Fysische geografie van Nederland Geologie en geomorfologie Landschappen van Nederland Het studieobject van de fysische geografie van Nederland is het Nederlandse landschap, en de factoren die in dit landschap van betekenis zijn. De fysische geografie van Nederland houdt zich in principe met alle landschapsfactoren bezig, maar zal zich toch in eerste instantie concentreren op de conditionele factoren gesteente en reliëf (de geologie en de geomorfologie). In het tweede deel van het college komen de overige geofactoren aan de orde (bodem, water, plant, dier, mens), en tenslotte wordt de samenhang besproken in de fysisch-geografische landschappen van Nederland. Dr. E. Stouthamer Utrecht University Dr. H.J.A. Berendsen Utrecht University © Berendsen en Stouthamer, 2011
Fysische geografie van Nederland Inleiding Wat verstaan we onder landschap? Wat verstaan we onder de term ‘landschap’? © Berendsen en Stouthamer, 2011
Relaties tussen de geofactoren Landschap = geïntegreerd geheel waarbinnen zich statische en dynamische evenwichten voordoen. Het is het resultaat van een ontwikkelingsgang (successie) en heeft zijn uiterlijke verschijning in het landschapsbeeld. Het functioneren van het landschap wordt bepaald door de relaties tussen de geofactoren, die elkaar onderling beïnvloeden. Een verandering in een van de factoren leidt daarom in principe tot een verandering in alle andere factoren. Relaties tussen de geofactoren © Berendsen en Stouthamer, 2011
De relatie tussen klimaat en vegetatie De relatie tussen klimaat en vegetatie. Hoge neerslag in de tropen, leidt b.v. tot de aanwezigheid van tropisch regenwoud. © Berendsen en Stouthamer, 2011
De relatie tussen vegetatie en bodem De relatie tussen vegetatie en bodem. Vegetatie en klimaat in de tropen leiden tot sterke chemische verwering en het ontstaan van diepe bodems. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Hoge temperaturen en weinig neerslag leiden tot een sterke verdamping met als gevolg de vorming van zoutkorsten aan het oppervlak. Bron onbekend. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Hoge temperaturen en weinig neerslag leiden tot een sterke verdamping met als gevolg de vorming van zoutkorsten aan het oppervlak. Bonneville Salt Flats, Utah, USA. Foto: H.J.A. Berendsen © Berendsen en Stouthamer, 2011
Klimaat en hoogteligging beïnvloeden de ligging van de boomgrens Klimaat en hoogteligging beïnvloeden de ligging van de boomgrens. Yosemite National Park, California, USA. Foto: H.J.A. Berendsen © Berendsen en Stouthamer, 2011
Hoogteligging beïnvloedt de beschikbaarheid van water, en daarmee de vegetatie: kaal op de stuifzanden, bos op de flanken van de stuwwal en grasland op de laag gelegen delen in de Gelderse Vallei. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Betekenissen van ‘landschap’ gewest monothematische regio uiterlijk (fysiognomie) eentonig polderlandschap landschap van NO Polder totaliteit van een gebied De term landschap wordt gebruikt in verschillende betekenissen: Voor een gewest. In dat geval is de fysisch-geografische inhoud niet van belang Voor een monothematische regio, b.v. de bodem van de Veluwe Voor het uiterlijk van een gebied (de fysiognomie) een eentonig eentonig een polderlandschap het landschap van de Noordoostpolder Voor de totaliteit van een gebied, zoals die bepaald wordt door de geofactoren. In de fysische geografie gaat het om de laatste betekenis. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Definitie van landschap Landschap = geïntegreerd geheel waarbinnen zich statische en dynamische evenwichten voordoen. Het is het resultaat van een ontwikkelingsgang (successie) en heeft zijn uiterlijke verschijning in het landschapsbeeld. Landschap = geïntegreerd geheel waarbinnen zich statische en dynamische evenwichten voordoen. Het is het resultaat van een ontwikkelingsgang (successie) en heeft zijn uiterlijke verschijning in het landschapsbeeld. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Belangrijke componenten relaties tussen geofactoren genese fysiognomie De definitie van de term landschap omvat drie belangrijke elementen: De relatie tussen de geofactoren De ontwikkeling van het landschap Het landschapsuiterlijk Alle drie de elementen komen in de cursus aan de orde. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Kenmerken van landschap dynamiek hoog/laag; extern, intern ontwikkeling (genese) structuur patroon, sequentie Het landschap is gekenmerkt door: Dynamiek, deze kan hoog of laag zijn, en extern of intern bepaald zijn De ontwikkeling (genese) De structuur, die gekenmerkt is door bepaalde patronen en/of sequenties (b.v. opeenvolging van verschillende bodemtypen van hoog naar laag) © Berendsen en Stouthamer, 2011
