R. Boersma/A. Demandt MUMC+

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Janine van Manen, Helene Andrea, Roel Verheul
Advertisements

Non-Hodgkin-lymfoom Afdeling Hematologie
De ziekte van Waldenström en het lymfoplasmacytaire lymfoom
“Standaard” predictieve factoren voor effect van chemotherapie
Aneurysmatische subarachnoïdale bloeding: kliniek en screening
Eiwit electroforese M proteine (monoclonaal eiwit, paraproteine)
Een patiënt met een DLBCL (diffuus grootcellig B-cellymfoom)
Cytologie of histologie
Experimenteel bij mensen: zinnig verder
Laaggradig lymfoom Patient casus: Dhr Y. 67 jaar
Laaggradig Folliculair Non-Hodgkin Lymfoom
Herleiden (= Haakjes uitwerken)
Effectiviteit TCAs versus MAOIs
Aripiprazol additie om overgewicht als bijwerking van olanzapine gebruik tegen te gaan Marlijn Vermeiden.
Evidence That Patients With Single Versus Recurrent Depressive Episodes Are Differentially Sensitive to Treatment Discontinuation: A Meta-Analysis of Placebo-Controlled.
C.A.T. Diagnostische waarde van MRI bij Creutzfeldt–Jacob Disease
Dotteren bij Vaatspasmen na SAB
Compressio medullaris
Patiëntdemonstratie Anton de louw
Gecompliceerd Divertikellijden van het colon
DIVERTICULOSE & DIVERTICULITIS
Bare Buttocks Sessie Conservatieve behandeling
Aangeboren gehoorverlies en ontwikkeling
Hodgkin-lymfoom Afdeling Hematologie
Chronisch lymfatische leukemie (CLL) Afdeling Hematologie Universitair Medisch Centrum Groningen
Therapie & Prognose Dr. A. Janssen.
Non-Hodgkin lymfoom Mark-David Levin.
METEX studie Methotrexaat versus expectatief beleid bij vrouwen met een EUG NM van Mello arts-onderzoeker.
‘Compartment Syndrome after Bath Salts use: a case series’
End-tidal carbon dioxide is associated with mortality and lactate in patients with suspected sepsis Christopher L. Hunter, Salvator Silvestri, Matthew.
Dexamethason and long-term survival in bacterial meningitis Fritz et al, Neurology, November 2012 W. Raven
Fysiologie in de kliniek de rol van klinisch verloskundige
Incidentie en prognose kanker
Een andere waterkwaliteit 1 Een andere waterkwaliteit, de cijfers over de trends.
Multipel myeloom: therapie
Disclosure belangen spreker
PROSPECTIVE FASE-II TRIAL EVALUATING THE OUTCOME OF INDUCTION CHEMOTHERAPY FOLLOWED BY ePLND AND CHEMORADIATION FOR HIGH RISK INVASIVE BLADDER CANCER.
REduce BlAdder CAncer after nephro-uREterectomy: the REBACARE trial
Mevr W., geboren in klieren in de hals;langzaam groter
Nieuwe ontwikkelingen NHL Henriette Berenschot,
Hernia cicatricalis Watchful waiting, is it safe?
Mammacarcinoom en SWK+, wat nu?
Casus Noah.
De Herkenning van depressie en angst door huisartsen: Beïnvloed door lichamelijke gezondheid? Marloes Gerrits Juni 2012 NHG wetenschapsdag Co-auteurs:
14 juni 2013 NHG wetenschapsdag Controle na borstkanker in de eerste lijn versus de tweede lijn: voorkeuren van patiënten Carriene Roorda, Geertruida H.
Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom
Chirurgische behandeling van het mammacarcinoom van radicaal naar minimaal Halsted’s radical mastectomy Naar zoveel mogelijk mammasparend,
VUmc Basispresentatie Roeliene Kruizinga, AIOS interne
Ethiek rondom kinderwens & ART Dr. Merel van Maarle – klinisch geneticus AMC Dr. Kimiko Kleiman – fertiliteitsarts FZ Almere.
Elektro shock wave therapie: de behandeling bij hielspoor? Marianne van der Windt Groep
De pijngevoeligheidsdrempel is lager in patiënten met het patellofemorale pijnsyndroom R.A. van der Heijden, M.M. Rijndertse, S.M.A. Bierma- Zeinstra,
Amitriptyline voor musculoskeletale klachten – een systematisch review Jacoline van den Driest, Sita Bierma-Zeinstra, Patrick Bindels, Dieuwke Schiphof.
PICO P: status na okselkliertoilet (bij mammaCa) I: wel bloedafname/infuus plaatsen C: geen bloedafname/infuus plaatsen O: meer risico op infecties/complicaties?
Factoren geassocieerd met het voorschrijven van antihypertensiva bij ouderen T. van Middelaar, M.P. Hoevenaar-Blom, W. A. van Gool, E. Richard, E. Moll.
Een afspraak op de mammapoli Judith Nijhuis, verpleegkundig specialist
CASE REPORT Presentatie: Dr. Shu-Chun CAO ASO pediatrie, Jessa Ziekenhuis, Hasselt.
Discrepantie patiënt en dokter
Disclosure belangen NHG spreker
Journal Cafe 15/9/2016 Ellen Van Leeuwen.
Het effect van bekkenfysiotherapie en pessarium bij een matig/ernstige genitale prolaps
Casus I - 20/07/69 5/2012 ILAC cT2N1M1 ER 8/8 PR 8/8 HER2 neg diffuse botmetastasen Nolvadex + castratie + Xgeva vanaf 5/2013 CA15.3.
Commissie BOM Opgericht in 1999
Lokale corticosteroïdinjectie bij epicondylitis medialis
for the Dutch Pancreatic Cancer Group
Optimisation of surgical care for rectal cancer
Ontwikkeling asbestkanker
De PAULIEN-studie Pembrolizumab Alone versUs pembrolizumab-chemotherapy in first LInE NSCLC 20 JUNI 2019.
Transcript van de presentatie:

