kunst naar nieuwe beelding g verhouding is belangrijk g kleur en lijn moeten voor zich spreken g gevoel in ordening der dingen g primaire kleuren zwart en wit g grote invloed op de moderne architectuur en vormgeving Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
”Ik wil alles abstraheren g ”Ik wil alles abstraheren tot ik kom tot het fundament der dingen.” Piet Mondriaan Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
Doesburg 1883 - 1931 g 1 Wat is het? g 2 Wat is er te zien? g 3 Wat is het materiaal? g 4 Welke beeldaspecten? g 5 Wat heeft de nadruk? g 6 Wat is de bedoeling? g 7 Wat vind je er zelf van? Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
Het bauhaus 1919 - 1933 architectuur gilden principe, Bauhutten g functioneel denken g toonaangevend g vormgeving en architectuur g volgens Middeleeuws gilden principe, Bauhutten g werk- en leerplek voor docenten en studenten g totaalkunst, vooral gebruiksvoorwerpen g zoeken naar nieuwe vormgeving g gemakkelijk in productie te nemen ontwerpen voor massaproductie
Vorkurs Doel te kunnen kiezen 1ste jaar g creativiteit ontwikkelen g een brede scholing om een goede specialisatie te kunnen kiezen g een de grondregels van het schilderen leren In de eerste fase van het Bauhaus wordt door Itten de Vorkurz (propedeuse) opgezet. Deze basiscursus duurt 6 maanden. Studenten worden breed geschoold in artistieke vorm, ambachtelijke en technische vaardigheden en sociale vaardigheden. Voorbeeld les Itten. Alle zintuigen doen mee. Studenten herhalen ritmische bewegingen met hun hele lijf; tekenen zonder gevoel of ritme is er niet meer bij. Studenten mediteren om zich voor te bereiden op hun vrije creaties en studies in de vorm- en materiaalleer. Zo worden ze vertrouwd gemaakt met de theorie en de praktijk van de werkplaatsen. Vrijmaken creatieve krachten: De studenten moeten gezuiverd worden van alle kennis die ze op de oude traditionele wijze hebben vergaard. Brede scholing: In die 6 maanden moet de student ontdekken welk materiaal hem/haar het meest inspireert: hout, metaal, textiel verf, glas, steen, klei. Voor hun brede scholing moesten ze de grondregels van het schilderen leren kennen: vorm- en kleurleer. In 1923 breekt Itten met Gropius die steeds meer een scholing in technische vaardigheden wilde. In Dessau: Er werden nieuwe docenten benoemd: o.a. Klee….Kandinsky, Schlemmer,. De Vorkurs wordt gegeven door Moholy-Nagy en Josef Albers. Zij concentreerden zich op de verkenning van vormen, materialen en structuren. Albers was vooral bezig met de basiselementen bij het ontwerpen die hij 'structuur, fractuur en textuur' noemde. Moholy-Nagy verkende met zijn studenten het ruimtelijk ontwerpen: hij was vooral geïnteresseerd in het functioneren van dingen. Studenten leerden de relatie tussen materiaal en de mogelijke toepassingen te analyseren.
muurschilderwerkplaats werkplaatsen meubelmakerij metaalbewerkerij muurschilderwerkplaats grafische werkplaats afdeling fotografie het theater pottenbakkerij weverij In de werkplaatsen werd lesgegeven door een kunstenaar en een ambachtsman. Het onderwijs duurde er 3 jaar en werd afgesloten met het gezellendiploma. Tot 1925 werd er vooral geëxperimenteerd. Motto: kunst en ambacht; een nieuwe eenheid. Met de discussie om ontwerpen te bedenken die machinaal geproduceerd konden worden werd het motto gewijzigd: Kunst en techniek; een nieuwe eenheid.