Soorten landschappen Cultuurlandschappen Half-natuurlijke landschappen Bijna natuurlijke landschappen Natuurlijke landschappen Onderscheiden worden de volgende typen landschappen: Cultuurlandschappen. Flora en vegetatie zijn hierin door de mens bepaald. Nederland wordt in zijn totaliteit als een cultuurlandschap beschouwd. • Half-natuurlijke landschappen. De flora is hier spontaan opgekomen, het vegetatiebeeld is door de mens bepaald. Een voorbeeld vormen de Nederlandse heidevelden. • Bijna natuurlijke landschappen. De flora is hier geheel of grotendeels spontaan, de vegetatie is wel door de mens beïnvloed, maar komt overeen met die onder natuurlijke omstandigheden. Voorbeelden: kwelders, zandverstuivingen. • Natuurlijke landschappen. Flora en vegetatie zijn hier geheel door de natuurlijke milieudynamiek bepaald. Dergelijke landschappen zijn zeldzaam geworden; delen van Alaska zijn nog natuurlijk. In Nederland lijken de wadden en stranden nog het meest op natuurlijke landschappen. Hier is de dynamiek hoog, en vegetatie meestal afwezig © Berendsen en Stouthamer, 2011
40 % van Nederland ligt beneden zeeniveau Hoogte Van de Ven 1993 Ongeveer de helft van Nederland ligt beneden de 5 m hoogtelijn, en zou onder water lopen als er geen duinen en dijken waren. 40 % van Nederland ligt beneden zeeniveau © Berendsen en Stouthamer, 2011
Ongeveer de helft van Nederland ligt beneden de 5 m hoogtelijn, en zou onder water lopen als er geen duinen en dijken waren. Wat klopt er niet in dit filmpje? Er is geen rekening gehouden met kust-en rivierprocessen die de vorm van de kustlijn sterk kunnen veranderen, de basis voor de ligging van de kustlijn vormt slechts de huidige hoogteligging ten opzichte van NAP. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Extreem voorbeeld van een cultuurlandschap: het kassengebied bij Naaldwijk. Niet alleen de vegetatie en de fauna, maar ook de bodem, het water en zelfs het (micro-)klimaat zijn hier door de mens bepaald. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Fysische geografie van Nederland Het Nederlandse landschap wordingsgeschiedenis huidige en toekomstige situatie verband tussen landschappelijke factoren Integratie van vakken: geologie, geomorfologie, klimatologie, meteorologie, bodemkunde, hydrologie, biologie, sociale geografie, archeologie De cursus fysische geografie van Nederland behandelt het Nederlandse landschap, in het bijzonder: De wordingsgeschiedenis De huidige en toekomstige situatie Het verband tussen landschappelijke factoren Om dit te kunnen doen is een integratie nodig van een groot aantal vakken: geologie, geomorfologie, klimatologie, meteorologie, bodemkunde, hydrologie, biologie, sociale geografie, archeologie. © Berendsen en Stouthamer, 2011
Fysische geografie van Nederland Opbouw van het college landschapsontwikkeling (genese; inclusief de invloed van de mens) de geofactoren kenmerken huidige landschap samenhang tussen de geofactoren Fysische geografie van Nederland, Opbouw van het college landschapsontwikkeling (genese; inclusief de invloed van de mens), boek: De vorming van het land, Fysisch-geografisch onderzoek De geofactoren (boek: Landschap in delen) Kenmerken huidige landschap (boek: Landschappelijk Nederland) samenhang tussen de geofactoren (boek: Landschappelijk Nederland) © Berendsen en Stouthamer, 2011
Geofactoren Welke geofactoren zijn in Nederland belangrijk? gesteente ++ reliëf + klimaat / atmosfeer - bodem ++ water ++ vegetatie - fauna - mens +++ Welke geofactoren zijn in Nederland belangrijk? Dit zijn: gesteente, bodem, water, in mindere mate reliëf, en vooral de mens. © Berendsen en Stouthamer, 2011