R. Boersma/A. Demandt MUMC+ CASUS R. Boersma/A. Demandt MUMC+

Pt W – 1961 2002 – Reden van verwijzing: vergrote klieren lies VG: m. Pfeiffer, furunkels A: sinds 6-8 wk klier in lies, geen B-symptomen

LO: multipele klieren liezen bdz Lab: VBO nl, normaal LDH Pa lymfklier: kleincellig folliculair NHL graad 1; t(14;18) CTth/abd: re oksel klier 1cm, 2 klieren para-aortaal en para-iliacaal zo’n 2 cm;

Botbiopt: klein haardje lymfoide cellen,verdacht voor een lokalisatie lymfoom; geen definitieve diagnose Conclusie: wschl st IV-A laaggradig NHL

Beleid? Wait and see? Gezien leeftijd toch behandelen?

Advanced low-grade NHL vaak asymptomatisch Eerdere studies: Lancet 2003 Advanced low-grade NHL vaak asymptomatisch Eerdere studies: Retrospectief: geen verschil Prospectief gerandomiseerd: kleine groepen, korte FU Doel: vergelijking tussen direct Chloorambucil versus uitstel tot klinisch noodzakelijk Lancet 2003

Advanced-stage, laaggradig NHL 309 ptn, 44 centra in UK van 1981-1990 Methoden Advanced-stage, laaggradig NHL 309 ptn, 44 centra in UK van 1981-1990 Primair eindpunt: OS, relapse-free survival Chloorambucil 0,2mg/kg, max 10mg In beide groepen RTX toegestaan Advanced stage: st III of IV Low grade: small lymfocytic lymphoma, folliculair Clinically non-agressive: geen jeuk of B-symptomen, snelle progressie voorgaande 3mnd, significante BM-infiltratie Werd doorgegeven tot 3mnd na CR

Resultaten Mediane FU 16 jaar Overall- Survival: Mediane overleving 5,9 jr Chloorambucil 6,7 jr observatie Groepen waren vergelijkbaar, alleen in chloorambucil groep hogere BSE, LDH niet bepaald

Multivariate analyse: Stadium Leeftijd BSE Beinvloeden significant OS Resultaten Multivariate analyse: Stadium Leeftijd BSE Beinvloeden significant OS 73% in observatiegroep kreeg chemotherapie Mediane tijd tot 1e behandeling: 2,6 jaar Zoals verwacht gezien lange overleving secundaire maligniteiten