Theodor Bogler Marcel Breuer Joost Schmidt Oscar Schlemmer Herbert Bayer Meubelmakerij: traditionele vormen werden verworpen. Er werden functionele analyses gemaakt van het meubel, traditionele vormen werden verworpen en er werd gekeken naar de toepasbaarheid voor het bedrijfsleven. Er was een nauwe samenwerking met de metaalbewerkerij. Men richt zich vooral op huishoudelijke artikelen, verlichting. In 1929, na een reorganisatie van de werkplaatsen vindt er een fusie plaats tussen de metaalbewerkerij en de muurschilderwerkplaats: en werd één grote werkplaats. De nadruk kwam te liggen op artikelen voor de massaproductie. Toen Mies van der Rohe in 1930 de leiding nam werd de belangstelling voor lampen en gebruiksmeubelen minder. De nadruk kwam te liggen op meer architectonische vakken: bouwkunde, ijzer- en betonconstructies, verwarming, airconditioning, montage en verlichting. De metaalbewerkerij verdween. De grafische werkplaats produceerde series afdrukken in verschillende technieken: houtsneden, lithografieën en etsen. Er was een internationale band met veel avantgardistische kunstenaars. Fotografie: pas later (1929). Nieuwe technologie, in eerste instantie gebruikt om de catalogi te illustreren die uitgegeven werden. Ook hier breekt Bauhaus met de traditie om een zo authentiek mogelijke weergave van de werkelijkheid te geven. Experimentele fotografie. Lucia Mohloly, ontwikkeld een eigen stijl. maakte veel foto’s over het dagelijks leven in het Bauhaus. Theater. Muurschilderwerkplaats: deze werkplaats voorzag de muren van het Bauhaus van kleurige muurschilderingen. Er werden verhitte discussie gevoerd hoe de muren eruit moesten gaan zien. Kandinsky het eerste hoofd van de werkplaats. Zag het als een verlenging van zijn eigen schilderkunst. In 1923 kwam er een leerplan met 2 grondbeginselen: 1 overeenstemming van vorm en kleur – versterkt vorm. 2. conflict tussen vorm en kleur, vorm veranderd. Lucratief was het ontwikkelen van behang. Pottenbakkerij: hier was nog een echt middeleeuws sfeertje. Er werd traditioneel gebakken. Sommige stukken werden door het bedrijfsleven in productie genomen. De ontwikkeling van keramische vormen werd in belangrijke mate door deze werkplaats gestimuleerd. De weverij: de eerste werkplaats. Door gebrek aan docenten begonnen de eerste vrouwelijke studenten te experimentere. Basis de kleurtheorie van Itten. Ontwerpen van meubelstoffen, vloerkleden, linten, kinderkleding. Gunta Stölzl Wilhelm Wagenfeld László Moholy-Nagy
Wagenfeld en Jucker Breuer Wassilistoel 1925 tafellamp 1924 Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
ARCHITECTUURCURSUS g Marcel Breuer Alfred Arndt Na het behalen van een gezellendiploma, een officieel vakdiploma, mocht de student tenslotte de architectuurcursus volgen. Op de afdeling architectuur kwam eigenlijk alles bijeen voor een collectieve samenwerking. Hier werd de toekomst gebouwd. Molnar (enige architect met ervaring, Muche en Breuer organiseerden (1924) een ‘werkgroep voor architectuur’ doel: 1 scholing van jonge architectuur studenten, 2 aanbevelingen te doen voor concrete projecten. Onderleiding van Mies van der Rohe, die Meyer (communist) opvolgde werd de architectonische training wetenschappelijker. ‘Ik wil geen soep van werkplaats met school, ik wil school.’ Laten we, tot slot, een student volgen: Alfred Arndt: 1921-25 Hij was student aan de afdeling voor muurschilderkunst. Volgde in 1922 een cursus analytisch tekenen bij Kandinsky. 1925-27 gezel. 1929-32 meester, afdeling bouwkunde De architect Alfred Arndt bouwde een van de belangrijkste Bauhaus-Ensembles van Thüringen: het 'Huis van het Volk' in Probstzella. Het gebouw wordt nu als hotel gebruikt. g Marcel Breuer Alfred Arndt
Internationale stijl 1930 -1970 Le Corbusier 1887 - 1965 ‘Unité d’habition’ Marseille 1946 - 1952 g gebouw afstemmen op de menselijke maat g bedacht een ontwerpsysteem met de verhouding van het menselijk lichaam als uitgangspunt g ging niet uit van menselijke tradities, maar van zijn eigen ideeën g vorm volgt functie g paste als eerste pilotes toe = vrijstaande poten /zuilen van gewapend beton waarop het gebouw rustte. Inspiratie van Dorische zuilen. Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier Alle functies in één gebouw – werkt het?
Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
Internationale stijl Wright 1867 - 1959 architectuur en omgeving Fallingwater, Pennsylvania 1935 - 1939 g contrast tussen architectuur en omgeving g organische architectuur: harmonie tussen gebouw en natuurlijke omgeving g bewoner moet zich op elke plaats in huis thuis voelen g er is altijd een totaal idee (om water of schoorsteen) Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier
Organische bouwkunst plant / dier mensvriendelijk een totaal concept Operahuis Sydney Utzon 1957 1973 g organische vormen- mens / plant / dier g niet alleen functioneel, ook mensvriendelijk g architectenbureaus bedenken een totaal concept Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier ING Amsterdam, Architectenbureau Alberts 1979 - 1987
Industriële vormgeving De industrieel vormgever heeft te maken met een aantal aspecten: g behoefte aan een nieuw product g programma van eisen g materiaal – prijs – vorm – kleur - functie g doelgroep g 1ste prijsopgave (eventueel bijstellen) g proefmodel om te testen g productieproces g prototype g definitieve prijs g productie starten? Het leerplan bestond uit praktisch onderwijs en formeel onderwijs. Het praktische werk bestond uit het besturen van materialen en werkprocessen. Het formele onderwijs was verdeeld in 3 onderdelen: Waarneming: materialen en natuur en materiaal. Voorstelling: de geometrie, constructie en het tekenen en maken van modellen werd bestudeerd. En de compositie: de studie van volume, kleur en ontwerp. Ook het fabrieksmatig produceren stond in het leerplan. Materiaalstudie van metaal afval, gedraaid papier