Voorspellende factoren voor noodzaak tot behandeling: <70 jaar (p=0,003) Mannelijk geslacht (p=0,03) Tijd tot start 2e-lijns chemo of dood agv NHL Meer ptn in observatie-groep geen 2e lijn Tijd van randomisatie tot 2e lijn: 66 mnd in observatie-groep en 43 mnd bij Chl-ambucil

CASUS Gekozen voor wait and see

Hoe gaan we patiënt vervolgen? Hoe vaak? Wat voor diagnostiek? Lab? CT? PET??

FDG-PET heeft uitstekende sensitiviteit en specificiteit voor NHL 2006 Cancer FDG-PET heeft uitstekende sensitiviteit en specificiteit voor NHL Weinig studies mbt low-grade lymphoma Methoden Retrospectief Alle ptn met pa-bewezen FL/SLL/CLL,MZL CT voorgaande 3 weken 103 patiënten geincludeerd 2006, Cancer

Folliculair lymfoom initial staging: Resultaten Folliculair lymfoom initial staging: Sensitiviteit 94% (16 v.d. 17 ptn) 14 v.d. 16 ptn stadium III of IV PET en CT negatief bij 1 v.d. 17 Beide positief en zelfde stadium bij 9 v.d.17 Upstaging bij 29% 2006, Cancer

Folliculair lymfoom restaging: Resultaten Folliculair lymfoom restaging: 30 patiënten, waarvan 20 CR Bij 1 v.d. 20 PET fout positief Uitgebreidheid van ziekte onderschat door CT bij 1 v.d. 10 Belangrijker: ziekte overschat bij 5 v.d. 10 PET: sensitiviteit 100%, specificiteit 91% CT: sensitiviteit 91%, specificiteit 50% Fout-positief: inflammatoire axillare adenopathie

SUV-waarde non-transformed vs transformed: Resultaten SUV-waarde non-transformed vs transformed: 80 laesies non-transformed 23 laesies transformed lymphoma  SUV 7,66 resp 13,9

Geen verschil in graad 1,2 en 3 folliculair lymfoom

Marginale zone lymfoom Resultaten Marginale zone lymfoom 36 studies bij 31 ptn (15 staging, 21 FU) 3 v.d. 15 nodaal, 12 extranodale vorm PET positief bij 9 v.d. 12 extranodale Sensitiviteit PET voor staging: 71%, specificiteit 100% vs CT 57% en 87% resp.

B-cel Small lymphocytic lymphoma Resultaten B-cel Small lymphocytic lymphoma 15 ptn bij diagnose, 7 ptn ter evaluatie Bij staging sensitiviteit 47% Bij restadiëring bij 3 v.d. 4 positief, lage SUV-waardes PET onderschat tov CT Overall sensitiviteit 53%, geen vals positief PET ook negatief bij palpabele afwijking of op CT gevonden

Lage SUV-waarde, betere prognose?? Conclusie: Sensitiviteit voor low-grade lymphoma zeer afhankelijk van histologisch subtype Andere studies overall goede resultaten, maar folliculair meest voorkomend Lage SUV-waarde, betere prognose?? Geen verschil binnen folliculair lymfoom PET ook negatief bij palpabele afwijking of op CT gevonden

VERVOLG CASUS – pt W Jarenlang geen klachten Klieren variëren van 1-3 cm mn liezen en kaakhoek CT 2005: stabiel beeld B/ exp

Blood 2004 Blood september 2004

Onze pt: 2 pnt  risicogroep laag-intermediair

VERVOLG CASUS Mei 2009 – 7 jr na initiële presentatie Geen klachten, maar wel toename van klieren Lab:  LDH 677 U/l CTth/abd: duidelijk progressie: hals, axilla, mediastinaal, para-aortaal, para-iliacaal

Conclusie: duidelijk progressie klieren en stijging LDH DD: progressie transformatie Bewijs transformatie? PA?

En nu?? Pt werkt bij R-Chloorambucil nucleaire, R-CVP wil Zevalin! R-CHOP Interferon Fludara Lokaal RT? Zevalin

CHEMO-IMMUNOTHERAPIE Combinatietherapie chemo niet bewezen effectiever Aanmerkelijk betere resultaten door combinatie Rituximab en CTX Meerdere gerandomiseerde studies

Mediane responsduur 2 jaar Blood 2005 CVP respons rate 60-80% Mediane responsduur 2 jaar Rituximab zowel mono- als combinatie therapie Synergistisch effect Rituximab/CTX? Blood 2005

Folliculair lymfoom gr 1-3 Stadium III of IV Methoden: Folliculair lymfoom gr 1-3 Stadium III of IV Indicatie voor therapie volgens behandelend arts Primair eindpunt: treatment failure Blood 2005

Australië, Canada, Europa: 47 ziekenhuizen 332 ptn tussen 2000-2002 Resultaten: Australië, Canada, Europa: 47 ziekenhuizen 332 ptn tussen 2000-2002 47% CVP en 44% R-CVP: FLIPI 3-5 Blood 2005

Responsrate R-CVP vs CVP: 81 vs 57% Conclusies: Responsrate R-CVP vs CVP: 81 vs 57% Mediane tijd tot progressie verlengt van 15 naar 32 mnd Blood 2005

Blood 2005

FL: radiosensitieve maligniteit Phase III trial of consolidation with Yttrium-90-Ibritumomab Tiuxetan Coompared with no additional therapy after first remission in advanced follicular lymphoma Journal of Clinical Oncology 2008 FL: radiosensitieve maligniteit 90Y-Ibritumomab tiuxetan (Zevalin): radiolabeled monoclonal antibody Eerdere studies bij relapse of refractair FL geeft single dose Zevalin RR 73-83% en CR in 15-51% Mn effectief als minder bulk Effectief als consolidatie??

Graad 1 of 2 FL, stadium III/IV CR/PR na 1e-lijn Methoden Graad 1 of 2 FL, stadium III/IV CR/PR na 1e-lijn Laatste behandeling 6-12 wk voor start studiebehandeling Exclusie als eerder bestraling Control vs 90Y-Ibritumomab Primair eindpunt: PFS Secundair eindpunt: PFS gebaseerd op therapie 1e-lijn, FLIPI PFS: ook gestratificeerd naar respons na 1e-lijn

2001-2005: 414 ptn, 77 centra, 12 landen in Europa en Canada Resultaten 2001-2005: 414 ptn, 77 centra, 12 landen in Europa en Canada PFS na 3,5 jaar: 90Y-Ibritumomab: 36,5 mnd Controle-arm: 13,3 mnd PR na 1e-lijn: 90Y-Ibritumomab: 29,3 mnd Controle-arm: 6,2 mnd

Tot nu toe nog geen verschil in OS CR na inductie: 90Y-Ibritumomab: 53,9mnd Controle-arm: 29,5 mnd Tot nu toe nog geen verschil in OS % ptn dat van PR naar CR converteert was significant hoger in 90Y-Ibritumomab-groep: 77% vs 17,5% (p<0,001) CR: 874,% vs 53,3%

Most common gr ¾ AE’s: hematologisch Neutropenie: Veiligheid Most common gr ¾ AE’s: hematologisch Neutropenie: Mediane tijd tot nadir 44,5 dg Mediane tijd tot herstel neutropenie 20dg Thrombocytopenie: Mediane tijd tot nadir 35 dg Mediane tijd tot herstel 20-35dg 17,6% kreeg groeifactor; 20,6% thrombo’s Non-hematologisch: 10%: vermoeidheid, nasofaryngitis, misselijkheid, artralgie, hoofdpijn; 7,4% hospitalisatie vanwege neutropenie

Significante prolongatie PFS: 2 jr Conclusie Significante prolongatie PFS: 2 jr Zowel bij ptn met PR als CR na inductie, dus rol bij elimineren MRD Feit dat ook bij CR beter: 90% van ptn die bcl2 PCR positief in bloed na inductie waren, werden negatief

VERVOLG CASUS Gestart met R-CVP Behandelindicatie:dreigende stuwing van been